5.5.2.4
Antistick
5.6
Toegangsbesturing
Als beveiliging tegen het onbevoegd of per ongeluk verstellen van de lasparameters op het apparaat, is
het met behulp van de sleutelschakelaar mogelijk om de invoer van de besturing te blokkeren.
In sleutelstand 1 kunnen alle functies en parameters onbeperkt worden ingesteld.
In sleutelstand 0 kunnen de volgende functies of parameters niet worden gewijzigd:
•
Geen verstelling van het werkpunt (lasvermogen) in de programma's 1–15.
•
Geen wijziging van lassoort, bedrijfsmodus in de programma's 1–15.
•
Lasparameterwaarden kunnen in het functieverloop van de besturing worden weergegeven, maar niet
worden gewijzigd.
•
Geen omschakeling van lasopdracht (block-JOB-bedrijfsmodus P16 mogelijk).
•
Geen wijziging van speciale parameters (behalve P10) – herstart vereist.
5.7
Afstandsbedieningen
De afstandsbedieningen worden, afhankelijk van de uitvoering, via de 19-polige
afstandsbedieningsaansluitbus (analoog) of de 7-polige afstandsbedieningaansluitbus bestuurd.
Lees en volg de documentatie van alle systeemcomponenten en accessoires!
5.8
Energiebesparingsmodus (Standby)
De energiebesparingsfunctie kan door lang indrukken van de knop > zie hoofdstuk 4.4 of met de
instelbare parameter in het configuratiemenu van het apparaat (tijdsafhankelijke energiebesparingsfunctie
) worden geactiveerd > zie hoofdstuk 5.13.
Bij actieve energiebesparingsmodus wordt op de apparaatdisplays alleen de middelste digit
weergegeven.
Door een bedieningselement in te drukken (bijv. het draaien van een draaiknop) wordt de
energiebesparingsmodus gedeactiveerd en schakelt het apparaat naar lasgereed.
5.9
Interfaces voor de automatisering
Voer geen verkeerde reparaties en modificaties uit!
Om verwondingen en materiële schade te vermijden, mag het apparaat enkel door
vakkundige, bevoegde personen gerepareerd resp. gemodificeerd worden!
Bij onbevoegde ingrepen vervalt de garantie!
•
In geval van reparatie, bevoegde personen (opgeleid servicepersoneel) hiermee belasten!
Ongeschikte stuurstroomkabels of verkeerde bezetting van in- en uitgangssignalen kunnen het
apparaat beschadigen. Alleen afgeschermde stuurstroomkabels gebruiken!
099-005501-EW505
18.07.2017
Antistick voorkomt het uitgloeien van de elektrode.
Mocht de elektrode ondanks de arcforce-inrichting vastbranden,
dan schakelt het apparaat automatsich binnen ca. 1 sec. over op
minimale stroom, zodat het uitgloeien van de elektrode wordt
voorkomen. Controleer de lasstroominstelling en corrigeer deze
voor de soort lassen!
Afbeelding 5-55
WAARSCHUWING
Opbouw en functie
Toegangsbesturing
63