P P A A S S O O P P
Alvorens het apparaat te verplaatsen
moet gecontroleerd worden of de hefca-
paciteit van het hefwerktuig dat gebruikt
wordt geschikt is voor het gewicht van het
apparaat.
E E . . 2 2
V V e e r r a a n n t t w w o o o o r r d d e e l l i i j j k k h h e e d d e e n n v v a a n n d d e e k k l l a a n n t t
De taken, vereisten en werkzaamheden die de Klant moet
uitvoeren zijn de volgende:
• Zorg voor een hooggevoelige, handmatig terug te stellen
magnetothermische stroomonderbreker;
• voorziening die vergrendeling in open stand mogelijk maakt
voor de aansluiting op het elektriciteitsnet.
• controleer of de vloer, waarop de machine geplaatst wordt,
waterpas is.
• breng vóór elk apparaat een gasafsluitventiel met snel-
koppeling aan (afhankelijk van het model). Plaats het
ventiel op een gemakkelijk te bereiken plaats.
• raadpleeg voor informatie m.b.t. de elektrische aansluiting
paragraaf E.10.1 Elektrische apparaten ;
E E . . 3 3
H H e e t t w w e e g g g g o o o o i i e e n n v v a a n n d d e e v v e e r r p p a a k k k k i i n n g g
Het verpakkingsmateriaal moet worden weggegooid in over-
eenstemming met de voorschriften die van toepassing zijn in
het land waar het apparaat gebruikt wordt. Alle materialen die
gebruikt zijn voor de verpakking zijn milieuvriendelijk.
Ze kunnen zonder gevaar bewaard worden, ze kunnen worden
gerecycled of verbrand worden in een afvalverbrandingsin-
stallatie. De kunststof componenten die eventueel gerecycled
kunnen worden zijn als volgt aangeduid:
Polyethyleen
• Buitenste verpakkingsmateriaal
• Zakje met instructies
Polypropeen
• Spanbanden
Piepschuim
• Beschermende delen rondom de hoeken
E E . . 4 4
V V e e r r b b i i n n d d i i n n g g v v a a n n a a p p p p a a r r a a t t e e n n
1. Demonteer de bedieningspanelen van de apparaten door
de 4 bevestigingsschroeven los te draaien (Fig. 1A);
2. Verwijder van de zijkant van elke zijde die verbonden moet
worden, de bevestigingsschroef die het dichtst bij het
bedieningspaneel zit (Fig. 1B);
3. Zet de apparaten tegen elkaar en zet ze waterpas door de
pootjes te draaien totdat de bladen op elkaar aansluiten
(Fig. 1D);
4. Draai één van de twee plaatjes die binnen in de apparaten
zitten 180℃ (Fig. 1C);
1B
1C
1A
5. Verbind hen aan de voorkant met elkaar, vanaf de binnen-
kant van het bedieningspaneel van hetzelfde apparaat,
door een zeskantbout M5x40 (bijgeleverd) in het inzetstuk
er tegenover te draaien (Fig. 1E);
6. Breng aan de achterkant van de apparaten het bijgele-
verde verbindingsplaatje aan in de sleuven in de zijkant
van de achterwanden;
7. Zet het plaatje vast met twee bijgeleverde schroeven M5
met verzonken kop (Fig. 1F).
1F
E E . . 4 4 . . 1 1
V V a a s s t t z z e e t t t t e e n n o o p p d d e e v v l l o o e e r r ( ( a a f f h h a a n n k k e e l l i i j j k k v v a a n n h h e e t t
a a p p p p a a r r a a a a t t e e n n / / o o f f m m o o d d e e l l ) )
Om te voorkomen dat afzonderlijk geïnstalleerde apparaten
van een halve module kunnen omkiepen, moeten ze aan de
vloer worden bevestigd. Volg de bij het accessoire (F206136)
gevoegde aanwijzingen zorgvuldig op.
E E . . 4 4 . . 2 2
I I n n s s t t a a l l l l a a t t i i e e o o p p o o n n d d e e r r k k a a s s t t e e n n , , v v r r i i j j d d r r a a g g e e n n d d e e
c c o o n n s s t t r r u u c c t t i i e e s s o o f f g g e e m m e e t t s s e e l l d d e e p p l l i i n n t t e e n n ( ( a a f f h h a a n n k k e e l l i i j j k k
v v a a n n h h e e t t a a p p p p a a r r a a a a t t e e n n / / o o f f m m o o d d e e l l ) )
Volg de instructies die bij het betreffende accessoire zitten
zorgvuldig op. Volg de instructies op die bij het gekozen
optionele product worden geleverd.
E E . . 4 4 . . 3 3
A A f f d d i i c c h h t t e e n n v v a a n n v v o o e e g g e e n n t t u u s s s s e e n n a a p p p p a a r r a a t t e e n n
Volg de instructies die bij de optionele verpakking met afdicht-
ingspasta worden geleverd.
E E . . 5 5
G G a a s s - - , , e e l l e e k k t t r r i i c c i i t t e e i i t t s s - - e e n n w w a a t t e e r r a a a a n n s s l l u u i i t t i i n n g g e e n n
( ( i i n n d d i i e e n n a a a a n n w w e e z z i i g g , , a a f f h h a a n n k k e e l l i i j j k k v v a a n n h h e e t t
a a p p p p a a r r a a a a t t e e n n / / o o f f m m o o d d e e l l ) )
• Alle installatie- of onderhoudswerkzaamheden aan voe-
dingsinstallaties (gas, elektriciteit en/of water, indien
aanwezig) mogen uitsluitend worden uitgevoerd door een
nutsbedrijf of een erkende installateur.
• Stel aan de hand van de gegevens op het plaatje vast welk
apparaat u heeft aangeschaft.
• Controleer op het installatieschema het type en de plaats
van de nutsvoorzieningen die nodig zijn voor het apparaat.
E E . . 6 6
G G a a s s a a a a n n s s l l u u i i t t i i n n g g e e n n
E E . . 6 6 . . 1 1
I I n n l l e e i i d d i i n n g g
P P A A S S O O P P
Dit apparaat is geschikt en goedgekeurd
om te werken met gas G20 20 mbar;
Om het aan te passen aan een andere gassoort moeten de
instructies in paragraaf E.6.6 Aanpassing aan een andere
gassoort van dit hoofdstuk worden gevolgd.
E E . . 6 6 . . 2 2
R R o o o o k k a a f f v v o o e e r r
• Apparaten van het type "A1" moeten onder een afzuigkap
worden geplaatst, om er zeker van te zijn dat tijdens het
koken veroorzaakte dampen en rook worden geëlimineerd;
1E
1D
21