Advertenties
ABB i-bus® KNX PARAMETERS
7.4.113
Naloopgedrag [getrapte ventilator]
Met deze parameter wordt gedefinieerd of de nalooptijd van de ventilator wordt geactiveerd als de ven-
tilatorsnelheid wordt verlaagd.
Als er naar meerdere ventilatorsnelheden wordt gewisseld, worden alle nalooptijden na elkaar doorlo-
pen.
De naloop vindt altijd onafhankelijk plaats van hoe de ventilatorsnelheid werd gewisseld (automodus-
bedrijf, direct bedrijf, handmatige instelling, ventilator uitschakelen).
Optie
nee
ja
Voorwaarden voor zichtbaarheid
• Productvarianten:
– FCC/S 1.1.1.1
– FCC/S 1.1.2.1
– FCC/S 1.2.1.1
– FCC/S 1.2.2.1
– FCC/S 1.4.1.1
• De parameter staat in het parametervenster
7.4.114
Nalooptijd bij ventilatorsnelheid 20 %
Met deze parameter wordt de nalooptijd na het uitschakelen van de ventilator gedefinieerd. Tijdens de
nalooptijd draait de ventilator met 20% van de ventilatorsnelheid.
Een nalooptijd van 0 seconden betekent dat de naloop gedeactiveerd is.
Optie
0 - 20 - 600 s
Voorwaarden voor zichtbaarheid
• Productvarianten:
– FCC/S 1.3.1.1
– FCC/S 1.3.2.1
– FCC/S 1.5.1.1
– FCC/S 1.5.2.1
• Parametervenster
ja
• De parameter staat in het parametervenster
Opmerking bij de navigatie in de PDF: Toetscombinatie 'Alt + pijl links'
springt naar de vorige weergave/pagina
Opmerking
Opmerking
Het naloopgedrag van de ventilator is inactief.
Het naloopgedrag van de ventilator is actief.
Als er naar een lagere ventilatorsnelheid wordt overgeschakeld, houdt de ventilator gedurende de
ingestelde tijd de huidige snelheid aan en verlaagt de snelheid pas daarna met één trap.
De volgende afhankelijke parameters worden getoond:
•
Nalooptijd ventilatorsnelheid x
Opmerking
Ventilatoruitgang (0 - 10 V)
Ventilatoruitgang
.
\ Parameter
Naloopgedrag [continue ventilator]
Ventilatoruitgang (0 - 10 V)
Producthandboek | NL | FCC/S 1.x.x.1 | 9AKK108464A0272 Rev. A 191
\ Optie
.
Advertenties
