1 Storingscode
In geval van een defect worden het symbool
knipperende code weergegeven.
Storing
Beschrijving
scode
Storing voeler
E0
aanvoer of retour
Vertrektemperatuur
E1
> Maximale
werktemperatuur
Temperatuur
E2
terugloop >
Vertrektemperatuur
*Zet, wanneer de voelers verwijderd zijn, de voelers terug op maximaal 40 mm afstand van de warmtewisselaar op de koperen buizen.
Werkingsdiagrammen: Temperatuurvoeler/Weerstand
Weerstand
Temperatuur (°C)
Temperatuurvoeler/Weerstand-Werkingsdiagrammen
08/06/06 - 300008462-001-B
Waarschijnlijke oorzaak
Kortsluiting
Voeler defect
Voeler niet of slecht aangesloten
Het peil en/of de druk van het water
zijn te laag
Geen enkele circulatie
Te veel lucht
Afwijking van de voeler van de
aanvoer- of retourtemperatuur
Het peil en/of de druk van het water
zijn te laag
Geen enkele circulatie
Te veel lucht
Voeler niet of slecht aangesloten
Afwijking van de voeler van de
aanvoer- of retourtemperatuur
MCR 24, 24/28 MI, 30/35 MI, 34/39 MI
Storingscodes
en een
Houd de toets
steeds op het scherm aanwezig is, moet de aard van de storing
gezocht worden.
De bekabeling controleren. Breng de beschermdoppen terug op hun plaats. Wanneer een
defecte voeler gedetecteerd is, kan de weerstand tegen verschillende temperaturen
gecontroleerd worden met behulp van een meetapparaat voorzien van het bijbehorende
meetbereik (bijvoorbeeld een multimeter)
Controleer de goede werking van de voelers. Wanneer een defecte voeler gedetecteerd is,
kan de weerstand tegen verschillende temperaturen gecontroleerd worden met behulp van
een meetapparaat voorzien van het bijbehorende meetbereik (bijvoorbeeld een
multimeter)* (20 tot 25 ºC). Weerstanden van de sensor : 12 tot 15 kOhm.
Controleer de waterdruk in de installatie (Manometer)
De werking van de circulatiepomp van de verwarmingsketel controleren. Steek een
schroevendraaier in de gleuf van de as van de pomp en draai de as meerdere malen van
rechts naar links. De bekabeling controleren. Indien de pomp nog steeds niet werkt, is deze
defect en moet hij vervangen worden.
Ontlucht de ketel wanneer de pomp uitgeschakeld is
Controleer de goede werking van de voelers. Wanneer een defecte voeler gedetecteerd is,
kan de weerstand tegen verschillende temperaturen gecontroleerd worden met behulp van
een meetapparaat voorzien van het bijbehorende meetbereik (bijvoorbeeld een
multimeter)* (20 tot 25 ºC). Weerstanden van de sensor : 12 tot 15 kOhm.
Controleer de waterdruk in de installatie (Manometer)
De werking van de circulatiepomp van de verwarmingsketel controleren. Steek een
schroevendraaier in de gleuf van de as van de pomp en draai de as meerdere malen van
rechts naar links. De bekabeling controleren. Indien de pomp nog steeds niet werkt, is deze
defect en moet hij vervangen worden.
Ontlucht de ketel wanneer de pomp uitgeschakeld is
Controleer de bekabeling tussen de voelers en het bedieningspaneel
Controleer de goede werking van de voelers. Wanneer een defecte voeler gedetecteerd is,
kan de weerstand tegen verschillende temperaturen gecontroleerd worden met behulp van
een meetapparaat voorzien van het bijbehorende meetbereik (bijvoorbeeld een
multimeter)* (20 tot 25 ºC). Weerstanden van de sensor : 12 tot 15 kOhm.
2 seconden ingedrukt. Indien de foutcode nog
Controle/Oplossing
55