MAN0604_Issue 09_02-2013
2110M8030
W: End of Cell Life
F: End of Cell Life
W: calibration needed De cartridge moet worden gekalibreerd
F: calibration needed Voer de nul- en bereikkalibratieprocedures uit.
FATAL FAuLT
nO sEnsOR
sensor comms Fail
4.6.2 Algemene fouten
Volgende tabel somt symptomen en oorzaken op voor algemene foutdiagnose.
Symptoom gasaflezing Oorzaken en oplossingen
niet steeds op nul
niet-nul wanneer
geen gas aanwezig is
Laag bij gastoevoer
Hoog bij gastoevoer
Nul bij gastoevoer
4. WERkInG
De cartridge nadert het einde
van zijn gebruiksduur.
Waarschuwing -
vervang de cartridge binnen de 3 volgende maanden.
Fout
-
vervang de cartridge onmiddellijk.
Er is een fatale fout opgetreden.
Noteer de getoonde foutcode en de toestand, en contacteer de fabrikant
voor advies.
De transmitter kan de aanwezigheid van de sensor niet detecteren.
Sensor fout aangesloten of storing.
Controleer aansluitingen tussen gekeurde sensor en transmitter.
Indien de verbindingen correct zijn, maar de melding houdt aan, moet u de
gekeurde sensor vervangen.
Er kan gas aanwezig zijn, garandeer dat er geen doelgas in de atmosfeer
aanwezig is.
Achtergrondgassen of andere vluchtige organische gassen die aanwezig zijn,
bijv. solventen, kunnen de werking van de gekeurde sensor beïnvloeden.
Stel het systeemnulpunt bij.
(calibration menu => Gas calibrate).
Stel de instelling bereikconcentratie van het systeem in.
(calibration menu => Gas calibrate).
Stel de instelling bereikconcentratie van het systeem in.
(calibration menu => Gas calibrate).
Ga na of de gastoevoer van de gekeurde sensor niet wordt verhinderd.
Controleer of het sinterfilter en elk ander geplaatst filter niet worden geblokkeerd.
Vervang de cartridge.
(Configuration Menu => Change Cartridge).
79
Apex