Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Basiswerking Brandalarm; Basiswerking Droogloopbeveiliging Bij Proefdraaien - DP Hydro-Unit ECO Series Bedienings- En Onderhoudsvoorschriften

Inhoudsopgave

Advertenties

1.
Let op: bij een reset gaan alle instellingen terug naar de Fabrieksinstellingen zoals weergegeven in de parameterlijst. Stel
na een de nominale motorstroom (par 18) in. Verkeerde instellingen kunnen leiden tot een onjuiste of geen werking van de
installatie.
OPMERKING
De laagste alarmcode heeft altijd
prioriteit t.o.v. de hogere alarmcode.
Tabel 11: Alarmcodes bij 'brandregeling'
10 Brandalarm geactiveerd / motorstroom-
beveiliging gedeactiveerd.
11 Motorstroom te hoog/pomp uit
12 Brandalarm geactiveerd
13 Droogloopbeveiliging geactiveerd
14 Droogloopbeveiliging geactiveerd
15 Temp. Ingang geactiveerd
21 Motorstroom te laag
22 Proefdraai cyclus in werking
1.
Bij proefdraaien werkt de stroombeveiliging onafhankelijk van parameter 20 en schakelt bij overschrijding van de inge-
stelde motorstroom het pomprelais uit en het alarmrelais in.
5.6.3

Basiswerking brandalarm

De pomp wordt ingeschakeld bij het verbreken of
maken (NO/NC) van het brandalarmcontact
(parameter 23). De pomp schakelt alleen uit d.m.v.
een reset op de ECO-Control (als het
brandalarmcontact is hersteld).
Brandalarm heeft altijd voorrang op andere
meldingen. De pomp zal blijven draaien zolang het
brandcontact aangesproken wordt (NC/NO
naargelang de instelling van parameter 23).
Als de motorstroom de maximale stroom ingesteld in
parameter 18 overschrijdt zal de pomp worden
gestopt, tenzij de stroombewaking is uitgeschakeld
middels parameter 21.
Par. 20=1 Nee Ja
Aan Ja
Par.20=0
Nee Ja
Uit
Ja
Par.0=1/2 Ja
Nee Aan Ja
Par.0=3
Nee Ja
Par.1=0
Ja
nee
Uit
Ja
Par.1=1
Nee Ja
Uit
Ja
Par.1=0
Ja
Nee Uit
Ja
Par.1=1
Nee Ja
Uit
Ja
Ja
Nee Aan Ja
NVT NVT Aan Nee
5.6.4
Basiswerking droogloopbeveiliging bij
proefdraaien
Als de voordruk aanwezig is mag de pomp
worden gestart.
Als de voordruk niet meer aanwezig is wordt de
droogloopvertraging gestart (parameter 14).
Is de minimale voordruk na het verstrijken van
de droogloopvertraging niet terug, valt de
installatie in storing, afhankelijk van parameter 1
= 0/1. De pomp wordt uitgeschakeld (alarmcode
13 of alarmcode 14).
Is de voordruk terug voordat de
droogloopvertragingstijd is afgelopen, blijft de
installatie gewoon in bedrijf.
Pomprelais blijft aangestuurd ook als de
motorstroom te hoog is
1
19

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave