Pagina 1
Technische handleiding MAN0604_Issue 09_02-2013 Apex 2110M8030 Apex...
Pagina 2
MAN0604_Issue 09_02-2013 Apex 2110M8030 VEILIGHEID Lees deze handleiding zorgvuldig en zorg dat u ze begrijpt VOORDAT u de apparatuur installeert en in gebruik neemt. Besteed bijzondere aandacht aan de Veiligheidswaarschuwingen. WAARscHuWInGEn 1. Deze gasdetectorapparatuur is gecertificeerd en bedoeld voor gebruik in potentieel gevaarlijke omgevingen. Installeer en gebruik de apparatuur overeenkomstig de huidige lokale en nationale reglementeringen.
Pagina 3
6. Zorg dat wanneer u signalen forceert op de uitgang van de transmitter dat u de effecten ervan op het netwerk en de controller begrijpt. 7. Zorg ervoor dat het vlampad van de Apex-transmitter of -aansluitdoos niet wordt beschadigd bij demontageprocedures. Het vlampad wordt gevormd door de parende oppervlakken van het bovenstuk en de basis van de eenheid.
Pagina 7
MAN0604_Issue 09_02-2013 Apex 2110M8030...
Pagina 8
MAN0604_Issue 09_02-2013 Apex 2110M8030 1. InLEIDInG Apex is een gasdetectiesysteem dat bestaat uit een transmitter, een gekeurde gassensor en een set accessoires. De transmitter, de gekeurde sensor en de gekeurde aansluitdoos zijn alle gecertificeerd voor gebruik in potentieel gevaarlijke omgevingen en zijn beschermd tegen intredend water en stof tot IP67. Typische werkomgevingen zijn olie- en gasdistributie, petroleumwinning en chemische productie.
Pagina 9
® LonWorks , Echelon , Neuron , en LonTalk zijn geregistreerde handelsmerken van Echelon ® ® ® ® Corporation. Als meer informatie vereist is die buiten het bereik van deze technische handleiding valt, neem dan contact op met Honeywell Analytics.
Pagina 10
• Accessoires Zie hoofdstuk 3 voor installatie-informatie. Zie ook tekening 2110C8049 schets afmetingen gekeurde transmitter, sensor & accessoires (op verzoek verkrijgbaar bij Honeywell Analytics). TRAnsmITTER De transmitter biedt een bevestigingspunt voor een gekeurde sensor en bevat alle elektronica betreffende het gasdetectiesysteem. Hij heeft een lcd-scherm dat het menusysteem van de controlesoftware weergeeft, en een reeks knoppen die een operator/gebruiker toelaten te interageren met het systeem door de menu's te openen en te reageren op weergegeven berichten.
Pagina 12
De gekeurde sensor bestaat uit het sensorhuis, een van de vier types verwisselbare gascartridges en de elektronica om de gassensorgegegevens uit te voeren naar de Apex-transmitter. De gekeurde sensor kan worden uitgerust met eender welk van een reeks accessoires, waarvan de meeste de plaats innemen van de sensorkap (zie 2.3).
Pagina 13
MAN0604_Issue 09_02-2013 Apex 2110M8030 2. OVERzIcHT Dop of accessoire Afdichting of optioneel filter Sensorbehuizing Certificatielabel Cartridge Sensorkabel Alle gascartridges hebben dezelfde grootte, behalve de zuurstofcartridge die groter is dan de rest. Om plaats te bieden aan zijn extra lengte wordt een zuurstoftransductoradapter, meegeleverd met de cartridge, gemonteerd op de bajonetbevestiging van de sensor.
Pagina 14
MAN0604_Issue 09_02-2013 Apex 2110M8030 2. OVERzIcHT 2.3 AccEssOIREs De Apex-accessoires bieden optionele uitrusting die bijvoorbeeld de gekeurde sensor kan beschermen in extreme buitenomgevingen en kan assisteren in de gascontrole. Alle sensoraccessoires kunnen gemakkelijk worden bevestigd. De volgende accessoires zijn verkrijgbaar: •...
Pagina 16
MAN0604_Issue 09_02-2013 Apex 2110M8030 2. OVERzIcHT 2.3.2 Verzamelkegel Opgelet: Dit accessoire mag niet worden gebruikt voor kalibratiedoeleinden. Onderdeelnummer: 2110B2151 160mm De verzamelkegel is alleen voor gebruik wanneer gassen die lichter zijn dan lucht worden gecontroleerd. De vorm is ontworpen om: •...
Pagina 17
MAN0604_Issue 09_02-2013 Apex 2110M8030 2. OVERzIcHT 2.3.3 stroomhuis Onderdeelnummer: 2110B2140 43mm 53mm Het stroomhuishulpstuk biedt een manier om gas aan te brengen op de sensor voor kalibratie en tests (zie paragraaf 4.7 voor details). Het kan ook worden gebruikt in bemonsteringsystemen waarbij een gasmonster door de leiding naar de sensor wordt gezogen.
Pagina 18
MAN0604_Issue 09_02-2013 Apex 2110M8030 2. OVERzIcHT 2.3.4 Weerbescherming Opgelet: Dit accessoire mag niet worden gebruikt voor kalibratiedoeleinden. Dit accessoire is niet aanbevolen voor gebruik in condities met stilstaande lucht. Onderdeelnummer: 2110B2150 53mm Het accessoire weerbescherming beschermt de sensor bij afspuiten / reinigen en bij extreme weersomstandigheden (bv.
Pagina 19
MAN0604_Issue 09_02-2013 Apex 2110M8030 2. OVERzIcHT 2.3.5 zonnekap Onderdeelnummer: 2110B2152 115mm De zonnekap voorkomt overmatige opwarming van de sensor door direct zonlicht. Conform met csA c22.2 nr. 152 indien aangebracht op de gekeurde sensor voorzien van specifieke cartridges. Zie specificaties voor details. De zonnekap wordt op de sensorbehuizing bevestigd met een klem.
Pagina 20
Apex 2110M8030 3. InsTALLATIE De Apex-systeemcomponenten kunnen samen worden gebruikt op een aantal verschillende manieren voor verschillende installatievereisten in een gevaarlijke omgeving. Raadpleeg ook de controletekeningen in Appendix b voor de installatie van gekeurde onderdelen. De volgende types systeeminstallaties zijn typische voorbeeldenvan installaties die kunnen worden gerealiseerd: •...
Pagina 21
MAN0604_Issue 09_02-2013 Apex 2110M8030 3. InsTALLATIE Zie ook tekening 2110C8049 schets afmetingen gekeurde transmitter, sensor & accessoires (op verzoek verkrijgbaar bij Honeywell Analytics). Algemene installatierichtlijnen Besteed voordat u met installeren begint aandacht aan de volgende algemene punten. • Lees voordat u met een installatieprocedure begint eerst alle instructies. • Zoek een geschikte plek met een vlak oppervlak waar u de Apex-transmitter / gekeurde aansluitdoos kunt monteren. • Identificeer de externe kabelvereisten en de nodige kabel-/buisingangen die zullen worden gebruikt op de Apex-transmitter / de gekeurde aansluitdoos.
Pagina 22
De 24 V voeding dient vrij te zijn van grote spanningsstoten en –schommelingen. Het type kabel gebruikt voor veldbekabeling tussen de Apex-transmitter en de controleapparatuur, en tussen de Apex-transmitter en de Apex-sensor indien die op afstand is gemonteerd, moet worden gekozen in functie van de vereisten betreffende milieu en gevaarlijke omgevingen. De kabelinterne constructie moet van het type zijn met afscherming, met meerdere kernen en draden.
Pagina 23
Voorzichtig: Neem de voorzorgsmaatregelen in acht voor het omgaan met apparatuur die gevoelig is voor elektrostatische ontladingen. Zorg dat het vlampad van de Apex-transmitter niet wordt beschadigd tijdens de procedure. Het vlampad wordt gevormd door de parende oppervlakken van het bovenstuk en de basis van de Apex-transmitter (zie tekening). Schakel alle stroombronnen naar de eenheid uit en zorg dat ze tijdens deze procedure UIT blijven.
Pagina 24
MAN0604_Issue 09_02-2013 Apex 2110M8030 3. InsTALLATIE Kabel - gebruik makend van een geschikt brandbestendig kabelinvoerapparaat dat is gecertificeerd volgens richtlijn 94/9/EC (ATEX). Opmerking: Alle ongebruikte kabel-/buisingangen moeten worden afgedicht met een geschikte, gecertificeerde afdichtplug (één plug is bijgeleverd). Typische aansluitingen op de transmitter zijn de volgende (met alle kabels afgeschermd): Enkele kabel-/buisingang Voeding 4-20mA Digitale comm. Relais...
Pagina 25
MAN0604_Issue 09_02-2013 Apex 2110M8030 3. InsTALLATIE 3.1.2 De gekeurde sensor bevestigen Bevestig de gekeurde sensor op de transmitter. Basis transmitter Transmitter Unit base Montagepunt Certified Sensor gekeurde sensor mounting point Gekeurde Certified Sensor sensor Steek de sensorkabel door het montagepunt voor de gekeurde sensor in de voorkant van de transmitterbehuizing.
Pagina 26
MAN0604_Issue 09_02-2013 Apex 2110M8030 3. InsTALLATIE Aarding Ground Aarding Ground Scherm (3) Configureer de transmitter indien vereist. Maak de link-aansluitingen op de interconnect-PCB voor de vereiste relaiscontactinstellingen en 4-20 mA-topologie. Zie 3.1.4. Herbevestig het bovenstuk op de basis. Voorzichtig: Controleer voordat u het bovenstuk bevestigt eerst nog dat er geen vocht in de eenheid aanwezig is. Gebruik alleen de voorziene bouten, vervangen door andere bouten is een inbreuk op het keuringscertificaat.
Pagina 27
MAN0604_Issue 09_02-2013 Apex 2110M8030 3. InsTALLATIE 3.1.3 De gassensorcartridge installeren Verwijder de dop van de behuizing van de gekeurde sensor. Draai de dop of het accessoire een kwartslag in tegenwijzerzin om de bajonetfitting los te maken. Plaats de gassensorcartridge in de behuizing van de sensor. Sensorbehuizing {0><}100{>Sensor-<0} {0><}0{>behuizing<0} Cartridge geplaatst op {0><}100{>Cartridge<0} {0><}0{>bevestigd<0} {0><}98{>aan<0} {0><}0{>sensor-<0}...
Pagina 28
MAN0604_Issue 09_02-2013 Apex 2110M8030 3. InsTALLATIE Opgelet: Forceer de cartridge niet, dit kan de pennen van de aansluitpluggen beschadigen. Draaien en duwen kan de pennen buigen en de cartridge buiten werking stellen. Plug Bus (2 stuks) Plug Socket (2 off)
Pagina 29
MAN0604_Issue 09_02-2013 Apex 2110M8030 3. InsTALLATIE 3.1.4 Configuratie transmitter Opgelet: Vervang noch de relais noch de 4-20mA-linkaansluiting terwijl de eenheid ingeschakeld is. Fault Alarm Alarm J1 J2 J3 Hieronder worden de opties voor het configureren van de eenheid beschreven. Relais De links J1, J2 en J3 stellen de contactwerking in voor de relais Fout, Alarm 1 en Alarm 2, respectievelijk.
Pagina 30
MAN0604_Issue 09_02-2013 Apex 2110M8030 3. InsTALLATIE 4-20 mA-lus De samenvattingstabel en de volgende tekeningen geeft een overzicht van de verbindingen en aansluitingen voor de 4-20 mA-lus. Link 4 - 20 mA-lustopologie klem Geïsoleerd source sink 4 - 20mA - 4 - 20mA -...
Pagina 31
MAN0604_Issue 09_02-2013 Apex 2110M8030 3. InsTALLATIE Huidige Sink-modus (3-draads) 4 - 20mA + +24V dc Huidige Source-modus (3-draads) 4 - 20mA - +24V dc...
Pagina 32
3. InsTALLATIE 3.2 GEkEuRDE AAnsLuITDOOs En GEkEuRDE sEnsOR Deze installatie bestaat uit een gekeurde aansluitdoos (accessoire) met de gekeurde sensor lokaal gemonteerd op de aansluitdoos, samen met de veldbekabeling. Apex-transmitter met gekeurde sensor gemonteerd in gekeurde aansluitdoos (installatietype voor Noord-Amerika)
Pagina 33
MAN0604_Issue 09_02-2013 Apex 2110M8030 3. InsTALLATIE 3.2.1 De gekeurde aansluitdoos installeren Opgelet: Zorg dat het vlampad van de gekeurde aansluitdoos niet wordt beschadigd tijdens deze procedure. Het vlampad wordt gevormd door de parende oppervlakken van het bovenstuk en de basis van de gekeurde aansluitdoos (zie tekeningen).
Pagina 34
MAN0604_Issue 09_02-2013 Apex 2110M8030 3. InsTALLATIE Bevestig de veldbekabeling en sluit ze aan. Zie de volgende tabellen en tekeningen voor de aansluitdetails. Gebruik of: een buis - gebruik makend van een van de, of beide¾ NPT-buisingangen. Zorg dat een buisdichtingsfitting is geïnstalleerd binnen 18" van de behuizing op alle buiskringen.
Pagina 35
MAN0604_Issue 09_02-2013 Apex 2110M8030 3. InsTALLATIE nummer aansluitklem Functie kleur CAN_L CAN_H Groen of blauw Rood Zwart Niet gebruikt Scherm * Scherm * Aarding Groen/geel * Sluit enkel kabelschermen aan op deze terminals wanneer ze zijn geïsoleerd aan het andere uiteinde.
Pagina 36
MAN0604_Issue 09_02-2013 Apex 2110M8030 3. InsTALLATIE Stel de link op de interconnect-PCB in voor het gewenste CAN-netwerk. Zie 3.2.4. Herbevestig het bovenstuk op de behuizing van de gekeurde aansluitdoos. Voorzichtig: Zorg dat er geen vocht aanwezig is in de gekeurde aansluitdoos vooraleer het deksel te plaatsen. Gebruik alleen de voorziene bouten, vervangen door andere bouten is een inbreuk op het keuringscertificaat.
Pagina 37
MAN0604_Issue 09_02-2013 Apex 2110M8030 3. InsTALLATIE Opgelet: Aleen cartridges met volgende onderdeelnummers kunnen worden aangebracht op de gekeurde sensor: 2110B30x0, 31x0, 32x0, 33x0, 34x0, 35x0 series 2110B3700 - 2110B3999 bereik Opmerking: Voor installaties op afstand van CSA-gecertificeerde sensoren mogen GEEN ontvlambare cartridges in het bereik van de onderdeelnummers 2110B3700 tot 2110B3799 WORDEN GEPLAATST.
Pagina 38
Deze stekkers komen overeen met bestaande connectoren op de hoofd-PCB die is aangebracht in het deksel van de Apex-transmitter. Eenmaal de kaart is geplaatst is elke vereiste externe LonWorks-netwerkbekabeling aangesloten.
Pagina 39
Neem de voorzorgsmaatregelen in acht voor het omgaan met apparatuur die gevoelig is voor elektrostatische ontladingen. Zorg dat het vlampad van de Apex-transmitter niet wordt beschadigd tijdens de procedure. Het vlampad wordt gevormd door de parende oppervlakken van het bovenstuk en de basis van de Apex-transmitter (zie tekening).
Pagina 40
(2 stuks) (2 off) Verwijder het PCB-schot uit het bovenstuk van de transmitter. Zet de twee PCB-schotbevestigingsschroeven los en verwijder ze. Koppel de plug en connector van de aansluitdraad los die de geïntegreerde hoofd-PCB met het bovenstuk verbinden. Schuif de geïntegreerde hoofd-PCB uit het bovenstuk van de Apex-transmitter.
Pagina 41
MAN0604_Issue 09_02-2013 Apex 2110M8030 3. InsTALLATIE 3.3.3 De LonWorks-communicatiekaart bevestigen op de hoofd-PCB Hoofdprintkaart Main PCB (main PCB) Aansluitdraad Flying lead Geïntegreerde Main PCB hoofdprintkaart Potted assembly (main PCB) Plaats de geïntegreerde hoofd-PCB op een vlak oppervlak met de aansluitkabel en -plug naar boven. Druk de aansluitkabel opzij zodat u vrije toegang hebt tot de hoofd-PCB.
Pagina 42
MAN0604_Issue 09_02-2013 Apex 2110M8030 3. InsTALLATIE Steek de plug van de aansluitdraad terug in de connector zodat de hoofd-PCB terug met het bovenstuk is verbonden. 3.3.4 Het hoofd-PCB-geheel terugplaatsen in het bovenstuk Plaats de geïntegreerde hoofd-PCB met de communicatiekaart geplaatst terug in het bovenstuk. Keer de procedure voor het verwijderen om. Het geheel moet zo worden bevestigd dat de communicatiekaart zich aan dezelfde kant bevindt als het lcd-scherm, met de lintkabel bovenaan.
Pagina 43
MAN0604_Issue 09_02-2013 Apex 2110M8030 3. InsTALLATIE Terminal nummer Functie min. lengte van de kabel van ingangspunt NET1 60 mm (Comms NET2 60 mm & voeding) Aarding 60 mm Opmerking: Er zijn drie terminalblokken voorzien, twee willekeurige kunnen worden gebruikt. 3.3.6 Herplaatsen van het bovenstuk van de transmitter Ondersteun het bovenstuk.
Pagina 44
Na installatie van de communicatiekaart en het aansluiten van het communicatienetwerk is het nodig te controleren of de Apex-transmitter, de gekeurde sensor en de communicatiekaart correct samenwerken. De apparatuur die nu werkt als een knooppunt (node) moet ook worden verbonden met het communicatienetwerk.
Pagina 45
MAN0604_Issue 09_02-2013 Apex 2110M8030 3. InsTALLATIE Selecteer (markeer) de optie Configuration Menu (configuratiemenu). Gebruik de toetsen omhoog/omlaag. Druk op de toets OK. Voer het huidige Level 2 wachtwoord in. Het Configuration Menu (configuratiemenu) verschijnt. Configuration Menu Change Cartridge Configure 4-20mA Configure Relays Configure Alarms...
Pagina 46
MAN0604_Issue 09_02-2013 Apex 2110M8030 3. InsTALLATIE Sensorbehuizing Sensor body Sensordop Sensor Draai de dop een kwartslag in tegenwijzerzin om de bajonetfitting los te maken. Trek vervolgens de dop of het accessoire weg. (2) Verwijder de rubberen dichting of de filter van de sensordop. Aanslag beugel Lug location Rubberen Rubber seal afdichting Filter Filter De rubberen dichting of de filter wordt op haar/zijn plaats gehouden in de dop door 3 lipuitsteeksels. Maak de filter voorzichtig vrij uit de lipbevestigingspunten in de dop of het accessoire. Enkel voor de verzamelkegel; bevestig de kegel op de meegeleverde behuizing.
Pagina 47
MAN0604_Issue 09_02-2013 Apex 2110M8030 3. InsTALLATIE Gekeurde Certified sensor Sensor Stroomhuis Flow Housing 3.4.2 zonnekap De zonnekap kan worden gebruikt samen met andere accessoires uit de reeks, zoals het stroomhuis, de weerbescherming en de verzamelkegel, maar ze moet worden bevestigd voor de andere accessoires worden aangebracht of nadat die werden verwijderd.
Pagina 48
MAN0604_Issue 09_02-2013 Apex 2110M8030 3. InsTALLATIE Klem gat Clamp left-hand linksonder hole Klem gat Clamp Zelftappende Self-tapping rechtsonder right-hand schroef screw hole Schroef de schroef volledig in het rechtergat van de klem tot de zonneklep goed vast staat op de behuizing van de gekeurde sensor.
Pagina 49
MAN0604_Issue 09_02-2013 Apex 2110M8030 4. WERkInG Het Apex-gasmetingsysteem wordt bediend vanaf de transmitter, via een menusysteem dat wordt weergegeven op een lcd-scherm, en via een reeks bedieningsknoppen. Dit hoofdstuk geeft bedrijfsinformatie over het volgende: • Display en bedieningsknoppen • Opstarten • Wachtwoorden •...
Pagina 50
MAN0604_Issue 09_02-2013 Apex 2110M8030 4. WERkInG 4.1.1 Lcd-scherm Het scherm toont een grafische gebruikersinterface die tijdens normale werking informatie over de gasuitlezing weergeeft. Hij geeft ook informatie over het systeem door aan de gebruiker, via een met wachtwoorden beveiligd hiërarchisch menusysteem, samen met systeemfout- en systeeminformatieberichten. Opgelet: Gasgebeurtenissen worden lokaal niet gerapporteerd als deze zich voordoen terwijl de menu's worden bediend.
Pagina 51
MAN0604_Issue 09_02-2013 Apex 2110M8030 4. WERkInG 4.2 OpsTARTEn Schakel de voeding van de Apex-transmitter in. Met een correct geïnstalleerde gekeurde sensor verschijnt achtereenvolgens de volgende informatie op het lcd-scherm: HONEYWELL ANALYTICS INITIALISING CONNECTING 100 ppm De transmitter wacht eerst tot de gekeurde sensor is gestabiliseerd; de 4-20mA-uitgang is gedurende deze periode geblokkeerd (2mA).
Pagina 52
MAN0604_Issue 09_02-2013 Apex 2110M8030 4. WERkInG Het wachtwoord voor niveau 1 biedt een systeemoperator bv. toegang tot dagdagelijkse systeemoperaties, bv. resetten van de alarmen, controleren van het aantal uren tot de volgende sensorkalibratie, enz. Het wachtwoord voor niveau 2 zou kunnen worden toegewezen aan een technicus die moeilijkere operaties moet uitvoeren zoals het kalibreren van een gekeurde sensor.
Pagina 53
MAN0604_Issue 09_02-2013 Apex 2110M8030 4. WERkInG Navigeer naar de optie change passwords menu. (omhoog/omlaag). Gebruik de toetsen Druk op Ok. Voer het huidige Level 3 wachtwoord in. Gebruik de knoppen op het frontpaneel. Wanneer u de wachtwoorden voor de eerste keer instelt na levering of na een wachtwoord-reset, voer dan het standaard wachtwoord in door (ok, omhoog, omlaagen omlaag).
Pagina 54
MAN0604_Issue 09_02-2013 Apex 2110M8030 4. WERkInG Voer het nieuwe wachtwoord in. Het volgende scherm wordt getoond: Level 1 Password ReEnter New Password (10) Voer het nieuwe wachtwoord in. Het volgende scherm wordt getoond: Level 1 Password Success! OK:Continue (11) Druk op Ok.
Pagina 55
MAN0604_Issue 09_02-2013 Apex 2110M8030 4. WERkInG Het main menu (hoofdmenu) verschijnt. Main Menu Calibration Menu Configuration Menu Display Menu History Log Menu Change Passwords Menu Reset Passwords Blader naar de optie Reset passwords (wachtwoorden terugstellen). Gebruik de toetsen omhoog/omlaag. Druk op Ok.
Pagina 56
MAN0604_Issue 09_02-2013 Apex 2110M8030 4. WERkInG Calibration Menu Gas Calibrate Gas Challenge 4-20 mA Set Zero Force 4-20mA Force Relays Force Digital Configuration Menu Change Cartridge Configure 4-20mA Configure Relays Configure Alarms Configure Digital Select Language Main Menu Display Menu...
Pagina 57
MAN0604_Issue 09_02-2013 Apex 2110M8030 4. WERkInG 4.4.1 calibration menu (kalibratiemenu) Opgelet: De kalibratieprocedure moet alleen worden uitgevoerd door gekwalificeerd personeel. Opgelet: Indien "Yes" (ja) is geselecteerd voor de optie "Span Calibrate?" (bereikkalibratie), moet de bereikkalibratie succesvol zijn voltooid. Indien dit niet zo is kan het toestel een fout "Calibration Needed" (kalibratie vereist) aangeven.
Pagina 58
MAN0604_Issue 09_02-2013 Apex 2110M8030 4. WERkInG Gaskalibratie calibration menu (kalibratiemenu) Deze optie kalibreert het "zero gas"-punt (geen gas) en het bereikinstelpunt van de gekeurde sensor (zie 4.7 voor details over hoe deze procedure uit te voeren) Gas Calibrate Span Calibration screen Zero Calibration screen Set Span Use up/ Concentration down (ppm) buttons Zero Gas...
Pagina 59
MAN0604_Issue 09_02-2013 Apex 2110M8030 4. WERkInG Gas Challenge (gasuitgdaging) calibration menu (kalibratiemenu) Voorzichtig: Zorg dat de omgeving rond de sensor vrij is van gassen vooraleer de Gas Challenge modus te verlaten. Na het verlaten van de modus gasuitdaging zullen alle outputs terugkeren naar hun actieve statussen (van de status "geblokkeerd").
Pagina 60
MAN0604_Issue 09_02-2013 Apex 2110M8030 4. WERkInG 4-20mA nulinstelling calibration menu (kalibratiemenu) Deze optie laat toe het nulpunt in het 4-20mA Set Zero 4-20 mA-signaal in te stellen tussen 3,5 en 4,5 mA. De standaardinstelling is 4,0 mA. De offset is van toepassing op...
Pagina 61
MAN0604_Issue 09_02-2013 Apex 2110M8030 4. WERkInG Force Relays (relais forceren) calibration menu (kalibratiemenu) Opgelet: Zorg dat wanneer u een relaisrespons forceert dat u begrijpt wat de effecten daarvan zijn op het netwerk en de controller, bv. alarmactivering, enz. Dit biedt een manier om de werking van de relais van de transmitter te testen door ze om beurten te forceren te worden geactiveerd/gedeactiveerd.
Pagina 62
MAN0604_Issue 09_02-2013 Apex 2110M8030 4. WERkInG Force Digital calibration menu (kalibratiemenu) Opgelet: Zorg dat wanneer u een signaal forceert op de digitale uitgang dat u begrijpt wat de effecten daarvan zijn op het netwerk en de controller, bv. alarmactivering, enz.
Pagina 63
MAN0604_Issue 09_02-2013 Apex 2110M8030 4. WERkInG 4.4.2 Configuration Menu (menu configuratie) Configuration Menu Change Cartridge Configure 4-20mA Configure Relays Configure Alarms Configure Digital Select Language Configure Backlight Opmerking: De Configure Backlight -optie is niet beschikbaar voor CSA-gekeurde transmitters. Het Configuration Menu (configuratiemenu) wijzigt de instellingen voor de transmitter, bijv. alarmwerking, en configureert tevens de werking van de gekeurde sensor, bijv. bij het vervangen van de gascartridge van de gekeurde sensor. Dit menu wordt beschermd met een Level 2-wachtwoord.
Pagina 64
MAN0604_Issue 09_02-2013 Apex 2110M8030 4. WERkInG Change Cartridge Change Cartridge screen Follow cartridge change Change instructions cartridge See Section 5 Checking Success? Fault diagnosis Calibration Menu 4-20 mA configureren Configuration Menu (menu configuratie) Hiermee kunt u de waarden voor de instellingen van de 4-20mA signaaloutput instellen. Er zijn 3...
Pagina 65
MAN0604_Issue 09_02-2013 Apex 2110M8030 4. WERkInG Configure 4-20mA Configure 4-20mA screen Use up/down buttons to choose setting from: Select setting Inhibit to change Warning Overrange Use up/down Select value buttons Select another setting? Calibration Menu...
Pagina 66
MAN0604_Issue 09_02-2013 Apex 2110M8030 4. WERkInG Relais configureren Configuration Menu (menu configuratie) Met deze optie kunt u de 3 relais van de transmitter instellen voor de huidige installatie. Vergrendelde relais worden vrijgemaakt via Display Menu => Reset Alarms, Faults-optie of door het in- en uitschakelen van de stroom. Configure Relays...
Pagina 67
MAN0604_Issue 09_02-2013 Apex 2110M8030 4. WERkInG Configuratievoorbeeld foutrelais Vereiste: Normaal afgevallen, Niet-vergrendeld bij normaal gesloten contact. Toepassing: Gebruik de menu-optie Configure Relays om de werkingsvereiste van de Fout- relais in te stellen. Plaats de draadbrug op de j1 -verbinding om de contactwerking als volgt in te...
Pagina 68
MAN0604_Issue 09_02-2013 Apex 2110M8030 4. WERkInG Alarmen instellen Configuration Menu (menu configuratie) Opgelet: Alarm 2-waarde kan worden ingesteld onder Alarm 1-waarde. Indien geïnstalleerd om brandbaar gas te meten, is het van WARNINGS essentieel belang dat of de transmitter of het controlenetwerk Change cartridges using the procedure described below. is geconfigureerd om bij een overrangetoestand te vergrendelen. Indien de lokale relais van de transmitter worden Failure to correctly follow this procedure could result in the...
Pagina 69
MAN0604_Issue 09_02-2013 Apex 2110M8030 4. WERkInG Digitaal configureren Configuration Menu (menu configuratie) Dit menu-item toont een scherm dat informatie rapporteert over digitale communicatie indien een digitale communicatiekaart is aangebracht op de transmitter, bijv. LonWorks. Een voorbeeld van een typisch scherm: Configure Digital Network Type:...
Pagina 70
MAN0604_Issue 09_02-2013 Apex 2110M8030 4. WERkInG Taal selecteren Configuration Menu (menu configuratie) Hiermee kunt u de taal waarin de tekst op de lcd verschijnt aanpassen. Select Language Select language screen Choose Use up/down language from buttons list Configuration Menu Achtergrondverlichting configureren Configuration Menu (menu configuratie) Met deze optie kunt u de achtergrondverlichting van de lcd in- of uitschakelen.
Pagina 71
MAN0604_Issue 09_02-2013 Apex 2110M8030 4. WERkInG 4.4.3 Display menu (menu display) Display Menu Reset Alarms, Faults Calibration Info Current Config Het menu Display (menu display)geeft de huidige instellingen voor de transmitter en de gekeurde sensor, bijv. informatie over de kalibratie- en configuratie-instelling. Dit menu wordt beschermd met een Level 1-wachtwoord.
Pagina 72
MAN0604_Issue 09_02-2013 Apex 2110M8030 4. WERkInG Kalibratie-informatie Display menu (menu display) Deze optie toont een scherm dat informatie over de kalibratie van de transmitter en gekeurde sensor rapporteert. Een voorbeeld van een typisch scherm: Calibration Info Last Calib: Next Calib:...
Pagina 73
MAN0604_Issue 09_02-2013 Apex 2110M8030 4. WERkInG Tweede scherm Het tweede scherm verschijnt na het bladeren voorbij de laatste registratie op het oorspronkelijk scherm met de omlaag knop. Een typisch voorbeeld: Current Config Fault Relay: NE/L Alarm1 Relay: NE/NL Alarm2 Relay:...
Pagina 74
MAN0604_Issue 09_02-2013 Apex 2110M8030 4. WERkInG Geschiedenislogboek History Log menu (menu geschiedenislogboek) Met dit submenu verschijnen schermen die bestaan uit 1 of meerdere pagina's informatie; elke pagina toont een bericht over de toestelgeschiedenis sinds laatste terugstelling van het logbestand. De meest recente gebeurtenis verschijnt eerst.
Pagina 75
MAN0604_Issue 09_02-2013 Apex 2110M8030 4. WERkInG Reset History Log Reset History Log screen Are you sure? Use up/down buttons Messages cleared from log History Log Menu 4.4.5 Change Passwords Menu (menu wachtwoorden wijzigen) Met het menu change passwords kan de systeembeheerder de Change Passwords Menu wachtwoorden voor elk van de 3 toegangsniveaus wijzigen.
Pagina 76
MAN0604_Issue 09_02-2013 Apex 2110M8030 4. WERkInG Level 1-wachtwoord Change Passwords Menu (menu wachtwoorden wijzigen) Met dit submenu kan het Level 1-wachtwoord worden gewijzigd. Level 1 Password Level 1 Password screen Use esc/up/ Enter Old down/ok Password buttons Use esc/up/ down/ok Enter New buttons Password Use esc/up/...
Pagina 77
MAN0604_Issue 09_02-2013 Apex 2110M8030 4. WERkInG (up, down, ok, esc, esc, ok, down, up) 4.5 GEbRuIkERsTAkEn Deze tabel bevat een beknopte referentielijst van typische taken en hoe u ze moet uitvoeren via het menusysteem. Taken gerelateerd met: submenu submenuoptie Gebruikersniveau...
Pagina 78
MAN0604_Issue 09_02-2013 Apex 2110M8030 4. WERkInG 4.6 FOuTEnDIAGnOsE Apex-systeemfouten kunnen algemene fouten zijn of de fouten die verschijnen op de transmitterdisplay. Dit hoofdstuk beschrijft: • Foutmeldingen die verschijnen op het lcd-scherm van de transmitter. Dit zijn fouten of waarschuwingen. Ze kunnen normaal worden gecorrigeerd via de transmitter of de gekeurde sensor.
Pagina 79
MAN0604_Issue 09_02-2013 Apex 2110M8030 4. WERkInG W: End of Cell Life De cartridge nadert het einde F: End of Cell Life van zijn gebruiksduur. Waarschuwing - vervang de cartridge binnen de 3 volgende maanden. Fout vervang de cartridge onmiddellijk. W: calibration needed De cartridge moet worden gekalibreerd F: calibration needed Voer de nul- en bereikkalibratieprocedures uit.
Pagina 80
MAN0604_Issue 09_02-2013 Apex 2110M8030 4. WERkInG 4.6.3 4-20 mA output signalbereik en storingen Overrange Overrange Concentraties Concentrations Trilwaarschuwingen (gepulseerde Pulsed warnings waarschuwingen) Waarschuwingen Warnings Blokkering Inhibit Fout Fault Algemene fout Niveau outputsignaal Storingen -type storingen 0 - 0,5mA Sensor defect (standaard 0,5 mA) Geen cartridge...
Pagina 81
MAN0604_Issue 09_02-2013 Apex 2110M8030 4. WERkInG 4.6.4 Vergrendelde alarmen wissen WAARscHuWInG WARNING Alarms should not be reset until it is confirmed that Alarmen mogen niet worden teruggesteld tot wordt gas is not present. bevestigd dat er geen gas aanwezig is.
Pagina 82
(menu display) te verlaten en terug te keren naar het main menu (hoofdmenu). 4.7 sysTEEmkALIbRATIE Opgelet: De kalibratieprocedure moet alleen worden uitgevoerd door gekwalificeerd personeel. Dit hoofdstuk beschrijft het kalibreren van een gascartridge die op een gekeurde Apex-sensor werd aangebracht. De transmitter en andere systeemonderdelen vereisten geen kalibratie. Deze procedure wordt soms ook systeem- of sensorkalibratie genoemd.
Pagina 83
MAN0604_Issue 09_02-2013 Apex 2110M8030 4. WERkInG Verwijder de dop of het accessoire van de gekeurde sensor. Sensorbehuizing Sensor body Beugel (3 stuks) (3 off) Filter Filter Aanslag Filter filterbeugel lug location Sensordop Sensor cap of accessoire or accessory Draai de dop of het accessoire in tegenwijzerzin met een kwartslag om de bajonetfitting los te maken. Trek vervolgens de dop of het accessoire weg.
Pagina 84
MAN0604_Issue 09_02-2013 Apex 2110M8030 4. WERkInG Plaats het stroomhuis op de behuizing van de gekeurde sensor. Keer de procedure om de dop te verwijderen om. Het volgende schema toont een stroomhuis dat op de gekeurde sensor is geplaatst. Gekeurde Certified...
Pagina 85
MAN0604_Issue 09_02-2013 Apex 2110M8030 4. WERkInG Voer het huidige Level 2 wachtwoord in. Het calibration menu (kalibratiemenu) verschijnt. Calibration Menu Gas Calibrate Gas Challenge 4-20 mA Set Zero Force 4-20mA Force Relays Force Digital Navigeer naar de optie Gas calibrate.
Pagina 86
MAN0604_Issue 09_02-2013 Apex 2110M8030 4. WERkInG (15) Druk op Ok. Op het lcd-scherm verschijnt het bericht: Apply Gas then <Ok> (16) Sluit het stroomhuis (met een willekeurige gasleiding) aan op de geregelde cilinder met een gekende concentratie doelgas die het sensoralarmpunt benadert, bijv. 50 % LEL methaan in de lucht.
Pagina 87
Omdat de kaart een deel is van de transmitter, zal het onderdeel een node op het netwerk worden. Deze procedure is nodig nadat u een LonWorks-communicatiekaart hebt geplaatst in een Apex- transmitter en de digitale netwerkbedrading aansluit (zie ook Hoofdstuk 3).
Pagina 88
MAN0604_Issue 09_02-2013 Apex 2110M8030 4. WERkInG Selecteer de optie Assert Service PIN. Gebruik de toetsen omhoog/omlaag. (10) Druk op enter. Dit bindt het knooppunt aan de netwerkcontroller. Het scherm keert automatisch terug naar het Configuration Menu (menu configuratie). (11) Druk 2 keer op de esc -knop.
Pagina 89
5. OnDERHOuD Het Apex-systeem vereist routine-onderhoud. Dit hoofdstuk biedt informatie over: • Schema voor routineonderhoud • Procedure voor routineonderhoud / vervangen van onderdelen 5.1 scHEmA VOOR ROuTInEOnDERHOuD Volgende tabel somt de aanbevolen onderhoudstaken voor het Apex-systeem op en vermeldt ook hun frequentie. sensortype Frequentie Onderhoud benodigde hulpmiddelen Alle modellen...
Pagina 90
MAN0604_Issue 09_02-2013 Apex 2110M8030 5. OnDERHOuD 5.2 OnDERHOuDspROcEDuREs / VERVAnGEn VAn OnDERDELEn Volgende hoofdstukken beschrijven hoe u de taken in het onderhoudsschema moet uitvoeren en hoe u de onderdelen die door de storingdiagnose in Hoofdstuk 4 vervangt. Hier vindt u info over het vervangen van volgende items: •...
Pagina 91
MAN0604_Issue 09_02-2013 Apex 2110M8030 5. OnDERHOuD (3) Plaats een nieuw filter. Zorg ervoor dat het filter correct is geplaatst in de dop, in de juiste richting, waarbij de 3 beugels zich zo dicht mogelijk bij de voorkant van de dop bevinden en correct zijn geplaatst op de bevestigingspunten (aanslagen). Plaats de dop of het accessoire terug. Keer de procedure voor het verwijderen om.
Pagina 92
MAN0604_Issue 09_02-2013 Apex 2110M8030 5. OnDERHOuD Configuration Menu Change Cartridge Configure 4-20mA Configure Relays Configure Alarms Configure Digital Select Language Configure Backlight Kies Change Cartridge (cartridge vervangen) uit de menulijst. Druk op OK. Het scherm change cartridge (cartridge vervangen) verschijnt.
Pagina 93
MAN0604_Issue 09_02-2013 Apex 2110M8030 5. OnDERHOuD Opmerkingen: Bij het vervangen van een zuurstofcartridge door een nieuwe zuurstofcartridge moet u ervoor zorgen dat de zuurstoftransductoradapter blijft zitten aan de behuizing van de gekeurde sensor. Bij het vervangen van een zuurstofcartridge door een andere cartridge moet u ervoor zorgen dat de zuurstoftransductoradapter wordt verwijderd uit de sensorbehuizing.
Pagina 94
MAN0604_Issue 09_02-2013 Apex 2110M8030 5. OnDERHOuD Bus (2 stuks) Socket (2 off) Plug Plug (2 stuks) (2 off) Uitsparing Locating bevestiging Bevestiging Locating recess Sensorbehuizing Cartridge Sensor body Cartridge (10) Druk op OK. Het change cartridge-scherm (cartridge vervangen) toont nu deze melding.
Pagina 95
MAN0604_Issue 09_02-2013 Apex 2110M8030 5. OnDERHOuD (14) Een dop of accessoire terugplaatsen op de gekeurde sensor. Keer de procedure voor het verwijderen om. (15) Ga na of het systeem correct werkt. Gebruik de menuoptie calibration menu => Gas challenge om de correcte werking van het toestel na te gaan in aanwezigheid van het te detecteren gas zonder alarmen te activeren.
Pagina 96
MAN0604_Issue 09_02-2013 Apex 2110M8030 5. OnDERHOuD Opgelet: Voor de transmitter: let erop dat de lintkabel tussen het deksel en de Interconnect PCB onderaan het toestel niet klem of beschadigd raakt. Voor de transmitter: ondersteun de bovenkant en zorg ervoor dat hij wordt ondersteund bij het uitvoeren van de 2 stappen hieronder. Voor de gekeurde aansluitdoos: maak de metalen bevestigingskabel die de basis en het bovenpaneel op hun plaats houden los, houd de bovenkant vast en ga naar stap (7).
Pagina 97
MAN0604_Issue 09_02-2013 Apex 2110M8030 5. OnDERHOuD De sensor wordt losgeschroefd in tegenwijzerzin. Voer de verbindingskabel door de montageopening (montagepunt). Leid de kabel van de gekeurde vervangingssensor naar binnen via de montageopening van de sensor. (10) Plaats de gekeurde vervangingssensor. Schroef het tapeind van de gekeurde vervangingssensor stevig in de montageopening tot de sensor niet verder kan.
Pagina 98
MAN0604_Issue 09_02-2013 Apex 2110M8030 5. OnDERHOuD 5.2.4 Het frontpaneel van de transmitter vervangen Dit paneel moet mogelijk worden vervangen als het scherm beschadigd raakt of wanneer de display en de toetsen niet meer goed werken. Een van deze 2 types frontpanelen moet worden aangebracht, afhankelijk van de transmitterversie: •...
Pagina 99
LonWorks-communicatiekaart A.1 TRAnsmITTER En sEnsOR De Apex-transmitter werd ontworpen voor werking met gekeurde sensoren, aangegeven in de tabellen later in dit hoofdstuk. De gekeurde sensoren werden zo ontworpen dat ze een gemeenschappelijke elektrische interface hebben voor de transmitter. De cartridgegegevens worden digitaal weergegeven en door de gekeurde sensor verwerkt tot een gasaflezing. De gekeurde sensor...
Pagina 101
Digitale elektronica en software voldoen aan de vereisten van EN50271:2002,Elektrische apparatuur voor de detectie en meting van brandbare of toxische gassen of dampen of van zuurstof - Vereisten en tests voor toestellen die gebruik maken van software en / of digitale technologie. Opmerking: Voor prestatiespecificatie van volledige Apex-transmitter + sensor + cartridge: raadpleeg hoofdstuk A.2 of fiche voor cartridge A.1.5 Omgeving Bedrijfstemperatuur: -40 tot 65 °C (-40 tot 149 °F)
Pagina 102
(Europa) of 2 3/4” NPT leidingaansluitingen (Noord- Amerikaanse versies). Er kan een label met een ID-nummer worden bevestigd. De behuizing voor Apex bestaat uit elektrolytisch gepolijst roestvrij staal van kwaliteit 316 (conform BS3146 ANC 4B FM/BS3146 ANC 4C FM) en een zinklegering.
Pagina 103
MAN0604_Issue 09_02-2013 Apex 2110M8030 bIjLAGE A - spEcIFIcATIEs Gekeurde sensor: ATEx: II 2 G D Ex d ia IIC Ex tD A21 IP67 Codes bedrijfstemperatuur: T135 °C (Tomg -40 tot +80 °C) T100 °C (Tomg -40 tot +55 °C) Certificatienummer: Baseefa08ATEX0254X...
Pagina 104
MAN0604_Issue 09_02-2013 Apex 2110M8030 bIjLAGE A - spEcIFIcATIEs A.1.11 kalibratie-intervallen Afhankelijk van de cartridge. Er is geen routinekalibratie van de transmitter of de elektronica van de gekeurde sensor. A.2 cARTRIDGEs De gekeurde sensor kan worden uitgerust met een of een aantal verwisselbare cartridges.
Pagina 105
MAN0604_Issue 09_02-2013 Apex 2110M8030 bIjLAGE A - spEcIFIcATIEs A.2.1 cartridgetabellen Dit hoofdstuk bevat een samenvattende lijst van cartridges die aan een gecertificeerde sensor kunnen worden bevestigd. Opmerkingen: Raadpleeg Honeywell Analytics voor beschikbaarheidsgegevens van de cartridges. Raadpleeg de fiches bij elke cartridge voor cartridgespecificaties. Giftig - elektrochemische cel Gas- bereik Artikelnr.: Ammoniak 50 ppm 2110B3320 Ammoniak 100 ppm 2110B3330 Ammoniak 400 ppm 2110B3340 Ammoniak 1000 ppm 2110B3350 Ammoniak 50 ppm (-20°C min. temp.)
Pagina 106
100 %LEL 2110B3708 Waterstof 100 %LEL 2110B3707 100%LEL 2110B3705 Methaan 100%LEL 2110B3704 Propaan 100%LEL 2110B3701 Propeen 100%LEL 2110B3703 Opmerking: Cartridge moet worden gebruikt met Apex-gereviseerde onderdelen voor de gekeurde sensor met nr.: ATEx 2110b2070 2110b2073 2110b2074 brandbaar gas - katalytisch sG16 - Versie Vs / rest van de wereld...
Pagina 107
2110B3936 100 %LEL 2110B3937 Butaan 100 %LEL 2110B3752 Ethyleen 100 %LEL 2110B3758 Waterstof 100 %LEL 2110B3757 Methaan 100 %LEL 2110B3754 Propaan 100 %LEL 2110B3751 Beoordeeld volgens CSA C22.2 nr. 152. Opmerking: Cartridge moet worden gebruikt met Apex-gereviseerde onderdelen voor de gekeurde sensor met nr.: ATEx 2110b2070 2110b2073 2110b2074...
Pagina 108
MAN0604_Issue 09_02-2013 Apex 2110M8030 bIjLAGE A - spEcIFIcATIEs A.2.2 Katalytische SG16 cartridges, methaan en propaan Bereik: 2110B3701 - Propaan, 0 tot 100%LEL. 100 %LEL eq. 1,7 %V/V) 2110B3704 - Methaan, 0 tot 100 %LEL. (100 %LEL eq. 4,4 %V/V) Bereik bedrijfstemperatuur: -40 tot +65 °C Temperatuureffecten: 2110B3704 –...
Pagina 109
MAN0604_Issue 09_02-2013 Apex 2110M8030 bIjLAGE A - spEcIFIcATIEs Kalibratiegasconcentratie: 25 %LEL tot 105 %LEL Alarmdrempellimieten: 15 %LEL tot 100 %LEL (Alarm 1 en Alarm 2) Vergiftiging: de cartridge kan inactief worden na extensieve blootstelling aan siliconen, halogeenkoolwaterstoffen, zware metalen of zwavelverbindingen.
Pagina 110
MAN0604_Issue 09_02-2013 Apex 2110M8030 bIjLAGE A - spEcIFIcATIEs Afmetingen: 140 mm breed x 95 mm hoog x 152 mm diep. Gewicht: 3000 gm. Montage: Voorziening voor 2 M10 bouten, 68 mm hartafstand elk. Configuratie De gekeurde aansluitdoos kan worden geconfigureerd tijdens installatie en werking voor het uitrusten met gekeurde sensoren die compatibel zijn met het toestel (zie tabellen voor gas / cartridges in hoofdstuk A.2).
Pagina 111
MAN0604_Issue 09_02-2013 Apex 2110M8030 bIjLAGE A - spEcIFIcATIEs A.3.2 zonnekap Materiaal: Geladen roestvrij staal. Afmetingen: 145 mm hoog x 115 mm breed Gewicht: 110 gm. Conform CSA 22.2 nr.152 indien voorzien van de juiste cartridges, zie specificaties voor meer informatie. A.3.3 stroomhuis Materiaal:...
Pagina 112
MAN0604_Issue 09_02-2013 Apex 2110M8030 bIjLAGE A - spEcIFIcATIEs A.3.3 stroomhuis Materiaal: Fortron : PPS (gemodificeerd polyfenyleensulfide) ® Afmetingen: 43 mm hoog x 53 mm diameter. Gewicht: 26 gm. Conform CSA 22.2 nr. 152 indien aangebracht op een gekeurde sensor voorzien van de juiste cartridges. Zie specificaties voor meer informatie. A.3.4 Weerbescherming Materiaal:...
Pagina 113
De LIFELINE II gasdetector heeft 14 netwerkvariabele outputs, 2 netwerkvariabele inputs en 4 netwerkconfiguratie-inputs, zoals aangegeven op het volgende LonMark-objectdiagram. Sommige of al deze outputs kunnen worden gebonden aan een LonWorks-netwerk. Beschrijvingen van elke variabele worden gegeven in volgende subhoofdstukken. Raadpleeg Honeywell Analytics voor meer info. LIFELINE II Gas Detector...
Pagina 114
MAN0604_Issue 09_02-2013 Apex 2110M8030 bIjLAGE A - spEcIFIcATIEs A.4.2 Node object Het node object heeft een netwerkvariabele input en 3 netwerkvariabele outputs. nviRequest input en nvostatus output Het node object gebruikt SNVTs voor object request en status. Deze complexe variabelen zijn vereist voor LonMark-compatibiliteit en kunnen heel wat informatie overdragen tussen het systeem en een Graphical user Interface (GUI)-computer of een programma voor netwerkbeheer.
Pagina 115
MAN0604_Issue 09_02-2013 Apex 2110M8030 bIjLAGE A - spEcIFIcATIEs Kalibratie vereist Instelfout transmitteralarm Sensorcommunicatie mislukt 102 Fatale fout ("fatal fault") Transmitterfout Transmitterfout Transmitterfout A.4.3 Sensorobject Het sensorobject heeft 1 netwerkvariabele input en 11 netwerkvariabele outputs. nviResetAlm input Deze netwerkvariabele zorgt voor vergrendelende alarmen en terug te stellen fouten. Het terugstellen gebeurt slechts indien de oorzaak van de fout of het alarm werd verholpen.
Pagina 116
MAN0604_Issue 09_02-2013 Apex 2110M8030 bIjLAGE A - spEcIFIcATIEs nvoCellLife uitvoer Deze variabele rapporteert de totale resterende cellevensduur. Deze is afhankelijk van het celtype, maar wordt voor nieuwe cartridges gewoonlijk ingesteld op 2 jaar gebruik. Dit wordt uitgedrukt in gebruiksuren. nvonextcal uitgang Deze variabele rapporteert wanneer een nieuwe kalibratie nodig is. Standaard is er 6 maanden gebruiksduur tussen de kalibraties.
Pagina 117
MAN0604_Issue 09_02-2013 Apex 2110M8030 bIjLAGE A - spEcIFIcATIEs nciHighLim1 en nciHighLim2 inputs Deze netwerkconfiguratie-inputs (NCI's) bepalen de alarmdrempels voor de sensor. LonMaker laadt deze automatisch via een configuratieparameterdatabase wanneer vervangen of opnieuw synchroniseren wordt uitgevoerd. Toch zullen updates van deze NCI's geen effect hebben indien ze een illegale waarde bevatten. Verder kunnen de huidige alarmdrempels (die worden aangegeven door nvoAlmThresh1 en nvoAlmThresh2) afwijken indien ze worden gewijzigd via de gebruikersinterface van het frontpaneel.
Pagina 118
A.4.6 Interpreteren van de nvo-status De objectstatus bevat heel wat informatie over de knooppuntstatus. Aan bepaalde bits werd een betekenis toegekend die specifiek is voor Honeywell Analytics. Bijvoorbeeld fault_alert (Honeywell-benaming) werd gelinkt aan mechanical_fault (LonMark-nomenclatuur). De volgende tabel geeft een opsomming van deze toewijzingen. Blanco invoer komt overeen met niet-geïmplementeerde statusbits.
Pagina 119
MAN0604_Issue 09_02-2013 Apex 2110M8030 bIjLAGE b - cERTIFIcATIE Deze bijlage definieert de certificaten voor de onderdelen van het Apex-gassensorsysteem. Deze omvat de CSA- en UL-controletekeningen, zie b.4. b.1 TRAnsmITTER De transmitter werd ontworpen en goedgekeurd voor gebruik in gevaarlijke zones. Er zijn 3 gekeurde versies van de transmitter: • ATEX Artikelnr.: 2110B2200 •...
Pagina 120
• Artikelnr.: 2110B2013 of 2110B2013 • CSA Artikelnr.: 2110B2014 of 2110B2014 De UL / CSA gekeurde sensor is geschikt voor aansluiting op een Apex-transmitter of een Apex / Matrix-aansluitdoos. Opgelet: Aleen cartridges met volgende onderdeelnummers kunnen worden aangebracht op de gekeurde sensor: 2110B30x0, 31x0, 32x0, 33x0, 34x0, 35x0 series 2110B3700 - 2110B3999 bereik Sensor gekeurd conform csA 22.2 nr.
Pagina 121
Voldoet aan alle en merkteken groep omgevings- bouw- ATEX notified Europese en categorie temperatuur jaar body richtlijnen van toepassing APEX / MATRIX-SENSOR: KLASSE I, DIV 1, GROEPEN B, C, D OP. TEMP CODE T4 (Tomg. -40 tot +80 T5 (Tomg. -40 tot +55...
Pagina 122
MAN0604_Issue 09_02-2013 Apex 2110M8030 bIjLAGE b - cERTIFIcATIE APEX / MATRIX-SENSOR: KLASSE I, DIV 1, GROEPEN B, C, D OP. TEMP CODE T4 (Tomg. -40 tot +75 T5 (Tomg. -40 tot +55 Sensor gekeurd conform csA 22.2 nr. 152 alleen indien uitgerust met specifieke cartridges. Zie controletekeningen B.5, CSA (pagina 126) b.3 GEkEuRDE AAnsLuITDOOs...
Pagina 123
MAN0604_Issue 09_02-2013 Apex 2110M8030 bIjLAGE b - cERTIFIcATIE ATEx APEX / MATRIX AANSLUITDOOS: KLASSE I, DIV 1, GROEPEN B, C, D OP. TEMP CODE T4 (Tomg. -40 tot +80 T5 (Tomg. -40 tot +55 KLASSE I, DIV 1, GROEPEN B, C, D OP.
Pagina 124
MAN0604_Issue 09_02-2013 Apex 2110M8030 bIjLAGE b - cERTIFIcATIE b.5 cOnTROLETEkEnInGEn...
Pagina 125
MAN0604_Issue 09_02-2013 Apex 2110M8030 bIjLAGE b - cERTIFIcATIE...
Pagina 126
MAN0604_Issue 09_02-2013 Apex 2110M8030 bIjLAGE c - AccEssOREs & REsERVEOnDERDELEn Deze bijlage is een opsomming van de accessoires en reserveonderdelen voor het Apex-systeem. c.1 AccEssOIREs Beschrijving Onderdeelnummer Gekeurde aansluitdoos voor het monteren van gekeurde sensoren op afstand: ATEX Ex d...
Pagina 127
MAN0604_Issue 09_02-2013 Apex 2110M8030 bIjLAGE D - WOORDEnLIjsT cartridge Een vervangingskit bevat een gastransductor en bijhorende kalibratie-informatie cE-markering Geeft aan dat wordt voldaan aan alle relevante Europese richtlijnen. Elektrochemische sensor Een gasgevoelige elektrode, bestaande uit een doorlaatbaar membraan en speciaal elektrolyt.
Pagina 128
MAN0604_Issue 09_02-2013 Apex 2110M8030 bIjLAGE D - WOORDEnLIjsT sensor Een gastransductor in een behuizing: sensoren kunnen worden gemonteerd in een veilige of gevaarlijke zone. Ze kunnen circuits voor aandrijving, interface, voorspanning of signaalbehandeling bevatten. Transmitter Een mobiel toestel dat ter plaatse wordt aangesloten op een gasdetectietransductor die de ruwe sensorgegevens omzet in een gebruiksvriendelijke vorm, bijv.
Pagina 129
Lincolnshire, IL 60069 Tel: +1 847 955 8200 Toll free: +1 800 538 0363 Fax: +1 847 955 8210 detectgas@honeywell.com Azië Pacific Honeywell Analytics Asia Pacific #508, Kolon Science Valley (I) 187-10 Guro-Dong, Guro-Gu Seoul, 152-050 Korea N.B. Tel: +82 (0)2 6909 0300...