4 Aansluiting van de boilervoeler
: Bestaande brug
: Aansluiting van de voeler van de boiler
5 Antivriesbescherming
: Bestaande brug
: Kabel BUS: AD 221 of AD 222 of Thermostaat ON/OFF
De ketels MCR moeten in een vorstvrije ruimte geïnstalleerd
worden
Indien de watertemperatuur van de centrale verwarming in de ketel
te hoog is, wordt de ingebouwde beveiligingsvoorziening
ingeschakeld:
32
Indien een externe boilervoeler gebruikt wordt met de ketel MCR, kan
de voeler zonder spanning van de boilervoeler aangesloten worden
op de stekkers 3 en 4 van de klemmenstrook X9.
De regelaar detecteert automatisch de aanwezigheid van een extern
bedieningsorgaan.
- Indien de watertemperatuur lager dan 7°C is, wordt de
circulatiepomp ingeschakeld,
- Indien de watertemperatuur lager dan 3°C is, wordt de ketel
ingeschakeld,
- Indien de watertemperatuur hoger dan 10°C is, schakelt de ketel
uit en draait de circulatiepomp nog 15 minuten.
Indien een via de stekkers 7 en 8 aangesloten
omgevingsthermostaat is ingeschakeld, werkt de ketel
permanent totdat het oorspronkelijk afstelpunt bereikt is.
MCR 24, 24/28 MI, 30/35 MI, 34/39 MI
08/06/06-300008462-001-B