Inbedrijfstelling
Voor een tijdelijke stijging of daling in de temperatuur kunt u in plaats
N
hiervan de KAMER-waarde aanpassen.
1
5 6
5
4 0
2 4
Afb. 1: De grafiek toont een instelwaarde van 40 voor STOOKLIJN.
Bij een buitentemperatuur onder 0 °C wordt een hogere instelwaarde berekend en bij een buitentemperatuur boven 0 °C wordt een
lagere instelwaarde berekend.
1
5 6
4 0
2 4
Afb. 2: Als de STOOKLIJN wordt gewijzigd, verandert de helling van de curve.
Als u de STOOKLIJN-waarde verhoogt, wordt de verwarmingscurve steiler en als u de waarde verlaagt, wordt de verwarmingscurve vlak-
ker.
11.3
KAMER
Om de binnentemperatuur tijdelijk te verhogen of verlagen, wijzigt u de KAMER-waarde. Het verschil tussen het wijzigen van de KAMER-
waarde en de STOOKLIJN-waarde is het volgende:
De verwarmingscurve van het systeem wordt niet steiler of vlakker wanneer de KAMER-waarde wordt gewijzigd. In plaats daarvan wordt
de gehele verwarmingscurve met 3 °C verschoven voor elke graad dat de KAMER-waarde wordt gewijzigd.
De reden waarom de curve met 3 °C wordt aangepast, is dat de aanvoertemperatuur normaal gesproken met ongeveer 3 °C moet stij-
gen om de binnentemperatuur met 1 °C te verhogen.
Danfoss Heating Solutions
DHP-iQ
2
3
2 0
0
-2 0
4
2 0
0
-2 0
1. Aanvoertemperatuur (°C)
2. Maximale aanvoertemperatuur
3. Buitentemperatuur (°C)
4. 0 °C
5. De waarde voor STOOKLIJN bedraagt 40 °C.
2
1. Aanvoertemperatuur (°C)
2. Maximale aanvoertemperatuur
3. Buitentemperatuur (°C)
3
VIJSQ110
47