5.5 Periodes dat het apparaat
niet gebruikt wordt
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen als het apparaat
gedurende lange tijd niet gebruikt wordt:
1. Trek de stekker uit het stopcontact.
2. Verwijder al het voedsel.
6. PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
6.1 Wat moet u doen als...
Probleem
Het apparaat maakt la‐
waai.
Het lampje werkt niet.
Het lampje werkt niet.
De compressor werkt con‐
tinu.
Er loopt water in de koel‐
kast.
Er ligt water op de vloer.
3. Ontdooi het apparaat en toebehoren
4. Maak het apparaat en alle
5. Laat de deur/deuren open staan om
Mogelijke oorzaak
Het apparaat is niet stevig
en stabiel geplaatst.
Het lampje staat in de
stand-by stand.
Het lampje is stuk.
De temperatuur is goed
ingesteld.
Er worden veel producten
tegelijk geplaatst.
De omgevingstempera‐
tuur is te hoog.
Het voedsel dat in het ap‐
paraat werd geplaatst,
was te warm.
De waterafvoer is ver‐
stopt.
Producten verhinderen
dat het water in de water‐
opvangbak loopt.
De dooiwaterafvoer is niet
aangesloten op de ver‐
damperbak boven de
compressor.
(indien nodig) en maak alles schoon.
toebehoren schoon.
onaangename luchtjes te
voorkomen.
Oplossing
Controleer of het apparaat
stabiel staat.
Sluit en open de deur.
Neem contact op met de
dichtstbijzijnde klantenservi‐
ce.
Raadpleeg het hoofdstuk
'Bediening'.
Wacht een paar uur en con‐
troleer dan nogmaals de
temperatuur.
Zie het typeplaatje voor de
klimaatklasse.
Laat voedsel afkoelen tot ka‐
mertemperatuur voordat u
het bewaart.
Reinig de waterafvoer.
Zorg ervoor dat de produc‐
ten de achterwand niet ra‐
ken.
Maak de dooiwaterafvoer
vast op de verdamperbak.
NEDERLANDS
9