In alle warmwaterketels is een terugslagklep geïnstalleerd in de gas-lucht mengbuis direct voor de brander. Deze
terugslagklep voorkomt rookgasrecirculatie, en vermindert ook stand-byverliezen. Dit geeft een hoger thermisch
rendement.
Delta T controle:
Een hoog temperatuurverschil tussen toevoer en retour van de ketel kan duiden op een verstopte warmtewisse-
laar of filter, of een defecte pomp. De brander belasting neemt automatisch af wanneer het verschil in retour /
aanvoertemperatuur te hoog wordt.
Bij maximaal brander vermogen is de maximum ΔT 18⁰C en bij een laag brander vermogen is een ΔT boven
26⁰C niet toegestaan. Boven deze waarden zal de ketel terug moduleren totdat het temperatuurverschil tussen
18⁰C en 26⁰C valt. Als ΔT boven 35⁰C komt zal de ketel tijdelijk uitgeschakeld worden.
De ketel heeft een ingebouwde vorstbeveiliging, die automatisch de pomp activeert als de retour watertempera-
tuur naar de ketel lager is dan 10°C. Als de watertemperatuur onder 5°C komt, ontsteekt tevens de ketel. De
pomp en/of de ketel schakelen weer uit, zodra de watertemperatuur boven 15°C uitkomt. De hier vermelde tem-
peratuurwaarden gelden voor de temperaturen, gemeten door de retoursensor van de ketel. Deze vorstbeveili-
gingsfunctie wordt niet actief in geval van een "algemene blokkering" van de brander vraag.
- Deze vorstbeveiligingsfunctie beschermt alleen de ketel en niet het verdere leidingsysteem
- De vorstbeveiliging werkt alleen maar als er doorstroming door het systeem mogelijk is – zo niet dan gaat de
ketel in een blokkering.
- Omdat het een programmeerbare functie betreft, valt een door vorst beschadigde ketel niet onder de garantie.
De sifon moet altijd tot de rand
toe met water gevuld worden, al-
vorens deze weer op de ketel
wordt gemonteerd.
E93.1804.900.C Handleiding CB-HW
29