Proxy-server poort
Het nummer van de communicatiepoort invoeren die wordt gebruikt om de SIP-proxy-
signaleringsgegevens te verzenden en ontvangen (SIP-poort).
De meeste VoIP-providers gebruiken poort 5060.
Registrar server
Voer de (fully qualified) DNS-naam of het IP-adres van de registrar-server in.
U heeft de registrar nodig bij het aanmelden van uw toestel. Hij wijst aan uw SIP-adres
(Gebruikersnaam@Domein) het openbare IP-adres/poortnummer toe waarmee het toestel
zich aanmeldt. Bij de meeste VoIP-aanbieders is de registrar-server identiek aan de SIP-
server. Voorbeeld: myprovider.com.
Registrar server-poort
Voer de communicatiepoort in die op de registrar wordt gebruikt. Meestal is dit poort
5060.
Ververstijd aanmelding
Geef aan in welke intervallen het toestel de aanmelding bij de VoIP-Server (SIP-proxy)
dient te herhalen (er wordt een verzoek tot het tot stand brengen van een sessie ver-
stuurd). Deze periodieke aanvraag is nodig zodat het toestel in de tabellen van de SIP-
proxy vermeld blijft en dus bereikbaar is. De herhaling wordt voor alle ingeschakelde
VoIP-nummers uitgevoerd.
De standaardinstelling is 180 sec.
Als u 0 sec. invoert, wordt de aanmelding niet periodiek herhaald.
Onderdeel:
Netwerk
Opmerking:
Als u de algemene instellingen van uw VoIP-provider heeft gedownload van de Siemens-configura-
tieserver (pagina 144), zijn in enkele velden in dit onderdeel de gedownloade gegevens ingevuld, bij-
voorbeeld de instellingen voor de STUN-server en outbound proxy.
Als op uw router van het basisstation NAT (Network Address Translation) en/of de firewall
ingeschakeld, moet u in dit onderdeel eventueel enkele instellingen invoeren zodat uw
basistelefoon vanuit het internet te bereiken (d.w.z. adresseerbaar) is.
Door NAT worden de IP-adressen van gebruikers op het LAN achter het gemeenschappe-
lijke openbare IP-adres van de router verborgen.
Voor inkomende oproepen
Als op de router voor SIP- en RTP Port, Port-Forwarding (pagina 127) naar de telefoon is
ingeschakeld, hoeft u voor inkomende oproepen geen speciale instellingen in te voeren.
Als dit niet het geval is, is voor de bereikbaarheid van het toestel een waarde in de routing-
tabel van de NAT (in de router) nodig. Deze wordt bij de aanmelding van de telefoon bij de
SIP-service automatisch aangemaakt. Om veiligheidsredenen wordt de waarde met
bepaalde tussenpozen (sessie-timeout) gewist. Het toestel moet de registratie daarom in
bepaalde tijdsintervallen bevestigen (NAT-verversen, pagina 148) om te zorgen dat de
waarde in de routing-tabel vermeld blijft.
146