6.2 POSITIONERING VAN DE EINDAANSLAG
Voor een juiste positionering van de eindaanslagmagneten moet de bedieningscentrale op de juiste wijze zijn
geïnstalleerd en zijn aangesloten op alle bedieningsinrichtingen en veiligheidsvoorzieningen.
De aandrijving is voorzien van een magneetsensor voor de eindaanslag die direct in de elektronische besturingskaart is geïnte-
greerd.
Het stoppen van de poort, in geopende of gesloten toestand, vindt plaats op het moment dat de gepolariseerde magneet, die
in het bovenste deel van de tandheugel is bevestigd, de sensor activeert.
Assembleer de twee magneten zoals is aangegeven in figuur 19.
Stel de aandrijving in voor de handmatige bediening zoals is beschreven in hoofdstuk 8 en voedt het systeem.
Voor de positionering van de eindaanslagen op de tandheugel dient u de instructies van de elektronische ap-
paratuur te raadplegen.
Om schade aan de aandrijving en/of onderbrekingen van de werking van het automatische systeem te voorko-
men, moet er een afstand van circa 40 mm vanaf de mechanische eindaanslagstops worden overgelaten.
7 HET AUTOMATISCHE SYSTEEM TESTEN
Zodra de installatie van de aandrijving is voltooid, moet er een
zorgvuldige controle worden uitgevoerd van de werking van alle
aangesloten accessoires en veiligheidsvoorzieningen.
Druk de plastic afschermingen op de bevestigingsschroeven van
de aandrijving en controleer of het pijltje in de richting van de
poort wijst (Fig. 20 ref.
), breng de beschermkast aan (Fig. 20
ref.
) en bevestig hem met de twee betreffende schroeven
aan de zijkant (Fig. 20 ref.
Overhandig aan de klant de "Gebruikershandleiding", laat de
juiste werking en het gebruik van de motorvertraging zien, en
wijs daarbij de gevaarlijke zones van het automatische systeem
aan.
8 DE AANDRIJVING ONTGRENDELEN/VERGRENDELEN
Tijdens het ontgrendelen/vergrendelen dient u op
te letten en te voorkomen dat een onverwachte
impuls de poort inschakelt.
Om de motorvertraging te ontgrendelen, dient u als volgt te
werk te gaan:
1.
Draai de ontgrendeling met de klok mee zoals is aangege-
ven in Fig. 21 ref.
. De ontgrendelingshendel zal zich iets
verwijderen van de aandrijvingskast (Fig. 21 ref.
2.
Laat de ontgrendelingshendel helemaal zakken tot aan de
mechanische aanslag, Fig. 21 ref.
3.
Voer het openen of sluiten handmatig uit.
).
)
.
Fig. 19
9
Fig. 20
Fig. 21