EG-VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING VOOR MACHINES
Fabrikant:
FAAC S.p.A.
Adres:
Via Calari, 10 - 40069 Zola Predosa BOLOGNA - ITALIË
verklaart dat:
de aandrijving mod. C720 - C721
is vervaardigd voor opname in een machine of voor assemblage met andere machines, teneinde een
machine te vormen conform de Richtlijn 2006/42/EG;
in overeenstemming is met de belangrijkste veiligheidseisen van de volgende EEG-richtlijnen:
2006/95/EG
2004/108/EG Richtlijn Elektromagnetische compatibiliteit
en verklaart bovendien dat het niet is toegestaan de machine in bedrijf te stellen voordat de machine waarin
zij wordt opgenomen of waarvan zij deel zal uitmaken, geïdentificeerd is en verklaard is dat deze voldoet
aan de voorwaarden van de Richtlijn 2006/42/EG en daaropvolgende amendementen.
Bologna, 01-12-2010
WAARSCHUWINGEN VOOR DE INSTALLATEUR
1) LET OP! Het is belangrijk voor de veiligheid dat deze hele instructie zorgvuldig
wordt opgevolgd. Een onjuiste installatie of foutief gebruik van het product
kan ernstig persoonlijk letsel veroorzaken.
2) Lees de instructies aandachtig door alvorens te beginnen met de installatie
van het product.
3) De verpakkingsmaterialen (plastic, polystyreen, enz.) mogen niet binnen het
bereik van kinderen worden bewaard, aangezien zij een mogelijke bron van
gevaar vormen.
4) Bewaar de instructies voor raadpleging in de toekomst.
5) Dit product is uitsluitend ontworpen en vervaardigd voor het gebruik dat in
deze documentatie wordt beschreven. Elk ander gebruik, dat niet uitdrukkelijk
is vermeld, zou het product kunnen beschadigen en/of een bron van gevaar
kunnen vormen.
6) FAAC aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor schade die is ontstaan
uit oneigenlijk gebruik of uit elk ander gebruik dan hetgeen waarvoor het
automatische systeem is bedoeld.
7) Installeer het apparaat niet in een explosiegevaarlijke omgeving: de aanwe-
zigheid van ontvlambare gassen of dampen vormt een ernstig gevaar voor
de veiligheid.
8) De mechanische constructie-elementen moeten in overeenstemming zijn
met de bepalingen van de normen EN 12604 en EN 12605.
In niet-EEG landen moeten, om een goed veiligheidsniveau te bereiken,
behalve de nationale voorschriften ook de bovenstaande normen in acht
worden genomen.
9) FAAC is niet aansprakelijk voor het niet in acht nemen van de gewoonte-
regels voor de technische constructie van het sluitwerk dat gemotoriseerd
moet worden, noch voor vervormingen die zouden kunnen ontstaan bij het
gebruik.
10) De installatie moet worden uitgevoerd in overeenstemming met de normen
EN 12453 en EN 12445.
In niet-EEG landen moeten, om een goed veiligheidsniveau te bereiken,
behalve de nationale voorschriften ook de bovenstaande normen in acht
worden genomen.
11) Alvorens werkzaamheden aan het systeem uit te voeren, moet de voeding
worden afgesloten.
12) Zorg op het voedingsnet van het automatische systeem voor een meerpolige
schakelaar met een opening tussen de contacten van 3 mm of meer. Het
is raadzaam een thermomagnetische schakelaar van 6A te gebruiken met
meerpolige onderbreking.
13) Controleer of er bovenstrooms van het systeem een differentiaalschakelaar
is geplaatst met een drempelspanning van 0,03 A.
(RICHTLIJN 2006/42/EG)
Laagspanningsrichtlijn
ALGEMENE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
14) Controleer of de aarding vakkundig is uitgevoerd en sluit de metalen delen
15) Het automatische systeem beschikt over een intrinsieke beveiliging tegen
16) De veiligheidsvoorzieningen (norm EN 12978) zorgen voor de bescherming
17) Het is raadzaam om voor elk systeem ten minste een lichtsignaal te gebrui-
18) FAAC aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor wat betreft de vei-
19) Gebruik voor het onderhoud uitsluitend originele FAAC-onderdelen.
20) Breng geen wijzigingen aan op componenten die deel uitmaken van het
21) De installateur dient alle informatie te verstrekken over de handmatige
22) Kinderen of volwassenen mogen zich niet ophouden in de buurt van het
23) Houd radiobesturingen of andere impulsgevers buiten het bereik van kin-
24) Men mag alleen passeren wanneer het automatische systeem helemaal
25) De gebruiker mag geen pogingen tot reparatie doen of directe handelingen
26) Onderhoud: de werking van het systeem dient minstens tweemaal per jaar te
27) Alles wat niet uitdrukkelijk in deze instructies wordt aangegeven, is niet
1
De President-directeur
A. Marcellan
van het sluiting erop aan.
inklemming, bestaande uit een koppelcontrole. De inschakellimiet hiervan
dient echter te worden gecontroleerd volgens de bepalingen van de
normen die worden vermeld onder punt 10.
van eventuele gevaarlijke gebieden tegen Mechanische gevaren door
beweging, zoals bijvoorbeeld inklemming, meesleuring of amputatie.
ken (bijv. FAACLIGHT) alsmede een waarschuwingsbord dat goed op de
constructie van het sluitwerk moet zijn bevestigd, en de voorzieningen die
worden genoemd bij punt "16".
ligheid en de goede werking van het automatische systeem, indien er in
het systeem gebruik is gemaakt van componenten die niet door FAAC zijn
geproduceerd.
automatische systeem.
bediening van het systeem in noodgevallen en moet de gebruiker van
het systeem het waarschuwingsboekje overhandigen dat wordt meegele-
verd.
product terwijl dit in werking is.
deren, om te voorkomen dat het automatische systeem onbedoeld wordt
ingeschakeld.
stilstaat.
uitvoeren, maar dient zich hiervoor uitsluitend te wenden tot gekwalificeerd
personeel.
worden gecontroleerd. Hierbij dient bijzondere aandacht te worden besteed
aan de veiligheidsvoorzieningen (inclusief, waar voorzien, de duwkracht van
de aandrijving) en de ontgrendelmechanismen.
toegestaan