8
Bediening
8.1
Algemeen
8.1.1
Bediening/uitlezing van de ECO-Control
algemeen
ID....
Figuur 10: Display ECO-Control
Het display dient voor:
•
Uitlezen van de proceswaarden.
•
Uitlezen van de storingen/meldingen, zie tabel
13: Overzicht alarmcodes ECO-Control.
•
Uitlezen van de parameters.
•
Uitlezen van parameterwaarden.
Er zijn in de ECO-Control 4 bedienings-/uitlees
situaties mogelijk:
•
bedrijfsmodus;
•
storingsmodus;
•
parameter instelmodus;
•
parameter wijzigingsmodus.
De bedrijfsmodi zijn op de volgende manier
herkenbaar bij de:
•
drukregeling aan de uitlezing van de druk in het
display;
•
flow/brandregeling aan de punt linksonder bij het
2e cijfer in het display;
•
storingsmodus aan het wisselen van het display
tussen de bedrijfsmodus en een storingsmodus.
•
parameter instelmodus aan de punt rechtsonder
naast het 2e cijfer in het display.
De parameter wijzigingsmodus kan alleen bereikt
worden via parameter instelmodus en heeft geen
verdere kenmerken.
8.1.2
Aanwijzingen
•
Bij het indrukken van een pijltoets worden alle
storingen gereset behalve de storingen die op
dat moment nog aanwezig zijn.
•
Door het indrukken van een van de pijltoetsen
worden alle interne timers gereset, zoals de
teller van het aantal pompstarts per uur.
•
Als de ECO-Control spanningsloos gemaakt
wordt, worden alle tellers gereset. De
parameter-waarden blijven behouden.
•
De teller voor het proefdraaien begint te tellen
zodra de ECO-Control van spanning wordt
voorzien, deze teller wordt gereset na het
proefdraaien, dit betekent dat het proefdraaien
elke keer met de waarde uit pararameter 17
opschuift en dus niet elke dag om bijvoorbeeld
17.00 uur proefdraait.
•
De melding motorstroom te laag wordt
gegenereerd aan de hand van een meting. Dit is
gebaseerd op een percentage parameter 20 van
de ingestelde motorstroom uit parameter 18
•
Als parameter 26 op de waarde 1 wordt gezet,
worden de parameters van de ECO-Control
gereset naar de fabrieksinstellingen.
8.2
Indicatie / storing
Tijdens het opstarten wordt gedurende een korte tijd
de software versie en de bedrijfsmodus aangegeven.
Het scherm laat tijdens de werking de druk in het
systeem, stroming (1) / geen stroming (0) of
brandalarm (1) / geen brandalarm (0) zien.
25