10.
Gebruiksaanwijzing
10.1.
Voorafgaande controles
Let op:
Maak er een gewoonte van de volgende controles uit te voeren voordat u met
het werk begint:
Checklist
1. Ga na of de messen nog in goede staat zijn en goed bevestigd zijn. Trek ter controle de
mesbouten even aan In geval de messen geslepen moeten worden, moet dit eerst gebeuren.
Indien men scheuren of breuken in een mes of meshouder vast stelt, moet dit onverwijld
vervangen worden (zie § 12.5.6 omkeren en vervangen van de versnippermessen).
Artikelnummer van de messen: BU 401 200 302
2. Controleer of er voldoende olie in de machine is. Trek hiervoor de peilstift van de motor uit
en controleer of het olieniveau niet onder de minimumaanduiding is gekomen (zie §12.4.2
controle van het oliepeil van de motor).
3. Controleer op voorhand of de benzinetank volledig gevuld is. Zo niet moet brandstof worden
bijgevuld (zie §10.2 bijvullen van de benzine).
4. Controleer of het luchtfilter niet te sterk vervuild is (zie §12.4.3 Luchtfilter reinigen).
5. Controleer of de afsluitplaat achteraan de machine op de juiste manier werd vastgemaakt.
6. Controleer of de riemspanning nog voldoende is (zie §12.4.5 Controle van de riemspanning).
Zo niet kan me deze bijstellen (zie §12.5.5. Riemspanning regelen).
7. Alvorens het werk aan te vatten gaat men na of alle afschermkappen aanwezig zijn, en of deze
op de juiste manier zijn vastgemaakt.
8. Alvorens het werk aan te vatten gaat men na of de versnipperkamer en de turbine volledig vrij
zijn van snippers.
9. Controleer, of alle veiligheidsvoorzieningen op de machine nog functioneel zijn.(zie § 8.2
Veiligheidsvoorschriften)
Zijn deze punten gecontroleerd en goedgekeurd, dan kan men de werkplek inrichten (zie § 10.3
Voorbereiding van de werkplek) en met de machine naar het werkterrein rijden.
24
10.2. Bijvullen van benzine
Als er niet genoeg brandstof in de machine zit, vul deze dan bij. Het is aan te raden
steeds verse benzine te gebruiken. Gebruik loodvrije benzine, bij voorkeur E5
(98 octaan).
Waarschuwing:
Benzine is onder bepaalde omstandigheden uitermate brandbaar en zeer
explosief. Brand en explosie van benzine kunnen ernstige brandwonden
of schade aan eigendommen veroorzaken. Hou daarom rekening met
onderstaande punten:
• Het bijvullen van benzine mag nooit gebeuren bij een draaiende motor. Laat de motor steeds
enkele minuten afkoelen alvorens brandstof bij te vullen.
• Gebruik alleen verse benzine, idealiter minder dan 30 dagen oud. Om de houdbaarheid te
verlengen kunnen additieven worden toegevoegd, of het gebruik van "Alkylate" brandstof kan
ook een goed alternatief zijn voor incidenteel of veelvuldig gebruik.
• Bewaar benzine in een goedgekeurde tank. Hou deze buiten het bereik van kinderen.
• Vul nooit benzine bij op de plaats waar later gewerkt moet worden. Blijf voor het vullen
minstens 10 m van de gekozen werkplek. Dit om eventueel brandgevaar te voorkomen.
• Maak de omgeving van de brandstoftankdop schoon en verwijder vuil. Doe de tank niet
helemaal vol. Vul bij tot de brandstof ongeveer 10 mm van de bovenrand komt. Vul de tank dus
niet tot in de opening ervan.
• Gebruik steeds een trechter of tuit om de brandstof in de tank te gieten.
• Plaats de dop zo snel mogelijk weer op de tank. Als bij het tanken benzine gemorst wordt,
moet de motor meteen worden schoongemaakt.
• Let er ook op dat uw kleding niet in aanraking komt met de benzine. Indien dit wel het geval is,
moet u direct andere kleding aantrekken.
• Het is gevaarlijk en daarom ten strengste verboden brandstof bij te vullen in de buurt van
rokers of in de buurt van een open vlam.
• Als u brandstof inslikt of als er brandstof in uw ogen terechtkomt, moet u onmiddellijk een arts
raadplegen.
25