1.2
De aanvoerbuizen van verse lucht en voor de
rookgasafvoer (of de luchtopening) controleren
De leidingen moeten rookgasdicht en corrosiebestendig zijn.
1.3
Condensafvoer controleren (Sifon)
Controleer de sifon, deze moet tot de merkstreep met schoon water
gevuld zijn.
48
1.4
Controle van de ontstekingselektrode
- Veeg alle sporen van neerslag weg met een schuursponsje.
- Controleer de onderlinge afstand tussen de elektroden (3 tot 4
mm).
- Controleer de afdichtpakking.
- De waarde van de ioniseerstroom controleren. Indien de
ionisatiestroom lager is dan 3µA, controleer dan de ontstekings-/
ionisatie-elektrode, alsmede de ontstekingslijn en de aarding.
- Monteer de ontstekingselektrode .
De ontstekingskabel is op de ontstekingselektrode bevestigd
en mag dus niet verwijderd worden.
MCR 24, 24/28 MI, 30/35 MI, 34/39 MI
08/06/06-300008462-001-B