(Vertaling van de originele gebruiksaanwijzingen)
aan de voorzijde in de reinigings-/on-
derhoudsstand staat. Dit beschadigt de
riemaandrijving.
De schakelaar heeft twee standen:
1. Ingeschakeld - om de krachtafnemer in
te schakelen, drukt u op de voorkant van de
schakelaar. Het brandende lampje geeft
aan dat de krachtafnemer is ingeschakeld.
2. Uitgeschakeld - om de krachtafnemer
uit te schakelen, drukt u op de achterkant
van de schakelaar. Het lampje dooft ten
teken dat de krachtafnemer is uitgescha-
keld.
6.9
MAAIHOOGTE-INSTELLING
De maaihoogte is handmatig of elektrisch instel-
baar, op basis van het gemonteerde model maai-
eenheid.
Zie voor de volgende handelingen ook de betref-
fende aanwijzingen in de handleiding van de maai-
eenheid.
6.9.1 Handmatige instelling - mod.:
(8:H)
De maaihoogte kan door middel van de hendel in
9 vaste standen worden ingesteld.
Voor een standaard maaihoogte zet u de hendel
in stand 1.
6.9.2 Elektrische instelling - mod.:
(9:C)
De machine is uitgerust met een mechanisme
voor het gebruik van een maaidek met elektrische
maaihoogte-instelling.
De schakelaar laat traploze instelling van
de maaihoogte toe.
Het maaidek wordt aangesloten op het
contact (9:G).
6.10 ONTKOPPELINGSHENDEL
AANDRIJVING
Hendel om de traploze transmissie uit te schake-
len.
De ontkoppelingshendel mag nooit tus-
sen de binnenste en buitenste stand
staan. Dit leidt tot oververhitting en be-
schadiging van de transmissie.
Hiermee kunt u de machine handmatig verplaat-
sen (door hem te duwen of te trekken) zonder de
motor te gebruiken.
De twee standen zijn:
NEDERLANDS
[V
[V 302
VAN
(10:A)
binnen (10:A2).
2. Aandrijving uitgeschakeld - Hendel naar
buiten (10:A1). Aandrijving uitgeschakeld. De
machine kan handmatig worden verplaatst.
De machine mag niet over lange afstanden of met
hoge snelheid worden gesleept. Hierdoor kan de
transmissie worden beschadigd.
6.11 INSTELLING VAN DE ZITTING (11)
De zitting kan worden neergeklapt en naar
voor of achter worden geschoven.
De zitting kan met behulp van de stop
(11:B) in omhoog gekantelde stand ge-
blokkeerd worden.
Om de zitting in de gewenste stand te brengen:
•
Draai de schroeven (11:A) los.
•
Zet de zitting in de gewenste stand.
•
Haal de schroeven (11:A) aan.
302]
Als het aanhaalmoment groter dan 24
Nm is, raakt de zitting beschadigd.
De zitting is voorzien van een beveili-
gingsschakelaar die is aangesloten op het
beveiligingssysteem van de machine. Zorgt
ervoor dat het, wanneer de bestuurder niet
S]
op de bestuurdersplaats zit, of van de be-
stuurdersplaats opstaat, onmogelijk wordt
om bedieningen te activeren of handelin-
gen uit te voeren die de veiligheid van de
bestuurder in gevaar kunnen brengen. (zie
8.4.2).
6.12 MOTORKAP
Voor het tanken van brandstof en het controleren/
bijvullen/verversen van de motorolie, de motorkap
openen.
DE
De motorkap gaat open door hem bij de voor-
kant op te lichten:
Wanneer de motorkap geopend is, mag
de machine niet in beweging worden
gezet. Kans op brandwonden.
1. Aandrijving ingeschakeld
- aandrijving ingeschakeld voor
normaal gebruik - Hendel naar
NL
15