Praktische tips voor het vliegen:
•
Zelfs als het model later in kleine ruimtes gevlogen kan worden, strekt het tot de
aanbeveling om voor de eerste vluchten een vrije vlakte van ca. 3 x 3 m uit te zoeken.
•
De ondergrond dient glad (tegels, parket, PVC, of derg.) te zijn, opdat u reeds kort voor
het opstijgen kunt herkennen of het model een afwijking naar een bepaalde richting
heeft.
•
Ga precies achter uw helikopter staan. Want zolang u uw model van achteren ziet,
reageert het precies zo op de besturingscommando's rechts, links, vooruit en achteruit
zoals u het ziet. Als de cockpit van het model echter in uw richting wijst, reageert het
precies tegengesteld aan uw besturingscommando's op de zender.
Duw de pitchknuppel nu heel voorzichtig naar voren en houd het gedrag van uw model in de
gaten. Kort voordat de helikopter begint te zweven, kunt u reeds herkennen in welke richting
uw model wil bewegen.
Indien de helikopter zich met de punt van de romp naar rechts wil draaien, reduceert u het
toerental en duwt u de trimmer voor de staartfunctie (zie afbeelding 1, pos. 9) stapsgewijs
naar links. Duw vervolgens de pitchknuppel weer voorzichtig naar voren en controleer of de
correctie voldoende was. Herhaal de procedure zo vaak tot het model geen afwijking meer
heeft om naar rechts te draaien. Indien de punt van de romp zich naar links draait,
dient een trimcorrectie naar rechts uitgevoerd te worden.
Indien de helikopter zijwaarts naar rechts wil draaien resp. kantelen, reduceert u het
toerental en duwt u de trimmer voor de rolfunctie (zie afbeelding 1, pos. 5) stapsgewijs naar
links. Duw vervolgens de pitchknuppel weer voorzichtig naar voren en controleer of de
correctie voldoende was. Herhaal de procedure zo vaak tot het model geen rechtse afwijking
meer heeft . Indien de helikopter zijwaarts naar links wil draaien, dient een trimcorrectie naar
rechts uitgevoerd te worden
Afb. 11
.
16