MAN0604_Issue 09_02-2013
2110M8030
(4)
Bevestig de veldbekabeling en sluit ze aan.
Zie de volgende tabellen en tekeningen voor de aansluitdetails. Gebruik of:
een buis - gebruik makend van een van de, of beide¾ NPT-buisingangen. Zorg dat een
buisdichtingsfitting is geïnstalleerd binnen 18" van de behuizing op alle buiskringen.
een kabel - gebruik makend van een geschikt brandbestendig kabelinvoerapparaat dat is
gecertificeerd volgens richtlijn 94/9/EC (ATEX).
Opmerkingen:
1.
Alle ongebruikte kabel-/buisingangen moeten worden afgedicht met een gecertificeerde
afdichtplug (één plug is bevestigd bijgeleverd).
2.
Voor een multisensorsysteem dat gebruik maakt van een netwerklus worden zowel de kabel-
als buisingangen gebruikt, waarbij de lusverbindingen langs de ene binnenkomen en langs
de andere vertrekken. Verwijder de geplaatste gekeurde dichtingsplug uit de tweede kabel-/
buisingang.
3.2.2 De gekeurde sensor bevestigen
(1)
Bevestig de gekeurde sensor op de gekeurde aansluitdoos.
Steek de sensoraansluitkabel door het sensorbevestigingspunt en schroef de sensor dan
volledig in het sensorbevestigingspunt tot hij stevig op zijn plaats zit.
(2)
Sluit de sensorbedrading aan.
Zie de volgende tekening en tabel voor de aansluitdetails.
3. InsTALLATIE
Basis gekeurde
Certified Junction
aansluitdoos
Box base
Montagepunt
gekeurde sensor
Certified Sensor
mounting point
Gekeurde sensor
Certified Sensor
34
Apex