Stuurrichting veranderen
De afstandsbediening werd in de fabriek precies op uw modelhelikopter afgesteld. Als u bij
het trimmen vaststelt dat uw helikopter bij bepaalde stuurfuncties op tegengestelde wijze dan
het schema van afb. 8 reageert, kunt u bij de zender de reactierichting van het model voor
elke stuurrichting omschakelen.
Hiertoe zijn er aan de achterkant van de zender 10 DIP schakelaars ((1). De schakelaars 1-4
zijn hierbij aan de volgende functies toegewezen:
Om een stuurfunctie om te schakelen moet u eerst de vliegaccu in de helikopter loskoppelen,
daarna de zender uitschakelen en de vereiste DIP schakelaar in de andere stand schuiven.
Nu kunt u de zender weer inschakelen, de vliegaccu aansluiten en de correcte stuurrichting
van de helikopter controleren.
Balanceren van de rotorbladen
Om het mechanische sasteem rustig en zonder veel
vibraties te laten werken, dienen de hoofdrotorbladen
(1) en de staartrotor (2) gebalanceerd te worden.
Hiervoor kunnen een gangbare rotorbladbalans,
een trilapparaat voor de propeller (3) of zelf gebouwde
constructies (4) gebruikt worden. Hierbij is het belangrijk
dat de rotorbladen precies op één lijn (5) t.o.v. elkaar
uitgericht zijn en met minimale wrijving in beide richting
kunnen kantelen.
Op het lichtere rotorblad worden dan smalle strookjes tape (6) met het vereiste gewicht op
de punt van het blad geplakt.
18