MAN0604_Issue 09_02-2013
2110M8030
4.4.2 Configuration Menu (menu configuratie)
Configuration Menu
Change Cartridge
Configure 4-20mA
Configure Relays
Configure Alarms
Configure Digital
Select Language
Configure Backlight
Opmerking: De Configure Backlight -optie is niet beschikbaar voor CSA-gekeurde transmitters.
Het Configuration Menu (configuratiemenu) wijzigt de instellingen voor de transmitter, bijv.
alarmwerking, en configureert tevens de werking van de gekeurde sensor, bijv. bij het vervangen van
de gascartridge van de gekeurde sensor.
Dit menu wordt beschermd met een Level 2-wachtwoord.
Cartridge vervangen
!
Change cartridges using the procedure described below.
Vervang de cartridges volgens onderstaande procedure.
Failure to correctly follow this procedure could result in the
Niet-naleving van deze procedure kan ertoe leiden dat de
wrong cartridge being installed, and possibly non-detection
foute cartridge wordt geplaatst en er mogelijk geen detectie
of events. Alternatively, extraneous alarms could be
plaatsvindt. Ook kunnen irrelevante signalen worden
triggered by chemicals detected but not of concern at a
getriggerd door chemicaliën die worden gedetecteerd maar
particular location.
op een bepaalde locatie niet van belang zijn.
Sensorcartridges kunnen corrosieve oplossingen bevatten.
Sensor Cartridges may contain corrosive solutions.
Wegwerpen conform lokale en nationale voorschriften.
Dispose of according to local and national regulations.
Met dit menu-item kunt u de gascartridge van de gekeurde sensor vervangen onder gecontroleerde
omstandigheden zonder fouten of alarmen te veroorzaken. Het proces detecteert de aanwezigheid
of afwezigheid van de cartridge.
Indien een nieuw cartridgetype wordt geplaatst, worden de standaard alarmdrempels in de
transmitter geladen.
Opmerking: Indien de nieuwe cartridge ten opzichte van de oude andere parameters heeft, zullen
deze worden getoond aan de operator ter controle.
Indien een nieuwe cartridge van hetzelfde type als voorheen wordt geplaatst, worden de
geconfigureerde alarmdrempels van de transmitter geladen in de actuele parameters van de nieuwe
cartridge.
Opgelet:
Dit werkt slechts indien het Lowest Allowable Alarm Level (LAL) van de nieuwe
cartridge lager is dan de voor de transmitter ingestelde alarmdrempel. Indien dit
niet zo is, doet er zich een kritieke fout voor.
Dit menu gebruikt procedures uit Hoofdstuk 5 waar details worden gegeven over hoe een cartridge
fysiek moet worden vervangen.
4. WERkInG
Configuration Menu (menu configuratie)
WAARscHuWInGEn
WARNINGS
63
Apex