2. Plaats het achterste deel van de lade (1)
op de rails.
1
3. Houd de voorkant van de lade (2)
omhoog terwijl u de lade naar binnen
duwt.
4. Druk het voorste deel van de lade naar
beneden.
Trek de lade er weer uit en controleer
of deze correct op zowel de achterste als
de voorste haken is geplaatst.
5.4 Temperatuurindicator
Voor het op de juiste manier bewaren van het
voedsel is de koelkast uitgerust met het
temperatuurindicator. Het symbool aan de
zijwand van het apparaat duidt de koudste
zone in de koelkast aan.
Als OK wordt weergegeven (A), breng dan
vers voedsel naar een zone die is
aangegeven met een symbool, zo niet (B),
wacht dan ten minste 12 uur en controleer of
het OK (A) is.
Als het nog steeds niet OK (B) is, stelt u de
instellingsregeling in op een koudere stand.
OK
A
OK
B
5.5 DYNAMICAIR
Het koelvak is voorzien van een apparaat dat
snelle koeling van voedsel mogelijk maakt en
zorgt voor een gelijkmatigere temperatuur in
het vak.
2
Dit apparaat wordt automatisch geactiveerd
wanneer dat nodig is.
Het is ook mogelijk om het apparaat
handmatig in te schakelen indien nodig (zie
'functie DYNAMICAIR').
5.6 Vers voedsel invriezen
Het vriesvak is geschikt voor het invriezen
van vers voedsel en voor het gedurende een
lange periode bewaren van ingevroren en
diepgevroren voedsel.
Activeer deFastFreezefunctie om vers
voedsel in te vriezen ten minste 24 uur
voordat u het voedsel plaatst om het
voorvriezen te voltooien.
Bewaar het verse voedsel gelijkmatig
verdeeld in alle vakken of laden.
De maximale hoeveelheid voedsel dat kan
worden ingevroren zonder ander vers
voedsel toe te voegen, gedurende 24 uur,
staat aangegeven op het typeplaatje (een
label dat zich aan de binnenkant van het
apparaat bevindt).
WAARSCHUWING!
Verwijder het piepschuim aan de
onderkant van het hulpmiddel niet.
De ventilator werkt alleen als de deur
gesloten is.
NEDERLANDS
13