A346-01-886 Issue J
Zorg ervoor dat de pomp met een inert gas doorgespoeld wordt wanneer het pompsysteem uitgeschakeld
wordt; hierdoor worden gevaarlijke gassen tot veilige concentraties verdund. Voor de invoer van spoelgas in
de pomp is er een geschikt gasballastregelventiel leverbaar als accessoire (raadpleeg
Zorg ervoor dat er voldoende koelwater beschikbaar is.
3.3
Uitpakken en inspecteren
Verwijder alle verpakkingsmaterialen, verwijder de pomp uit de verpakkingskist, verwijder de beschermdoppen van
de in- en uitlaatpoorten en controleer de pomp. Als de pomp beschadigd is, moeten de leverancier en de transporteur
daar binnen drie dagen schriftelijk van op de hoogte gesteld worden; vermeld het onderdeelnummer van de pomp,
uw ordernummer en het factuurnummer van de leverancier. Bewaar alle verpakkingsmaterialen voor inspectie.
Gebruik de pomp niet als deze beschadigd is.
Wanneer de pomp niet onmiddellijk wordt gebruikt, breng dan de beschermdoppen opnieuw aan. Sla de pomp op een
geschikte manier op zoals beschreven is in
3.4
De pomp plaatsen
Gebruik de juiste hijsapparatuur om de pomp te verplaatsen. Het gewicht van de pomp ligt tussen
230,5 kg en 253 kg.
Bevestig de mechanische hijsuitrusting aan de hijsogen op de pomp.
Zorg voor een stevige, horizontale ondergrond voor de pomp. Plaats de pomp zodanig dat het oliepeilglas zichtbaar
is en dat de olievulplug, de olie-aftapkraan, het wegwerpoliefilter en de gasballastregeling toegankelijk zijn. Laat
een ruimte van minstens 330 mm over zodat het oliefilter uit de pomp verwijderd kan worden.
Wanneer de pomp in een afgesloten ruimte geplaatst wordt, zorg er dan voor dat er voldoende ventilatie is aan
weerszijden van de pomp. Er moet een ruimte van minimaal 25 mm zijn tussen de pomp en de muren van de
afgesloten ruimte.
Zorg er tevens voor dat de plaats van de pomp en het geplande traject van aansluitende onderdelen, d.i.
procesleiding, afvoerleiding en stroomkabels, geen fysieke risico's opleveren. Bijvoorbeeld: struikelgevaar voor
personeelsleden.
3.5
De pomp aansluiten op het koelwater
Sluit de twee BSP-aansluitingen van 3/8 inch met inwendig schroefdraad aan op de koelwatervoeding. De druk in het
koelcircuit mag maximaal 3 bar bedragen en de aanbevolen minimale koelwaterdebieten bij 20 ºC zijn:
E2M175
E2M275
De pomp zal de optimale bedrijfstemperatuur bereiken en efficiënter werken wanneer de temperatuur geregeld
wordt door het thermostatisch geregelde regelventiel TCV300. Het regelventiel is leverbaar als accessoire —
raadpleeg
Sectie
7. Er zit een montagepunt voor de thermostatische sonde in de pompeindplaat.
Pagina 12
Sectie
6.1.
WAARSCHUWING
-1
80 l h
-1
120 l h
Edwards en het Edwards-logo zijn handelsmerken van Edwards Limited.
© Edwards Limited 2011. Alle rechten voorbehouden.
Sectie
7).