Advertenties
ABB i-bus® KNX ONTWERP EN TOEPASSING
Voorbeeld
Klasse B:
Bij 100 °C zijn afwijkingen van de meetwaarde toegelaten tot ± 0,8 °C
12.2.18
Zomercompensatie
12.2.18.1
Zomercompensatie - achtergrond en doel
"Om energie te besparen en om het temperatuurverschil bij het betreden van een geklimatiseerd ge-
bouw binnen comfortabele grenzen te houden, moet de ruimtetemperatuur in de zomer op basis van de
buitentemperatuur worden verhoogd. Dit is de zogenaamde zomercompensatie." (DIN 1946)
Door de zomercompensatie wordt de streefwaarde van de bedrijfsmodus
Door de streefwaarde te verhogen, wordt voorkomen dat het verschil tussen de temperatuur buiten en
binnen te groot wordt. Om de streefwaarde te bereiken, wordt er minder of helemaal niet gekoeld.
Een vereiste voor de zomercompensatie is dat er een temperatuursensor buiten is geplaatst. De geme-
ten temperatuurwaarde wordt door de ruimtetemperatuurregelaar geëvalueerd.
12.2.18.2
Zomercompensatie - technische omzetting
Voor de zomercompensatie moeten de volgende parameters worden ingesteld:
•
Ingangstemperatuur voor zomercompensatie
Uitgangstemperatuur voor zomercompensatie
•
Offset van de streeftemperatuur bij het inschakelen van de zomercompensatie
•
•
Offset van de streeftemperatuur bij het stopzetten van de zomercompensatie
Aan de hand van de ingangs- en uitgangstemperatuur wordt het bereik vastgelegd waarbinnen de dyna-
mische streefwaardecorrectie wordt uitgevoerd. Door de offset-waarden kan de stapsgewijze aanpas-
sing binnen dit bereik nog extra worden aangepast. Boven de uitgangstemperatuur komt het verschil
tussen de temperatuur binnen en buiten overeen met de ingestelde offset bij het verlaten van de zomer-
compensatie.
Zolang de zomercompensatie actief is, begint de dynamische aanpassing bij het overschrijden van de in-
gangstemperatuur.
Voorbeeld
Het volgende voorbeeld laat de dynamische aanpassing van de streefwaarde tijdens het stijgen van de
buitentemperatuur zien:
• Streeftemperatuur: 21 °C
• Ingangstemperatuur voor zomercompensatie: 21 °C
• Offset van de streeftemperatuur bij het ingaan van de zomercompensatie: 00,0 °C
• Uitgangstemperatuur voor de zomercompensatie: 32,0 °C
• Offset van de streeftemperatuur bij het verlaten van de zomercompensatie: zie afbeelding
Opmerking bij de navigatie in de PDF: Toetscombinatie 'Alt + pijl links'
springt naar de vorige weergave/pagina
Koelen Comfort
Producthandboek | NL | FCC/S 1.x.x.1 | 9AKK108464A0272 Rev. A 317
verhoogd.
Advertenties
