ABB i-bus® KNX PARAMETERS
7.4.31
Begrenzing x
Met deze parameter wordt gedefinieerd welke ventilatorsnelheden bij een actieve begrenzing kunnen
worden geselecteerd. De begrenzingen gelden bij de handbediening en in het automodusbedrijf.
Het aanloopgedrag van de ventilator heeft een hogere prioriteit dan de begrenzing van de ventilator-
snelheid. Ondanks een actieve begrenzing wordt bij inschakeling van de ventilator eerst de ventilator-
snelheid in de parameter
Voorbeeld:
• Aanloopgedrag: Ventilatorsnelheid 3
• Begrenzing: Ventilatorsnelheid 2
• Regelvariabele: Ventilatorsnelheid 1
Als de ventilator wordt ingeschakeld, wordt eerst ventilatorsnelheid 3 ingeschakeld. Nadat de minima-
le verblijfstijd is verlopen, wordt ventilatorsnelheid 2 ingeschakeld. Vanwege de begrenzing wordt de
gewenste ventilatorsnelheid 1 niet ingeschakeld.
De prioriteiten van de begrenzingen verlopen in deze volgorde: begrenzing 1 heeft de hoogste priori-
teit, begrenzing 3 de laagste.
De volgende punten gelden voor alle begrenzingen:
• Wanneer een bereik van ventilatorsnelheden wordt begrensd, is er bovendien een beperkte regeling
• Als op het communicatieobject
• Wanneer de begrenzing actief is, stelt de ventilator onafhankelijk van de regelvariabele de ventila-
• Als de begrenzing is gedeactiveerd, wordt de regelvariabele opnieuw berekend en de betreffende
Opmerking bij de navigatie in de PDF: Toetscombinatie 'Alt + pijl links'
springt naar de vorige weergave/pagina
Opmerking
Inschakelen met ventilatorsnelheid
Opmerking
Opmerking
mogelijk.
de begrenzing geactiveerd. De begrenzing blijft actief tot er een telegram met de waarde 0 wordt
ontvangen.
torsnelheid in die in deze parameter is vastgelegd. Wanneer er op bereik wordt begrensd, stelt de
ventilator de ventilatorsnelheid in die het dichtst bij de regelvariabele ligt.
ventilatorsnelheid word ingesteld.
Begrenzing X
een telegram met waarde 1 wordt ontvangen, wordt
Producthandboek | NL | FCC/S 1.x.x.1 | 9AKK108464A0272 Rev. A 143
ingesteld.