Samenvatting van Inhoud voor De Dietrich Easylife MCR-S 24/28 MI
Pagina 1
België Luxemburg EASYLIFE Deutsche Anleitung auf Anfrage erhältlich Installatie- en servicehandleiding Hoogrendement gaswandketel met condensor MCR—S 24/28 MI 30/35 MI S U S T A I N A B L E C O M F O R T ®...
1 Veiligheid Veiligheid Algemene veiligheidsinstructies Gevaar Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van acht jaar en ouder en mensen met lichamelijke, gevoelsmatige of geestelijke beperkingen of met gebrek aan ervaring en kennis als ze begeleiding en instructie krijgen hoe het apparaat op een veilige manier te gebruiken en de eraan verbonden gevaren begrijpen.
Vervang beschadigde of onleesbare instructie- en waarschuwingsstickers onmiddellijk. Belangrijk Wijzigingen in de ketel mogen alleen uitgevoerd worden na schriftelijke toestemming van De Dietrich Aansprakelijkheden 1.3.1 Aansprakelijkheid van de fabrikant Onze producten worden vervaardigd volgens de eisen van de verschillende van toepassing zijnde richtlijnen.
2 Over deze handleiding 1.3.2 Aansprakelijkheid van de installateur De installateur is aansprakelijk voor de installatie en de eerste inbedrijfstelling van het apparaat. De installateur moet de volgende instructies in acht nemen: Lees de voorschriften van het apparaat in de meegeleverde handleidingen en neem deze in acht.
3 Technische specificaties Opgelet Kans op materiële schade. Belangrijk Let op, belangrijke informatie. Verwijzing naar andere handleidingen of andere pagina's in deze handleiding. Technische specificaties Goedkeuringen 3.1.1 Richtlijnen Ons bedrijf verklaart dat deze producten worden geleverd met de markering als blijk van overeenstemming met de essentiële eisen van de volgende richtlijnen: Verordening voor gastoestellen (EU) 2016/426 (vanaf 21 april 2018) Richtlijn 92/42/EEC betreffende de rendementseisen voor nieuwe olie-...
Functie sanitair warm water (alleen bij combiketels) Lekdichtheid van het verwarmingscircuit Lekdichtheid van het sanitair-watercircuit Lekdichtheid van het gascircuit Parameterinstelling. Technische gegevens Tab.3 Technische instellingen voor combinatieverwarmingstoestellen met ketel De Dietrich – MCR—S 24/28 MI 30/35 MI Ketel met rookgascondensor Lagetemperatuurketel B1-ketel Ruimteverwarmingstoestel met warmte krachtkoppeling...
Pagina 10
Gereduceerde warmteafgifte (Pn) 80/60 °C G25 Gereduceerde warmteafgifte (Pn) 50/30 °C G20 Gereduceerde warmteafgifte (Pn) 50/30 °C G25 Nominaal rendement 50/30 °C (Hi) 105,6 105,2 Tab.5 Gegevens centrale-verwarmingscircuit De Dietrich – 24/28 MI 30/35 MI Maximale druk Minimale druk Temperatuurbereik voor verwarmingscircuit °C 25÷80 25÷80...
3 Technische specificaties Tab.7 Verbrandingskenmerken De Dietrich – 24/28 MI 30/35 MI Gasverbruik G20 (Qmax) 2,61 3,81 Gasverbruik G20 (Qmax) met sanitair-warmwater – boiler Gasverbruik G20 (Qmin) 0,52 0,76 Gasverbruik G25 (Qmax) 3,04 4,43 Gasverbruik G25 (Qmax) met sanitair-warmwater –...
Pagina 12
3 Technische specificaties Afb.1 Afmetingen en aansluitingen BO-7765450-B Veiligheidsklep Aanvoer verwarmingswater (3/4") Ø 21,8 mm koppelstuk voor condensatie-afvoer Uitgang SWW (1/2") Gastoevoer (3/4") Ingang sanitair koud water (1/2") Retour verwarmingswater (3/4") MCR—S 7791149 - 03 - 07042023...
Pagina 13
3 Technische specificaties Afb.2 Papieren sjabloon van combimodel voor verwarming + sanitair warm water Ø 116 min Ø 116 min 5 mm 5 mm 0÷ 15 mm 0 ÷ 15 mm 3/4” 1/2” 3/4” 1/2” 3/4” Ø 21.8 BO-7745516-2 7791149 - 03 - 07042023 MCR—S...
4 Beschrijving van het product Bedieningspaneel met display aan de voorzijde, Licht en compact. Werkingsprincipe 4.2.1 Principeschema Afb.4 Principeschema Warmtewisselaar (verwarming) Hydraulische groep Platenwarmtewisselaar (sanitair warm water) Overdrukventiel + aftapkraan ketel Aanvoer verwarming Sanitair warmwateruitlaat Sanitair-koudwateringang Retour verwarming Pomp (verwarmingscircuit) Driewegklep met motor BO-0000144-2 MCR—S...
4 Beschrijving van het product Toetsen voor de schoorsteenvegerfunctie Belangrijk Druk de toetsen F1 en F2 tegelijkertijd in Menutoetsen Belangrijk Druk de toetsen F3 en F4 tegelijkertijd in 4.4.2 Betekenis van de symbolen op het display Tab.14 Symbolen op het display Schoorsteenvegermodus is ingeschakeld (gedwongen werking op maximaal of minimaal vermogen voor O meting).
5 Voor de installatie Voor de installatie Installatienormen en -richtlijnen De installatie van de ketel mag alleen door een erkend installateur worden uitgevoerd volgens de plaatselijk en nationaal geldende regelgeving. Installatie-eisen Waarschuwing De volgende technische instructies zijn bedoeld voor installateurs. 5.2.1 Voeding Voedingsspanning...
5 Voor de installatie Tab.16 Hardheid van het verwarmingswater Hardheid Eenheid Totaalvermogen van de installatie ≤ 70 kW Totale hardheid van het water in het systeem °F 5 - 15 tot jaarlijkse sanering gelijk aan een maxi °dH 2.8 - 8.4 mum van 5% van de capaciteit van de instal...
Pagina 21
5 Voor de installatie 100% 60% (PP018) 1000 Q [l/h] BO-0000200-1 Grafiek van restopvoerhoogte voor pomp ketelmodel 30/35 MI 100% 60% (PP018) 60% (PP018) 1000 1200 Q [l/h] BO-0000200-2 Zie ook Parameterlijst, pagina 51 7791149 - 03 - 07042023 MCR—S...
5 Voor de installatie Locatiekeuze 5.4.1 Locatiekeuze Afb.8 Afmetingen BO-0000227 Belangrijk Om het eenvoudiger te maken om de rookgasadapter van de ketel te installeren en te verwijderen wordt aangeraden om de in de figuur aangegeven afmetingen (in mm) voor het gebruikte type adapter (A, B) te respecteren.
5 Voor de installatie 5.4.2 Typeplaatje en onderhoudslabel van de ketel Afb.9 Typeplaat Tab.18 Beschrijving van de typeplaat "BRAND" Merk “Code” “Comm.Code” “BRAND” "Code" Technische productcode “Product name” "Comm. code" Commerciële productcode Qn Hi xx - xx xx - xx Pn 80/60°C xx - xx xx - xx...
5 Voor de installatie Waarschuwing Voor het verplaatsen van de ketel zijn twee personen nodig. Uitpakken en de eerste voorbereidingen Opgelet Grijp de sifon op de afvoerpijp onder de ketel niet vast tijdens het uitpakken of optillen van het apparaat. Volg de hieronder beschreven procedure uit om de verpakking van de ketel te verwijderen: Til de ketel in een verticale positie (1);...
6 Installatie Installatie Algemeen De installatie moet worden uitgevoerd volgens de geldende wettelijke voorschriften, de regels van goed vakmanschap en de aanwijzingen in deze handleiding. Voorbereiding Zodra de exacte locatie van de ketel is vastgesteld bevestigt u de sjabloon aan de muur. Installeer het product, beginnend met de plaatsing van de hydraulische en gasleidingen.
6 Installatie Afb.13 Installatie aan de muur 0 ÷ 15 mm 0 ÷ 15 mm BO_0000051 6.2.2 De buitensensor installeren (accessoire op aanvraag verkrijgbaar) Het is belangrijk een plaats te kiezen waar de sensor de buitentemperatuur goed en efficiënt kan meten. Afb.14 Aanbevolen locaties A 1/2 Z...
6 Installatie Afb.15 Niet-aangeraden locaties B Niet-aangeraden locaties (B): Afgeschermd door een element van het gebouw (balkon, dak, enz.). Dichtbij een storende warmtebron (direct zonlicht, schoorsteen, ventilatierooster, enz.). Opgelet De buitensensor is niet bij de apparatuur inbegrepen, maar wordt afzonderlijk geleverd als accessoire. Zie ook De buitensensor aansluiten, pagina 41 MW-8800N002-1...
6 Installatie Waarschuwing De verwarmingsleidingen moeten volgens de geldende voorschriften worden geïnstalleerd. De afvoerleiding van het overdrukventiel mag niet gesoldeerd worden. Voer eventuele laswerkzaamheden uit op voldoende afstand van de ketel of voordat de ketel geïnstalleerd wordt. Plaats onder het overdrukventiel een afvoer naar het riool van het gebouw.
6 Installatie Waarschuwing Vul de watersifon voor het inschakelen van de ketel om te voorkomen dat er verbrandingsproducten van de ketel in de ruimte terechtkomen. Opgelet Het lozen van condenswater op een dakgoot is niet toegestaan. Zie ook De sifon vullen tijdens de installatie, pagina 42 Gasaansluiting Opgelet Sluit de hoofdgaskraan alvorens met werkzaamheden aan de...
6 Installatie Gevaar Als de rookgasleidingen en de luchttoevoermaterialen niet volgens de instructies geïnstalleerd worden (bijv. geen stevige en correcte bevestiging), kan dit leiden tot gevaarlijke situaties en/of lichamelijk letsel. 6.5.2 Classificatie Belangrijk De installateur is verantwoordelijk voor het toepassen van de juiste diameter, lengte en type van het rookgasafvoersysteem.
Pagina 31
6 Installatie Tab.23 Type rookgasaansluiting: C Principe Beschrijving Aanbevolen fabrikanten Gesloten uitvoering Geveldoorvoer en aansluitma teriaal: Uitmonding in de gevel. Luchttoevoeropening ligt in hetzelfde drukgebied als de uit Cox Geelen monding (bijvoorbeeld een gecombineerde geveldoorvoer). Muelink & Grol Parallelle geveldoorvoer niet toegestaan. AD-3000926-01 (1) Het materiaal moet ook voldoen aan de materiaaleigenschappen uit het desbetreffende hoofdstuk.
Pagina 32
6 Installatie Tab.26 Type rookgasaansluiting: C Principe Beschrijving Aanbevolen fabrikanten Aansluiting in verschillende drukgebieden Aansluitmateriaal en dakdoor voer: Gesloten toestel. Separaat luchttoevoerkanaal. Centrotherm Separaat rookgasafvoerkanaal. Cox Geelen Uitmondend in verschillende drukvlakken. Muelink & Grol Luchttoevoer en rookgasafvoer mogen niet in tegenoverlig Natalini gende gevels worden geplaatst.
Pagina 33
6 Installatie Tab.29 Type rookgasaansluiting: C (10)3X Principe Beschrijving Aanbevolen fabrikanten Gecombineerd luchttoevoer- en rookgasafvoersysteem (collec Aansluitmateriaal tot aan het tief lucht/rookgassysteem) met overdruk gemeenschappelijk kanaal: Minimaal toegestaan drukverschil tussen luchttoevoer en rook Centrotherm gasafvoer is -200 Pa (inclusief -100 Pa winddruk). Cox Geelen Het kanaal dient ontworpen te zijn voor een nominale rookgas...
6 Installatie Maximale rookgasdruk bij keteluitlaat Minimale rookgasdruk bij keteluitlaat -200 -200 -200 -200 -200 -200 Maximale rookgashoeveelheid 11,3 13,2 14,2 16,5 Rookgastemperatuur 80 °C/60 °C °C Rookgastemperatuur 50 °C/30 °C °C Max. rookgastemperatuur SWW °C Min. lengte van rookgasleiding 60/100 Maximale lengte van rookgaskanaal 60/100 6.5.3...
6 Installatie 6.5.4 Afmetingen rookgasafvoerleiding Waarschuwing Het leidingwerk dat op de rookgasadapter wordt aangesloten, moet voldoen aan onderstaande afmetingen. Afb.19 Afmetingen open aansluiting Uitwendige afmetingen rookgasafvoerleiding Tab.33 Afmetingen leiding (min-max) 60 mm 59,3 - 60,3 mm 80 mm 79,3 - 80,3 mm 100 mm 99,3 - 100,3 mm ød...
Pagina 36
6 Installatie Afb.22 De concentrische adapter De bocht van 90° maakt het mogelijk om de ketel aan te sluiten op installeren toevoer- en afvoerleidingen en die aan te passen aan de uiteenlopende eisen. De bocht kan ook worden gebruikt als extra bocht in combinatie met de 45°-buis of -bocht.
6 Installatie Installatievoorbeelden concentrische leiding Afb.23 Installatievoorbeelden concentrische leiding BO-0000054 6.5.6 Gesplitste (parallelle) leidingen Belangrijk Deze leidingen worden op verzoek als accessoire meegeleverd. Afb.24 Gesplitst type inlaat-afvoerleiding Voor bepaalde installaties van luchttoevoer- /rookgasafvoerleidingen is het mogelijk om gebruik te maken van een parallelle adapter. Deze adapter maakt het mogelijk om de inlaat en afvoer in elke gewenste richting te installeren dankzij de 360°...
6 Installatie Afb.25 Installatie op basis van afzonderlijke leidingen BO-0000020 Opgelet Bevestig de adapter op juiste wijze door deze van positie “0” naar positie “1” te draaien, zoals in de afbeelding weergegeven. Opgelet Zorg voor een afschot van de rookgasafvoerleiding van minimaal 5 cm per meter.
6 Installatie L2: Maximale lengte rookgasafvoerleiding L: Maximale lengte toe- en afvoerleiding (L1+L2 voor gesplitste leidingen) Tab.35 Maximale lengtes rookgasbuizen 24/28 MI 30/35 MI Type adapter Ø [mm] L [m] L [m] 80/80 L - L1 L - L1 60/100 80/125 Belangrijk Informatie over rookgasafvoerleidingen die door de fabrikant...
6 Installatie Waarschuwing Controleer of het totale nominale stroomverbruik van de accessoires die op het apparaat zijn aangesloten lager is dan 1 A. Als het verbruik hoger is, moet een relais worden geïnstalleerd tussen de accessoires en de printplaat van de stroomvoorziening. 6.6.1 Toegang zoeken tot de elektrische aansluitingenkaart van de ketel Om toegang tot de componenten van de ketel te krijgen moet u de twee...
6 Installatie Afb.29 Bekabeling toevoegen aan de ketel 230 V Tdhw Tout R-Bus 777360 1 Ø 230 V [mm] Tdhw Tout R-Bus BO-7746442-4 6.6.3 De kamerthermostaat aansluiten Afb.30 De R-Bus (OT-RT)- Voordat u de kamerthermostaat (RT), het OpenTherm-apparaat (OT) of de kamerthermostaat aansluiten R-BUS op aansluitklemmen 7-8 van de M2 aansluitprint aansluit, moet u de brugdraad verwijderen, zoals in de afbeelding hiernaast getoond.
Ontlucht ten slotte alle stralingselementen binnen het systeem. De Dietrich accepteert geen aansprakelijkheid voor schade die voortvloeit uit de aanwezigheid van luchtbellen in de warmtewisselaar als gevolg van het nalaten om de hierboven vermelde instructies op correcte en accurate wijze uit te voeren.
6 Installatie Afb.35 Methode voor het vullen van de Vul de sifon door water in het gat (A) te gieten totdat het water uit de sifon waarbij de leiding gemonteerd afvoer van de sifon (B) begint te stromen, zoals in de afbeelding getoond. Opgelet We raden u aan om speciale zorg te besteden aan het vullen van de sifon, zoals in afbeelding (A) getoond.
Zie voor instructies voor het ontsteken van de ketel het volgende hoofdstuk getiteld "Opstarten". Gasinstellingen Alleen erkende De Dietrich dealers mogen het product in bedrijf stellen en indien nodig wijzigingen aan het gassysteem aanbrengen. MCR—S 7791149 - 03 - 07042023...
7 Inbedrijfstelling 7.4.1 Afstelling van de gasklep Afb.37 Gasklep OFFSET-meting drukaansluiting Drukaansluiting gasvoeding Pout Gasdrukaansluiting op de brander Pout Afstelschroef van het gasdebiet OFFSET-afstelschroef Voer de hieronder beschreven handelingen uit om de gasklep te kalibreren: Kalibratie van de maximale belasting Controleer of het CO -gehalte dat in de afvoerpijp is gemeten terwijl de ketel op de maximale belasting draait, overeenkomt met de waarde...
7 Inbedrijfstelling Afb.39 Voorbeelden van verbrandingscontroles BO-0000246 Opgelet Om de verbrandingsproducten te analyseren, moet er sprake zijn van een adequate warmte-uitwisseling in de installatie in de verwarmingsmodus of sanitair-watermodus (open hiertoe een of meerdere SWW-kranen) om te voorkomen dat de ketel vanwege oververhitting uitschakelt.
8 Werking VOORPANEEL GESLOTEN Gassoort Nominaal CO2% Maximaal CO Nominaal O2% Max Pn Pmin Max Pn Pmin 10,3% 9,7% 5,2% 6,1% < 250 (10,2 ÷ 10,8) (9,2 ÷ 9,8) (5,4 ÷ 4,4) (6,9 ÷ 6,0) * Bij het gebruik van mengsels tot 20% waterstof (H ) voor het kalibreren van de gasklep alleen refereren aan de waarde van het O Belangrijk...
8 Werking Afb.43 Open het menu 2. Druk tegelijkertijd op de twee toetsen aan de rechterkant om toegang krijgen tot de beschikbare menuopties. Tab.39 Beschikbare menuopties F4 F4 Informatiemenu BO-0000272-3 Gebruikersmenu Installateursmenu Storingsmenu Tellermenu 3. Druk op de toets F2 – F3 om de cursor te verplaatsen. 4.
8 Werking 8.2.2 De aanvoertemperatuur in de verwarmingsmodus wijzigen De CV aanvoertemperatuur kan verhoogd of verlaagd worden afhankelijk van de warmtebehoefte. Belangrijk De CV aanvoertemperatuur kan alleen op deze wijze aangepast worden bij gebruik van een aan/uit thermostaat. Afb.46 Beschrijving van toetsen 1.
9 Instellingen Vorstbeveiliging Het is raadzaam te voorkomen dat de cv-installatie volledig wordt afgetapt, omdat het verversen van het water kan resulteren in onnodige en schadelijke afzetting van ketelsteen binnen de ketel en verwarmingselementen. Als de cv-installatie niet tijdens de wintermaanden zal worden gebruikt en er sprake is van kans op vorst, raden we aan om een geschikte antivriesoplossing die voor een specifiek doel is ontwikkeld (bijv.
9 Instellingen Parameterlijst Tab.40 Parametertabel Fabrieks- Naam Beschrijving Minimum Maximum Niveau waarde Werking van contact X15 (zie ook instelling AP098) 1: Contact open —> Verwarming, sanitair warm water en vorstbeveiligingsfunctie uitgeschakeld (storingscode H02.10) AP001 – – Installateur 2: Contact open —> Verwarming, sanitair warm water uitgeschakeld (storingscode H02.09) 3: Contact open —>...
Pagina 52
9 Instellingen Fabrieks- Naam Beschrijving Minimum Maximum Niveau waarde Type gebruikte buitensensor: 0: Auto 1: Bedrade sensor AP091 – – Installateur 2: Draadloze sensor 3: Internet gemeten 4: Geen Configuratie van contact X15 voor blokkerende in gang van ketel (zie ook instelling AP001) AP098 Installateur 0: Normaal open...
Pagina 53
9 Instellingen Fabrieks- Naam Beschrijving Minimum Maximum Niveau waarde De warmwaterboilersensor/-thermostaat inscha kelen DP150 – – Installateur 0: SWW (sanitair warm water)-sensor 1: SWW (sanitair warm water)-thermostaat Richttemperatuur van de legionella-preventiefunc DP160 Installateur tie [°C] SWW-modus: 0: Programmering sanitair warm water (alleen be schikbaar met thermostaat) DP200 1: Handmatig (ketel met warmwaterboiler) –...
Pagina 54
9 Instellingen Fabrieks- Naam Beschrijving Minimum Maximum Niveau waarde Vereiste omgevingstemperatuur (°C) voor de zone CP200 Gebruiker in handmatige modus Wijziging van de stooklijn in de gereduceerde mo CP220 Installateur dus (met buitensensor). Het effect van de thermostaat aanpassen in verge CP240 Installateur lijking met de buitensensor...
9 Instellingen Zie ook Circulatiepomp, pagina 20 Parameters wijzigen 9.3.1 De stooklijn instellen Afb.51 Aansluitingen Sluit de buitensensor aan op aansluitklemmen 5-6 en sluit de kamerthermostaat van het type "aan/uit" of de thermostaat van het type "OpenTherm" aan op aansluitklem 7-8 van de M2 aansluitprint nadat de jumper verwijderd is.
9 Instellingen Weergave van de gemeten waarden Ga als volgt te werk om het informatiemenu te openen: Afb.53 Toegang tot informatiemenu Druk de twee rechter knoppen gelijktijdig in; Het symbool knippert op het display; F4 F4 Druk op toets F4 om het menu INFO te openen; Druk op de toetsen F2 - F3 om de parameters te bekijken;...
9 Instellingen SUBSTATUS Vlamcontrole Werking van de ventilator tijdens ontstekingspogingen Werking op de ingestelde richttemperatuur Werking op de beperkte richttemperatuur Werking op het vereiste vermogen Helling niveau 1 gedetecteerd Helling niveau 2 gedetecteerd Helling niveau 3 gedetecteerd Vlambescherming actief Stabilisatietijd Start ketel bij minimumvermogen De werking van de verwarmingsmodus is onderbroken door een verzoek om sanitair warm water.
10 Onderhoud Tellers Niveau Beschrijving DC005 Installateur Aantal opstarturen van de brander voor de sanitair-warmwatermodus PC001 Installateur Indicatief elektrisch energieverbruik [kW/h] in verwarmingsmodus PC002 Installateur Aantal branderstarts voor verwarming en de sanitair-warmwatermodus PC003 Installateur Aantal opstarturen van de brander voor verwarming en de sanitair-warmwatermodus PC004 Installateur Lekkage brandervlam...
10 Onderhoud Afb.56 CODE 2. Houd de toets F3 ingedrukt totdat de code 0012 wordt weergegeven. BO-0000272-4 Afb.57 Installateurscode 3. Druk op de toets F4 om te bevestigen en de servicemelding te resetten. BO-0000272-5 10.2.3 Een aankomende servicemelding resetten Reset een aankomende servicemelding zodra de tussentijdse servicebeurt is uitgevoerd.
10 Onderhoud Afb.62 Stap 8 8. Druk circa 3 seconden op de toets F4 om te bevestigen en de servicemelding te resetten. Het display toont DONE. De servicemelding is gereset. 9. Druk enkele keren op de toets F1 om naar het beginscherm terug te keren.
10 Onderhoud 10.3.5 De automatische ontluchter controleren U verkrijgt toegang tot de ketelpomp door het voorpaneel en het onderste bedieningspaneel te verwijderen. Controleer of de ontluchter van de pomp werkt. Vervang de ontluchter als er sprake is van lekkage. 10.3.6 De sifon reinigen Afb.63 De sifon demonteren...
10 Onderhoud 15. Controleer (bijvoorbeeld met een spiegel) of er geen zichtbare stofresten zijn achtergebleven. Zuig eventuele verbrandingsresten op met een stofzuiger. 16. Het is niet toegestaan om de branderkamer te reinigen met niet- goedgekeurde chemische producten, en in het bijzonder ammoniak, zoutzuur, natriumhydroxide (natronloog) enzovoort.
10 Onderhoud 6. Breng het filter opnieuw in de cartridge aan, plaats de cartridge opnieuw in de houder en zet deze vast met een geschikte schroevendraaier. Aanwijzing Als de O-ringen in de hydraulische groep moeten worden vervangen en/of gereinigd mag u geen olie of vet als smeermiddel gebruiken, maar alleen toevoegingen aanbevolen door de fabrikant.
10 Onderhoud 10.4.2 De platenwarmtewisselaar demonteren De roestvaststalen platenwarmtewisselaar kan eenvoudig worden verwijderd, zoals hieronder beschreven: 1. Koppel de ketel los van de netvoeding. 2. Sluit de gaskraan af. 3. Sluit de retourleiding van de cv-installatie en sluit de aanvoerkranen. 4.
11 Bij storing Opgelet Als de instellingen CN1 en CN2 op basis van de gegevens op het typeplaatje worden gewijzigd, worden de vorige instellingen ook gewist. Als bijvoorbeeld het gas gewijzigd wordt, moet ook de juiste kalibratie voor het gasblok weer ingesteld worden. 11 Bij storing 11.1 Tijdelijke en permanente storingen...
Pagina 67
11 Bij storing DISPLAY OORZAAK – Controle/oplossing Voor de meeste controles en oplossingen is een BESCHRIJVING VAN TIJDELIJKE STORINGEN Groeps Specifie installateur vereist. code ke code ONVOLDOENDE CIRCULATIE Controleer de circulatie van de ketel/installatie Start een handmatige ontluchting Controleer de druk van de installatie Maximaal temperatuurverschil tussen aanvoer en re...
Pagina 68
11 Bij storing DISPLAY OORZAAK – Controle/oplossing Voor de meeste controles en oplossingen is een BESCHRIJVING VAN TIJDELIJKE STORINGEN Groeps Specifie installateur vereist. code ke code SIGNAAL GEEFT BLOKKERENDE INGANG Gedeeltelijke stop van de ketel (vorstbeveiligingsfunc H.02 Controleer of X15 open is, controleer de aange tie actief) sloten apparaten Configuratiefout parameter: Controleer AP001...
Pagina 69
11 Bij storing DISPLAY OORZAAK – Controle/oplossing BESCHRIJVING VAN PERMANENTE STORINGEN Speci Voor de meeste controles en oplossingen is een Groeps (RESET) fieke co installateur vereist. code SENSOR GESLOTEN Controleer de werking van de sensor E.00 Temperatuursensor SWW-boiler kortgesloten Controleer de aansluiting van de sensor/bestu ringsprint SENSOR GEOPEND De temperatuursensor voor rookgassen is niet aange...
Pagina 70
11 Bij storing DISPLAY OORZAAK – Controle/oplossing BESCHRIJVING VAN PERMANENTE STORINGEN Speci Voor de meeste controles en oplossingen is een Groeps (RESET) fieke co installateur vereist. code Minimale druk niet bereikt na 6 minuten automatisch FOUT BIJ AUTOMATISCH VULLEN E.02 vullen Controleer of automatisch vullen werkt FOUT ELEKTRISCHE AANSLUITING...
Pagina 71
11 Bij storing DISPLAY OORZAAK – Controle/oplossing BESCHRIJVING VAN PERMANENTE STORINGEN Speci Voor de meeste controles en oplossingen is een Groeps (RESET) fieke co installateur vereist. code Schakel de stroomvoorziening uit en weer in en E.04 Communicatie interne stop daarna RESETTEN FOUT HOOFDBESTURINGSPRINT E.04 .254...
12 Uitbedrijfname Belangrijk Bij het aansluiten van een ruimte-unit/Open Therm-regeleenheid op de ketel wordt altijd de code “254” weergegeven als er sprake is van een fout. Raadpleeg de foutcode op het keteldisplay. 12 Uitbedrijfname 12.1 Procedure voor uitbedrijfname Belangrijk Alleen een erkend installateur mag werkzaamheden aan de ketel en de verwarmingsinstallatie verrichten.
Pagina 73
13 Verwijdering Wanneer oude apparaten worden vervangen door nieuwe is de verkoper wettelijk verplicht het oude apparaat mee te nemen en het kosteloos af te voeren. Het symbool op het apparaat geeft aan dat het verboden is het product af te voeren als gemengd stedelijk afval. Afb.67 Recycling Waarschuwing...
Pagina 74
13 Verwijdering MCR—S 7791149 - 03 - 07042023...
Pagina 76
Serviceline www.meiertobler.ch DUEDI S. MEIER TOBLER Distributore Uffi ciale Esclusivo De Dietrich-Thermique Italia Via Maestri del Lavoro, 16 Chemin de la Veyre-d'En-Haut B6, 12010 San Defendente di Cervasca (CN) CH -1806 St-Légier-La-Chiésaz +39 0171 857170 +41 (0) 21 943 02 22 +39 0171 687875 info@meiertobler.ch...