Opbouw en functie
Interfaces voor de automatisering
5.9.1
Automatiserings-interface
Geen functie van externe uitschakelinrichtingen (noodstopknop)!
Als het noodstopcircuit door middel van een externe uitschakelinrichting via de
automatiseringsinterface is gerealiseerd, dan moet het apparaat hierop worden
ingesteld. Wanneer hier geen rekening mee wordt gehouden, zal de stroombron de
externe uitschakelinrichtungen negeren en niet uitschakelen!
•
Verwijder jumper 1 op printplaat T320/1, M320/1 of M321!
Pin
Ingang /
Uitgang
A
Uitgang
Uitgang
D
(open
collector)
E
Ingang
+
R
F
Uitgang
G/P
Uitgang
Uitgang
H
L
Ingang
M
Uitgang
N
Uitgang
S
Uitgang
T
Uitgang
1
De bedrijfsmodus wordt door het draadtoevoerapparaat bepaald (de start- / stopfunctie werkt
door het indrukken van de toortsknop en wordt bijvoorbeeld bij gemechaniseerde toepassingen
gebruikt).
64
WAARSCHUWING
Benaming
PE
Aansluiting voor kabelmantel.
IGRO
Stroom-vloeit-signaal I>0 (maximale
belasting 20mA / 15V)
0 V = lasstroom vloeit
Nood/stop
NOOD-STOP voor het prioritair
uitschakelen van de stroombron.
Om deze functie te kunnen gebruiken,
moet in het lasapparaat op de printplaat
M320/1 de jumper 1 eraf worden
getrokken! Contact open lasstroom
uitgeschakeld
0V
Referentiepotentiaal
I>0
Stroomrelaiscontact naar gebruiker,
potentiaalvrij (max. +/-15 V / 100 mA)
Uist
Lasspanning, gemeten op pin F, 0-10 V (0
V = 0 V; 10 V = 100 V)
Str/Stp
Start = 15 V / Stop = 0 V
+15 V
Voeding (max. 75 mA)
-15 V
Voeding (max. 25 mA)
0 V
Referentiepotentiaal
Iist
Lasstroom, gemeten op pin F;
0-10V (0V = 0A, 10V = 1000A)
Afbeelding
1
099-005501-EW505
18.07.2017