5.12.5
Het vacuüm wordt niet volledig gehandhaafd nadat de pomp is uitgeschakeld
De gasballastregeling staat open.
De O-ring is beschadigd of verdwenen.
De beveiligingsklep voor terugslag is defect.
De askeerringen zijn defect.
De uitlaatklep is beschadigd.
5.12.6
De pompsnelheid laat te wensen over
De aansluitleidingen hebben een te kleine diameter.
De aansluitleidingen zijn te lang.
Het inlaatfilter is verstopt.
5.12.7
Er is een uitwendige olielekkage
De askeerring van de oliepomp is versleten of beschadigd.
De oliecarterpakkingen zijn niet meer in goede staat.
Er lekt olie uit de gasballastregeling.
Er lekt olie uit de aftapkraan.
Er lekt olie uit de afdichting van het fijne oliefilterelement.
© Edwards Limited 2011. Alle rechten voorbehouden.
Edwards en het Edwards-logo zijn handelsmerken van Edwards Limited.
A346-01-886 Issue J
Pagina 29