ABB i-bus® KNX PARAMETERS
7.4.57
Ontvangst werkelijke temperatuur
Met deze parameter wordt gedefinieerd hoe de regelaar de werkelijke temperatuur ontvangt.
Als op geen enkele ingang een temperatuursensor is aangesloten, schakelt de regelaar over op de vei-
ligheidsmodus.
Als er meerdere ingangen als temperatuursensor zijn ingesteld, wordt uit de gemeten waarden een ge-
middelde waarde berekend die als werkelijke-temperatuurwaarde wordt gebruikt.
Optie
Via fysieke apparaatingang
Via communicatieobject
Via fysieke apparaatingang en
communicatieobject
Voorwaarden voor zichtbaarheid
• Parametervenster
Optie
• De parameter staat in het parametervenster
7.4.58
Ontvangst dauwpuntstatus
Met deze parameter wordt gedefinieerd hoe de regelaar de dauwpuntstatus ontvangt.
Als er geen ingang als dauwpuntsensor is ingesteld, evalueert de regelaar de functie als gedeactiveerd.
Als er meerdere ingangen als dauwpuntsensor zijn ingesteld, worden deze logisch met OR verbonden.
De regelaar reageert zodra een van de ingangen de status "Dauwpunt bereikt" verzendt.
Optie
gedeactiveerd
Via fysieke apparaatingang
Via communicatieobject
Voorwaarden voor zichtbaarheid
• Parametervenster
– Parameter
– Parameter
• De parameter staat in het parametervenster
Opmerking bij de navigatie in de PDF: Toetscombinatie 'Alt + pijl links'
springt naar de vorige weergave/pagina
Opmerking
De regelaar controleert welke apparaatingang als temperatuursensor is geparametreerd. Bij de
regeling wordt met de gemeten werkelijke temperatuur rekening gehouden.
De werkelijke temperatuur wordt via max. 2 communicatieobjecten ontvangen. Tussen de ontvangen
waarden vindt een weging plaats.
De volgende afhankelijke parameters worden getoond:
•
Aantal communicatieobjecten werkelijke temperatuur
De werkelijke temperatuur kan via een apparaatingang en/of via communicatieobjecten worden
ontvangen. Tussen de temperaturen die op de ingangen zijn gemeten en die via de bus
(ABB i-bus® KNX) zijn ontvangen, vindt een weging plaats.
De volgende afhankelijke parameters worden getoond:
•
Aantal communicatieobjecten werkelijke temperatuur
Weging interne meting
•
•
Weging externe meting 1
Applicatie
Regelaar
Opmerking
De regelaar negeert de dauwpuntstatus.
De regelaar controleert welke apparaatingang als dauwpuntsensor is geparametreerd. De status van
de aangesloten dauwpuntsensor wordt bij de regeling betrokken.
De dauwpuntstatus wordt via het communicatieobject
De volgende afhankelijke parameters worden getoond:
•
Dauwpunt bereikt als [regelaar]
De volgende afhankelijke communicatieobjecten worden getoond:
•
dauwpuntalarm
Applicatie
Apparaatfunctie
Basisstand koelen [regelaar]
\ Parametervenster
Gebruiksparameter
Applicatie
\ Parametervenster
Gebruiksparameter
\
Optie Regelaar
Alle opties behalve gedeactiveerd
\
Applicatie
Producthandboek | NL | FCC/S 1.x.x.1 | 9AKK108464A0272 Rev. A 160
\ Parameter
Gebruiksparameter
\ Parametervenster
dauwpuntalarm
ontvangen.
\ Parametervenster
Gebruiksparameter
Apparaatfunctie
\
.
.