Inhoudsopgave
Advertenties
10.3. Voorbereiding van de werkplek
• De plaats waar gewerkt zal worden met de machine, moet eerst worden eerst opgeruimd.
• Ook de aanvoerwegen voor groenafval worden vrijgemaakt zodat de bediener zeker niet kan
struikelen. Ook hier dient de bediener zijn veiligheid te verzekeren.
• Men mag niet met de machine werken als deze op een helling staat (geen voor- of
achterwaartse of zijdelingse helling).
• Het hakselmateriaal wordt vooraf gesorteerd. Op deze manier weet de bediener zeker dat
geen vreemde voorwerpen met het hakselmateriaal in de machine kunnen terecht komen.
• Onder de noemer vreemde voorwerpen wordt verstaan: alles wat niet organisch is of dat de
voorgeschreven maximumdiameter overschrijdt (vb. metaal, steen, plastic, touw, textiel ...).
Sommige van deze zaken kunnen ernstige schade aan de machine toebrengen of kunnen als
ware projectielen op de bediener worden afgevuurd.
10.4. Starten van de motor
Let op:
Start nooit de machine als stof of vuil op de motor ligt of tussen de
koelvinnen van de motor zit. Dit zorgt voor een minder goede afkoeling van
de motor of kan brand veroorzaken!
Waarschuwing:
De messenas wordt rechtstreeks aangedreven door de motor. Er is geen
ontkoppeling voor de messen. De machine wordt dus gevaarlijk zodra de
motor draait. Bijgevolg moet de motor meteen uitgeschakeld worden als men
in een situatie terechtkomt waarbij men de controle over het werk verliest.
• Indien zich nog snippers in de versnipperkamer bevinden zal men deze eerst verwijderen
alvorens de machine te starten. Dit nalaten kan zorgen voor beschadiging aan het
startmechanisme. Merkt men desondanks op dat men de motor niet op gang kan trekken, dan
zal men controleren of de turbine niet geblokkeerd zit door geknelde snippers.
• Wees er zeker van dat invoertrechter leeg is (geen gereedschap ...).
• Men moet er rekening mee houden dat de motor enkel kan gestart worden als de
noodstopbeugel en de afsluitplaat van de versnipperkamer in de juiste positie staan.
• De machine wordt dus gevaarlijk zodra de motor draait. Het snijdmechanisme kan op
elk ogenblik ongewenst snippers uitblazen. Positioneer bijgevolg de machine en richt de
deflectorkap zodat de geprojecteerde snippers geen schade kunnen aanbrengen.
26
Waarschuwing:
Voordat u de machine start, dient u adequate beschermingsmiddelen te
dragen (handschoenen, veiligheidsbril, gehoorbescherming).
Alvorens de motor op gang te brengen, dient men te controleren of er voldoende olie en
brandstof in de motor aanwezig is, mocht dit bij de voorafgaande controle nog niet gebeurd zijn.
Voor de controle en het eventueel bijvullen van het oliepeil zie § 12.4.2 Controle van het oliepeil
van de motor.
Voor het bijvullen van benzine, zie § 10.2 Bijvullen van benzine.
CONTACTSLOT
• Indien er een benzinekraan op het benzinereservoir zit, zet
men deze open.
• Bedien, afhankelijk van het merk van de motor, de hendel of
AAN
zet de knop in de stand "ON".
AAN
CHOKEKNOP
• Zet de choke (starter) hendel op 'Close'. Draai daartoe de
hendel in de richting van de pijl.
DICHT
OPEN
DICHT
• Zet de gashendel in de maximumstand (pictogram van de
haas).
MAX.
MIN.
MIN.
1/3 POSITIE
• Trek iets aan de starterhandgreep totdat u weerstand voelt
GASHENDEL
en trek dan snel en stevig door. Laat het startkoord rustig
terugrollen.
• Zodra de motor draait, zet men snel de chokehendel op 'Open'. Dit om te verhinderen dat
de motor overtollig veel benzine krijgt. Wordt dit echter vergeten dan vertraagt de motor en
begint fel te roken. Uiteindelijk slaat hij dan ook af. Men herstart dan gewoonweg de motor
zonder de choke op te zetten.
• Indien de motor niet meer op gang te krijgen is, is de bougie mogelijk verzopen of vervuild.
Men dient deze dan ook te reinigen of te vervangen (zie hoofdstuk 11.5.2 Bougie controleren of
vervangen).
27
Advertenties
Inhoudsopgave
