• Overmatig veel materiaal ineens in de machine invoeren heeft geen zin. Door het ingevoerde
materiaalvolume te beperken bekomt u een vlottere verwerking.
• Bij de invoer van takken zal men eerst het dikste uiteinde van de tak in de invoertrechter
inbrengen.
• Breng de takken bij voorkeur aan de rechterkant van de trechter in. Dit zal de
versnipperingstijd van de houtsnippers verlengen vooraleer ze naar de turbine toe gezogen
worden. Dit zorgt er ook voor dat de snippers kleiner zijn.
• Als het volume te verwerken bladeren groot is, raadt ELIET in dit geval aan afwisselend
bladeren en takken te hakselen.
• Merkt u tijdens het werken een vreemd geluid op, stop dan onmiddellijk het werk. Stop de
motor (noodstopbeugel) en onderzoek de oorzaak van het defect. Voer dan eerst de nodige
reparaties uit alvorens verder te gaan.
• Indien de bediener merkt dat desondanks alle voorbereiding toch een vreemd voorwerp in de
machine zou zijn terechtgekomen, schakelt hij meteen de motor uit. Hij verwijdert het vreemde
voorwerp en gaat eventuele schade na. In geval van schade wordt deze eerst hersteld.
• In principe moet de motor vanzelf uitschakelen bij het openen van de versnipperkamer. Zou dit
niet het geval zijn door een defect in het elektrisch circuit, dan moet de bediener onmiddellijk
zelf de machine uitschakelen en mag er niet meer met de machine gewerkt worden tot het
defect verholpen is.
• In geval een verstopping in de versnipperkamer dreigt, schakel dan steeds meteen de machine
uit om de verstopping vrij te maken. Let wel, wacht tot de messen volledig tot stilstand zijn
gekomen alvorens een actie te ondernemen.
10.6.3. Na het afslaan van de motor
De motor kan afslaan door overbelasting, te snel invoeren van hout, het opstoppen van de
blaaspijp, tekort aan benzine, de benzinekraan staat dicht, het oliepeil is niet voldoende, de
veiligheidshendel staat niet in de juiste positie, de sluitplaat van de versnipperkamer is niet goed
afgesloten. In deze gevallen kan men vrij eenvoudig de versnipperaar weer opstarten. Volg hierbij
volgende handelingen:
1. Controleer het benzinepeil in de benzinetank (zie § 10.2 Bijvullen van de benzine).
2. Verwijder alle takken uit de invoertrechter.
3. Trek even aan de starterkoord. Zo stelt men vast of de messenas
nog geblokkeerd zit. Zodra men weerstand voelt en de koord niet
meer verder kan trekken laat men deze gewoon weer los. Het heeft
geen zin hard aan de koord te trekken, dit kan enkel de koord doen
breken of het startmechanisme overbelasten.
4. Indien de messenas vast zit, moet het hakselhuis leeg worden
gemaakt. Hiervoor moeten we de versnipperkamer openmaken.
Het sluitscherm zit vast met een sterschroef aan de bovenzijde.
Draai de sterschroef los en klap het sluitscherm neer.
30
Let op:
Voor elk onderhoud draagt men steeds handschoenen. Bij het leegmaken
van de maalkamer komt men in de buurt van de messen. Deze zijn
vlijmscherp dus hier is een reëel gevaar voor snijdwonden. Wees voorzichtig
en probeer elk contact te vermijden.
5. Verwijder alle houtsnippers en houtresten die in de versnipperkamer zitten. Monteer de
afsluitplaat zorgvuldig opnieuw op de versnipperkamer en controleer of dit goed gedaan werd
6. Als houtsnippers de schroef van de turbine blokkeren, verwijdert u de inhoud van de turbine
met een gereedschap of door de schroef voorzichtig te draaien.
7. Wanneer de blaaspijp geblokkeerd is, opent u de sluitplaat van de versnipperkamer om deze
vrij te maken. Nadat de blaaspijp is vrijgemaakt, doet u de sluitplaat van de versnipperkamer
dicht en vergrendelt u deze door de sterschroef vast te draaien.
8. Ga bij het opnieuw invoeren van materiaal in de machine wat zachter te werk om te voorkomen
dat de machine opnieuw vastloopt.
9. Start de motor opnieuw om de versnipperaar te starten. (zie § 10.4 Starten van de motor)
Tips om verstopping van de snijrotor & de turbineschroef te voorkomen
• Plaats geen takken met een grotere dikte dan aanbevolen (max. 6 cm), of te veel takken
waarvan het uiteindelijke volume de maximale aanbevolen dikte (max. 6 cm) overschrijdt.
• Laat het materiaal niet los wanneer u het in de invoertrechter voert, begeleid het door het,
indien nodig, tegen te houden, zorg er bij het invoeren van materiaal in de machine voor dat de
motor niet overbelast raakt.
• Let ook op de uitvoerstroom van de snippers bij de uitlaat van de blaaspijp: een zwakke
stroom kan wijzen op het begin van vastlopen, of de motorsnelheid is te laag en uiteraard is de
snijrotor te traag door een te hoge belasting.
• Plaats het te versnipperen materiaal bij voorkeur aan de rechterkant van de wand van de
invoertrechter; zo worden de snippers tijdens het versnipperen fijner gehakt, wat ook het risico
op verstopping van de turbine en de blaaspijp vermindert.
• Vul de inlaat van de invoertrechter niet voor meer dan de helft, zodat er voldoende lucht in
de versnipperkamer komt en er een "goede luchtstroom" is. Een goede luchtcirculatie zal ook
het risico van verstoppingen en vastlopen verminderen. Druk het loof en eventueel handvol
bladeren aan om dit te voorkomen.
31