Die stabiliteit van de montage en de geleiding van het bewegende installatiegedeelte
moeten zodanig zijn dat tijdens de werking het scherptedieptegebied van de leeskop
niet wordt verlaten.
De afstand van de leeskop ten opzichte van de barcodeband moet overeenkomen met
de leesafstand van de leeskop.
AANWIJZING
De in dit hoofdstuk aangegeven toleranties en afwijkingen van de nominale waarden
zijn afzonderlijke waarden en kunnen niet worden gecombineerd.
Handboek – Datamatrix-positioneersysteem PCV..A-F200-R4-V19-SEW
Installatie
Montage van de leeskop
4
19