INSTALLATIe
Montage
9.8
Condensaatafvoer
Om optredend condensaat af te voeren, is in de fabriek een con-
densaatafvoer gemonteerd op de ontdooibak.
1 Condensaatafvoer
f Bevestig een condensaatafvoerslang of een condensaat-
f
afvoerbuis aan de condensaatafvoer als het toestel op een
wandconsole of een staande console wordt geplaatst.
f Bescherm de condensaatafvoerslang/condensaatafvoerbuis
f
tegen vorst door voldoende te isoleren.
Wij adviseren de installatie van een verwarmingslint als de
condensaatafvoerslang/condensaatafvoerbuis niet vorstvrij is
gelegd of extreem aan weersomstandigheden wordt blootge-
steld (zie hoofdstuk „Verwarmingslint").
f Controleer na het plaatsen van de condensaatafvoer-
f
slang/-buis of het condensaat goed kan weglopen.
Materiële schade
!
Let erop dat de condensaatafvoerslang niet geknikt wordt.
De condensaatafvoerslang/condensaatafvoerbuis moet
met een verval worden gelegd.
14
| WPL 08-28 (S) Trend
9.9
Elektrische aansluiting
WAARSCHUWING elektrische schok
Schakel het toestel voor aanvang van de werkzaamhe-
den spanningsvrij in de schakelkast.
Info
Houd rekening met de bedienings- en installatiehandlei-
ding van de warmtepompmanager WPM.
- Houd rekening met het hoofdstuk „Voorbereidingen/Voorbe-
reiden van de elektrische installatie".
- Aansluitwerken mogen enkel uitgevoerd worden door een
erkend installateur overeenkomstig deze handleiding.
1
- De goedkeuring van de bevoegde energiemaatschappij moet
beschikbaar zijn om het toestel te kunnen aansluiten.
- De aansluitklemmen zitten in de aansluitkast van het toestel.
- Voor de aansluitingen dient u elektriciteitskabels te gebrui-
ken conform de voorschriften.
Toegang tot het aansluitgebied
De aansluitkast bevindt zich in de omgeving van het rechter zij-
paneel.
1 Aansluitkast
De kabeldoorvoeren voor CAN-bus en aansluitkabel (compressor)
bevinden zich telkens in de aansluitkast en aan de achterzijde van
het toestel.
1
www.stiebel-eltron.com