Bediening van het toestel
! Als de blauw-witte draad van dit toestel is aan-
gesloten op de bedieningsaansluiting van de
automatische antenne van het voertuig,
schuift de antenne uit wanneer er een signaal-
bron van dit toestel wordt ingeschakeld. Als
de signaalbron wordt uitgeschakeld, wordt de
antenne weer ingeschoven.
Het volume afstellen
% Draai aan MULTI-CONTROL om de ge-
luidssterkte te regelen.
Tuner
Basishandelingen
% Een frequentieband selecteren
Druk op BAND/ESC.
# U kunt kiezen uit de frequentiebanden FM1,
FM2, FM3 en MW/LW.
% Handmatig afstemmen (stap voor stap)
Duw MULTI-CONTROL naar links of naar
rechts.
% Automatisch afstemmen
Houd MULTI-CONTROL ongeveer één se-
conde naar links of naar rechts ingedrukt en
laat de knop vervolgens los.
# U kunt het automatisch afstemmen annuleren
door MULTI-CONTROL naar links of naar rechts
te duwen.
# Als u MULTI-CONTROL naar links of naar
rechts duwt en vasthoudt, kunt u zenders over-
slaan. Het automatisch afstemmen begint zodra
u MULTI-CONTROL loslaat.
Opmerkingen
! U kunt de AF-functie van dit toestel (zoeken
naar alternatieve frequenties) in- en uitschake-
len. Bij normaal afstemmen moet de AF-func-
tie uit staan (raadpleeg bladzijde 49).
! Het is mogelijk dat niet alle zenders RDS-dien-
sten leveren.
! RDS-functies zoals AF en TA werken alleen
wanneer u heeft afgestemd op een RDS-zen-
der.
Frequenties van zenders
opslaan en oproepen
U kunt eenvoudig zes zenderfrequenties op-
slaan zodat u deze later weer snel kunt oproe-
pen.
! Voor iedere frequentieband kunnen er zes
zenders in het geheugen worden opgesla-
gen.
Hoofdstuk
02
47
Nl