DA
NL
4. Selecteer met de toets CAL de eenheid waarin de snelheid moet worden weerge-
geven.
U kunt kiezen tussen kilometer per uur, mijl per uur en knopen.
5. Bevestig uw selectie met de toets set-up.
De instelling van de batterijstatusaanduiding wordt weergegeven.
6. Selecteer met de toets CAL de eenheid waarin de batterijstatus moet worden
weergegeven.
U kunt kiezen tussen volt en procent.
7. Bevestig uw selectie met de toets set-up.
pagina 90 / 121
Inbedrijfstelling