3.7.2
De draairichting controleren
Zorg dat de pompmotor in de juiste richting draait. Als dit niet het geval is, kunnen de pomp en uw
vacuümsysteem onder druk komen te staan.
1. Kijk door de koelventilatorkap van de elektromotor naar de koelventilator.
2. Schakel de elektrische voeding naar de elektromotor enkele seconden in en schakel de voeding dan weer uit.
3. Controleer of de koelventilator in de richting draait die aangegeven wordt door de pijl op de bevestigingsplaat
van de elektromotor. Ga als volgt te werk wanneer de draairichting verkeerd is:
Isoleer de pomp van de elektrische voeding.
Verwijder het deksel van de klemmenkast en verwissel de draden L1 en L3. Raadpleeg het
bedradingsschema in de klemmenkast van de elektromotor.
Monteer het deksel weer op de klemmenkast.
Sluit de pomp weer aan op de elektrische voeding.
Controleer de draairichting weer.
3.8
De pompinlaat aansluiten op het systeem
Sluit het vacuümsysteem aan op de inlaatpoort
het aansluiten van de pomp.
Let op de onderstaande gegevens bij het aansluiten van de pomp op het vacuümsysteem. Raadpleeg
bijzonderheden over de onderstaande accessoires.
Om de optimale pompsnelheden te bereiken, moet ervoor gezorgd worden dat de leiding die op de
inlaatpoort aangesloten is zo kort mogelijk is en een binnendiameter heeft die niet kleiner is dan de
diameter van de inlaatpoort.
Ondersteun de vacuümleidingen om belasting van de koppelverbindingen te voorkomen.
Breng indien nodig flexibele balgen aan in de leidingen van het systeem om de overdracht van trillingen te
verminderen en om te voorkomen dat de koppelverbindingen worden belast. Wanneer er flexibele balgen
gebruikt worden, moet ervoor gezorgd worden dat deze een maximale druk kunnen weerstaan die hoger is
dan de hoogste druk die in het systeem opgewekt kan worden. Er moeten flexibele balgen gebruikt worden
wanneer de pomp op trillingsdempers gemonteerd is. Het gebruik van balgen van Edwards verdient
aanbeveling.
Gebruik een geschikte klep om de pomp van het vacuümsysteem te isoleren wanneer er condenseerbare
dampen verpompt moeten worden of wanneer het vacuüm in stand gehouden moet worden wanneer de
pomp uitgeschakeld is.
Monteer een geschikte inlaatopvangpot wanneer er condenseerbare dampen verpompt worden of wanneer
de pomp bij erg stoffige toepassingen gebruikt wordt.
Zorg ervoor dat de afdichtvlakken schoon en zonder krassen zijn.
© Edwards Limited 2011. Alle rechten voorbehouden.
Edwards en het Edwards-logo zijn handelsmerken van Edwards Limited.
VOORZICHTIG
(Figuur
1, onderdeel 5). Gebruik standaard fittingen van 63 mm bij
A346-01-886 Issue J
Sectie 7
voor
Pagina 15