MAN0604_Issue 09_02-2013
2110M8030
Lees deze handleiding zorgvuldig en zorg dat u ze begrijpt VOORDAT u de apparatuur installeert en
in gebruik neemt. Besteed bijzondere aandacht aan de Veiligheidswaarschuwingen.
1. Deze gasdetectorapparatuur is gecertificeerd en bedoeld voor gebruik in potentieel
gevaarlijke omgevingen. Installeer en gebruik de apparatuur overeenkomstig de huidige
lokale en nationale reglementeringen.
2. Raadpleeg de controletekeningen in dit document wanneer u de gecertificeerde onderdelen
installeert.
3. Alle gebruikers van dit apparaat dienen grondig vertrouwd te zijn met de actie die moet
worden ondernomen indien de gasconcentratie een alarmniveau overschrijdt.
4. De constructie van de eenheid mag niet worden gewijzigd omdat het instrument dan
mogelijk niet meer aan de veiligheidsvoorschriften voldoet.
5. Dit apparaat is niet geschikt voor gebruik in een met zuurstof verrijkte atmosfeer (>21%V/V). In
een zuurstofarme atmosfeer (10% V/V) kunnen sommige sensorsignalen worden onderdrukt.
6. De apparatuur is enkel bedoeld voor gebruik in omgevingen met atmosferische druk en mag
niet worden gebruikt bij drukken hoger dan 1,1 bar.
Enkel transmitter
1. DE InGAnGsspAnnInG mAG HET OpGEGEVEn mAxImum (32 VDc) nIET
OVERscHRIjDEn OmDAT EssEnTIëLE VEILIGHEIDsVEREIsTEn DAn TEnIET kunnEn
WORDEn GEDAAn En DE EEnHEID pERmAnEnT kAn WORDEn bEscHADIGD.
2. Alarmen mogen enkel worden gereset nadat is bevestigd dat er geengassen aanwezig zijn.
3. Gevaarlijke spanningen kunnen aanliggen over de alarmcontacten. Zorg ervoor dat de
stroom is uitgeschakeld vooraleer contacten te onderhouden.
4. Gasgebeurtenissen die voorkomen wanneer u de transmittermenu's heeft geopend zullen
lokaal niet worden gerapporteerd.
5. Uitlezingen buiten het bereik voor brandbaar gas kunnen wijzen op een explosieve
concentratie gas.
Enkel gekeurde sensor
1. Wanneer geïnstalleerd om brandbaar gas te meten is het van essentieel belang dat of de
transmitter of het controlenetwerk is geconfigureerd om bij een conditie "buiten bereik" te
vergrendelen. Wanneer de lokale relais van de transmitter worden gebruikt moet dit worden
gerealiseerd door de vergrendelingsfunctie "buiten bereik" van de transmitter te activeren.
Een zuurstoftekort als gevolg van een verplaatsing door brandbaar gas kan ertoe leiden dat
de gasuitlezing terugvalt naar nul.
2. Vervang de gascartridges met behulp van de procedure beschreven in deze handleiding.
Het niet naleven van deze procedure kan ertoe leiden dat de foute cartridge wordt geplaatst
en gebeurtenissen mogelijk niet worden gedetecteerd. Ook kunnen irrelevante signalen
worden getriggerd door chemicaliën die worden gedetecteerd maar op een bepaalde locatie
niet van belang zijn.
3. Sensorcartridges kunnen corrosieve oplossingen bevatten. Neem bij het weggooien van
apparatuur altijd de geldende lokale en nationale voorschiften voor afvalverwijdering in acht.
4. Aangezien sommige gassen gevaarlijk kunnen zijn, moeten tijdens gebruik de uitlaten van
accessoires enz., bv. van het stroomhuis, worden afgevoerd naar een veilige omgeving.
VEILIGHEID
WAARscHuWInGEn
2
Apex