Inbedrijfstelling
Parameter
Betekenis
Geeft aan of de systeemshuntgroep moet worden geregeld door een verwarmingscurve of met een constante
SYSTEEMCIRC.
temperatuur. Voorwaarden zijn dat CONFIGURATIE = TANKREGELING en dat de externe bijverwarming niet is
geconfigureerd.
Fabrieksinstelling:
WARMSTOOKLIJN, bereik:
WARMSTOOKLIJN – CONST. TEMP. - OPEN CIRCUIT.
Bij de selectie OPEN CIRCUIT zijn de shuntuitgangen niet actief, maar wordt de temperatuur voor de systeem-
aanvoer weergegeven in het menu BEDRIJFSGEGEVENS. Het menu wordt alleen weergegeven als de externe
bijverwarming niet geselecteerd is.
SHUNTTIJD SYS Geeft de kortst toegestane tijd aan tussen regelsignalen naar de systeemshunt.
Fabrieksinstelling: 30 sec., bereik: 10 sec. – 99 sec.
SYSTEEMP. KOEL Geeft aan of de circulatiepomp van het systeem moet worden gebruikt voor koeling. Wordt
niet weergegeven als externe bijverwarming is geselecteerd.
Fabrieksinstelling: AAN, bereik:
Geeft aan of de shuntgroep moet worden geregeld door een verwarmingscurve of met een constante tempera-
SHUNT-
tuur.
CIRCUIT 1 - 2
Fabrieksinstelling:
WARMSTOOKLIJN, bereik:
WARMSTOOKLIJN – CONST. TEMP. - OPEN CIRCUIT. Bij de optie OPEN CIRCUIT zijn de shuntuitgangen niet actief,
maar de temperatuur voor de shuntgroep wordt weergegeven in het menu BEDRIJFSGEGEVENS.
Open circuit kan niet worden gebruikt in combinatie met CONFIGURATIE = TANKREGELING of als een externe
bijverwarming geconfigureerd is.
Met de optie
shuntgroepsensor is aangesloten.
SHUNTTIJD SG1 – 2 Geeft de kortste toegestane tijd aan tussen regelsignalen naar de shunt.
Fabrieksinstelling: 30 sec., bereik: 10 sec. – 99 sec.
SG 1-2 POMP KOEL Geeft aan of de circulatiepomp voor de shuntgroep moet worden gebruikt voor koeling.
Fabrieksinstelling: AAN, bereik:
Geeft aan of de verwarming van de buffertank moet worden beïnvloed door WARMTESTOP.
AFH. WARMTE-
Een voorwaarde is dat CONFIGURATIE = TANKREGELING.
STOP
Fabrieksinstelling: JA, bereik: NEE – JA
Gebruikt om aan te geven waar de omkeerklep voor het zwembad zich bevindt. Het aanvoercircuit van het sys-
ZWEMBADCIRCUIT
teem kan niet worden gebruikt als de externe bijverwarming is geconfigureerd.
Fabrieksinstelling: AANV. SYSTEEM, bereik: AANV. SYSTEEM - SHUNTGROEP 1 - SHUNTGROEP 2
MAX ZWEMBADTIJD bepaalt de langst toegestane verwarmingstijd voor het zwembad bij een niet aan de hand
van de integraal geregeld circuit.
Fabrieksinstelling: 40 min., bereik 1 min.– 210 min.
Maximaal toegestane temperatuur in de buffertank. Vaste waarde van 55 °C wordt gebruikt als geen externe
MAX. TANKTEMP
bijverwarming is geconfigureerd. Met een externe bijverwarming kan de temperatuur worden ingesteld tussen
55 °C en 80 °C.
Fabrieksinstelling: 55 °C, bereik: 55 °C – 80 °C
8.11
INFO BUITENGED
Parameter
Betekenis
Het temperatuurinstelpunt, verzonden van het binnengedeelte naar het buitengedeelte.
INSTELPUNT TEMP
Het bevestigde temperatuurinstelpunt, teruggezonden van het buitengedeelte naar het binnengedeelte.
BEV INSTELPUNT
De huidige frequentiewaarde van de compressor, in Hz.
COMPR (HZ)
COMPR (%)
De huidige belasting van de compressor, in %.
De elektrische stroom van het buitengedeelte, in A.
STROOM
Danfoss Heating Solutions
DHP-iQ
– AAN
(UIT) wordt de shuntgroepfunctie volledig gedeactiveerd. Het menu verschijnt alleen als de
– AAN
VIJSQ110
41