Gebruiksaanwijzing KaVoLUX 540 LED
2 Veiligheid | 2.3 Accessoires en combinatie met andere apparaten
4 Trek bij onderhoudswerken de stekker uit of koppel bij het apparaat alle po-
len los van het elektriciteitsnet en zorg ervoor dat er geen stroom is!
4 Na de ombouw een controle uitvoeren van de elektrotechnische veiligheid
volgens DIN EN 62353 [IEC 62353].
4 Voor het aansluiten van de behandelunit aan de veiligheidstester deze aan
de netzekering ter plaatse loskoppelen van het net.
4 Alle controles zo doorvoeren dat er geen gevaar ontstaat voor het controle-
personeel, de patiënten of andere personen.
2.3 Accessoires en combinatie met andere apparaten
Gebruik van niet-goedgekeurde accessoires of ontoelaatbare modificaties aan
het product kunnen leiden tot verwondingen.
4 Gebruik uitsluitend accessoires die door de fabrikant voor de combinatie
met het product toegelaten zijn.
2.4 Storingen in de werking
Gelijktijdig gebruik van de behandellamp KaVoLUX 540 LED en de KaVo DIA-
GNOdent kan tot verkeerde metingen leiden.
4 Schakel bij het gebruik van de KaVo DIAGNOdent de behandellamp in de la-
ser-modus in.
4 Of de behandellamp uitschakelen, KaVo DIAGNOdent en behandellamp niet
tegelijk gebruiken.
Bij gebruik van de KaVoLUX 540 LED kan bij roterende instrumenten bij bepaal-
de toerentallen een stroboscopisch effect optreden. Daarbij is sprake van op-
tisch bedrog, waarbij het lijkt alsof het instrument stil staat of maar heel lang-
zaam roteert.
4 Als het stroboscopische effect optreedt het toerental minimaal aanpassen en
de behandeling als gewoonlijk voortzetten.
Gelijktijdig gebruik van de behandellamp KaVoLUX 540 LED en de KaVo Key la-
ser III of KEY laser 3+ kan tot een ongewenste activering van de KaVo KEY la-
ser III en KEY laser 3+ leiden.
4 Bij het gebruik van de KaVo KEY laser III of KEY laser 3+ de behandellamp
in de laser-modus inschakelen.
4 Of de behandellamp uitschakelen, KaVo KEY Laser III of KEY Laser 3+ en
behandellamp niet tegelijk gebruiken.
Het gebruik van laser of ander licht kan leiden tot storingen of activering van de
sensor van de behandellamp en de behandellamp ongewild in- of uitschakelen.
4 Sensor door erkende technicus laten deactiveren.
Een te hoge lichtintensiteit kan leiden tot voortijdige uitharding van composiet-
vullingen en een negatief effect hebben op de duurzaamheid van de restaura-
tie.
4 Geschikt dimmingsniveau afhankelijk van de verwerkingstijd kiezen.
Gebruik van andere apparatuur naast dit product, kan leiden tot een verkeerde
werking.
4 Monitor het systeem of het apparaat op storingen wanneer het in de directe
nabijheid van andere apparaten moet worden gebruikt.
Niet-toegelaten accessoires kunnen elektromagnetische storingen veroorzaken.
4 Gebruik uitsluitend accessoires die door de fabrikant voor de combinatie
met het product toegelaten zijn.
Draagbare HF-communicatieapparatuur kan leiden tot verminderde prestaties.
11 / 116