Advertenties
ABB i-bus® KNX ONTWERP EN TOEPASSING
PI PWM (aan/uit)
De PI-regelaar (PWM) zet de berekende regelvariabele in een puls-pauze-verhouding om. De regelvariabe-
le wordt als 1-bits waarde naar de bus (ABB i-bus® KNX) gestuurd.
PI constant (0-100 %) voor Fan Coil Unit
Deze regelaar werkt net als een PI-regelaar (continu). In het automodusbedrijf wordt bovendien, afhan-
kelijk van de regelvariabele van de verwarmings-/koeltrap, de ventilatoruitgang aangestuurd.
12.2.15.2
2-punts-regelaar
Een 2-punts-regelaar heeft twee uitgangstoestanden (aan/uit) die afhankelijk van de werkelijke waarde
wisselen:
• als de werkelijke waarde hoger is dan de geparametreerde streefwaarde, is de bijbehorende regelvari-
abele 0.
• als de werkelijke waarde lager is dan de geparametreerde streefwaarde, is de bijbehorende regelvaria-
bele 1.
De 2-punts-regelaar schakelt alleen tussen de toestanden aan en uit en daarom zijn de volgende toepas-
singen mogelijk:
• aansturen van een thermo-elektrische klep die op een schakelactuator of klepaandrijvingsactuator is
aangesloten
• aansturen van een elektrische verwarming via een relaisuitgang
LET OP
Elke keer wanneer de regelvariabele verandert, wordt het relais omgeschakeld.
▶ Houd het maximumaantal schakelcycli (levensduur) in de gaten.
Voorbeeld
Wanneer de regelvariabele 10 keer per dag verandert, komt dat overeen met 3.650 schakelcycli per jaar.
Wanneer de regelvariabele 50 keer per dag verandert, komt dat overeen met 18.250 schakelcycli per
jaar.
Gebruik van een hysterese
Met een 2-punts-regelaar kunnen grote regelafwijkingen ten opzichte van de referentiewaarde (streef-
temperatuur) snel worden gecorrigeerd. Het corrigeren is een continu proces, wat betekent dat de over-
schrijdingen binnen het systeem te groot kunnen worden (streeftemperatuur wordt overschreden). Om
overschrijdingen te voorkomen heeft elke 2-punts-regelaar een ingebouwde hysterese.
De hysterese zorgt ervoor dat een regelvariabele met een bepaalde waarde moet veranderen, voordat de
regelaar de uitgangen verandert. Door de hysterese worden de regelvariabelen minder vaak gewisseld.
Door dit lagere aantal wisselingen is de regeling rustiger en worden de relais minder vaak geschakeld.
Voorbeeld
Tijdens de verwarming ligt de streefwaarde bij 21 °C en de hysterese bij 1,0 K.
De regelaar schakelt wanneer de temperatuur lager wordt dan 20,5 °C en hoger dan 21,5 °C.
Bij het instellen van de hysterese moet met de volgende factoren rekening worden gehouden:
• Hoe snel kan de verwarming de ruimte verwarmen?
• Hoe snel kan de koeling de ruimte afkoelen?
• Hoe ervaart iemand de temperatuur in de ruimte?
Opmerking bij de navigatie in de PDF: Toetscombinatie 'Alt + pijl links'
springt naar de vorige weergave/pagina
Producthandboek | NL | FCC/S 1.x.x.1 | 9AKK108464A0272 Rev. A 311
Advertenties
