Inhoudsopgave
Advertenties
INSTALLATIe
Onderhoud
Meetwaarden van temperatuursensoren
Voor aangesloten en geïntegreerde temperatuursensoren gelden
de volgende meetwaarden:
Sensoren TC0, TL2, TR4, TR5
°C
Ω
°C
T
-40
154300
5
-35
111700
10
-30
81700
15
-25
60400
20
-20
45100
25
-15
33950
30
-10
25800
35
5
19770
40
0
15280
45
Sensoren TC3, TR3
°C
Ω
°C
T
-20
96358
20
-15
72510
25
-10
55054
30
-5
42162
35
0
32556
40
5
25339
45
10
19872
50
15
15699
55
Sensoren TR1, TR6
°C
Ω
°C
T
-20
198500
30
-15
148600
35
-10
112400
40
-5
85790
45
0
66050
50
5
51220
55
10
40040
60
15
31540
65
20
25030
70
25
20000
75
11.1 Verdamper reinigen
Stof of vuil op de verdamper of de aluminium lamellen moet wor-
den verwijderd.
Materiële schade
!
De dunne aluminium lamellen kunnen makkelijk bescha-
digd raken.
- Droog de aluminium lamellen niet met een doek.
- Gebruik bij het reinigen van de aluminium lamellen
geen harde voorwerpen.
- Draag bij de reiniging veiligheidshandschoenen om
de handen tegen snijwonden te beschermen.
- Reinig de lamellen niet met te hoge waterdruk.
www.stiebel-eltron.com
Ω
°C
Ω
T
T
11900
50
1696
9330
55
1405
7370
60
1170
5870
65
980
4700
70
824
3790
75
696
3070
80
590
2510
85
503
2055
90
430
Ω
°C
Ω
T
T
12488
60
2490
10001
65
2084
8060
70
1753
6536
75
1480
5331
80
1256
4372
85
1070
3605
90
915
2989
-
-
Ω
°C
Ω
T
T
16090
80
2492
13030
85
2123
10610
90
1816
8697
95
1559
6899
100
1344
5937
105
1162
4943
110
1009
4137
115
879
3478
-
-
2938
-
-
Materiële schade
!
Ongeschikte reinigingsmiddelen kunnen schade aan de
installatie veroorzaken.
- Gebruik geen zuur- of chloorhoudende reinigings-
middelen of reinigingsmiddelen met schuurdeeltjes.
- Gebruik geen sterk basische reinigingsmiddelen, bv.
natriumhydroxide.
Materiële schade
!
In sommige regio's mag spoelmiddel niet in kiezelbedden
worden geloosd. Als de condensaatafvoer in een kiezel-
bed uitmondt:
- Neem voor het spoelen de condensaatafvoerslang of
de condensaatafvoerbuis van de condensaatafvoer
af.
- Vang het spoelmiddel op in een hiervoor geschikt
reservoir.
Om de verdamper te reinigen, volgt u onderstaande procedure:
f Schakel het toestel uit door de hoofdschakelaar te bedienen.
f
f Sproei de spoelmiddeloplossing op de verdamperlamellen.
f
f Spoel het spoelmiddel met schoon water af.
f
11.2 Ventilatorlawaai
De warmtepomp onttrekt warmte aan de buitenlucht. Daardoor
wordt de buitenlucht afgekoeld. Bij buitentemperaturen van 0 °C
tot 8 °C kan de lucht onder het vriespunt afgekoeld worden. Als er
in deze toestand neerslag in de vorm van regen of nevel optreedt,
kan er ijs ontstaan op het luchtrooster, de ventilatorschoepen of
het luchtkanaal. Als de ventilator met dit ijs contact maakt, ont-
staat er lawaai.
Oplossing bij ritmisch krassende, malende geluiden:
f Controleer of de condensaatafvoer vrij is.
f
f Controleer of het dimensioneringsvermogen en de tempe-
f
ratuur correct ingesteld zijn. IJsvorming treedt met name op
wanneer er bij matige buitentemperaturen hoge verwar-
mingsprestaties worden verlangd.
f Voer een handmatige ontdooiing uit, eventueel meerdere
f
keren, tot de ventilator weer vrij is.
f Bij buitentemperaturen boven +1 °C schakelt u het toestel
f
gedurende 1 uur uit of in noodwerking. Daarna moet het ijs
gesmolten zijn.
f Controleer of het toestel geïnstalleerd is overeenkomstig de
f
opstelvoorwaarden.
f Als het lawaai regelmatig optreedt, informeer dan de
f
klantendienst.
WPL 08-28 (S) Trend |
21
Advertenties
Inhoudsopgave
