installatie
VOORBeReidingen
9.3.2 Binnenopstelling
1
2
3
4
1 Betonvloer
2 Stapgeluidsisolatie
3 Zwevende vloer
4 Uitsparing
f Ontkoppel het opstelvlak.
f
Let op de volgende aanwijzingen:
- Sluit de aanvoer- en retourleiding van het verwarmings-
circuit aan d.m.v. flexibele drukslangen. In het hoofdstuk
"Toestelbeschrijving/vereist toebehoren binnenopstelling"
worden geschikte drukslangen vermeld.
- Voer de buisbevestigingen en muurdoorvoeren geluiddem-
pend uit.
Aanwijzing
Gegevens over afmetingen en positie van de luchttoe-
voer- en luchtafvoeropeningen, alsmede de doorvoeren
van de water- en elektriciteitsleidingen treft u aan in het
hoofdstuk "Technische gegevens/afmetingen en aanslui-
tingen/binnenopstelling".
WWW.stieBel-eltROn.cOM
9.4
elektrische installatie
GEVAAR voor elektrische schok
Voer alle elektrische aansluit- en installatiewerkzaam-
heden uit in overeenstemming met de nationale en re-
gionale voorschriften.
GEVAAR voor elektrische schok
Aansluiting op het stroomnet is alleen als vaste aanslui-
ting mogelijk. Het toestel moet op alle polen met een
afstand van minstens 3 mm van de aansluiting op het net
kunnen worden losgekoppeld. Aan deze vereiste wordt
voldaan door magneetschakelaars, vermogensschake-
laars, zekeringen enz.
Aanwijzing
De aangegeven spanning moet overeenkomen met de
netspanning. Neem de gegevens op het typeplaatje in
acht.
Het is uit het oogpunt van beveiliging verplicht de volgende lei-
dingdiameters te gebruiken:
Zekering
geleiderdoorsnede
16 A
2,5 mm²
1,5 mm² bij slechts twee belaste aders en plaatsing op een
muur of in een elektriciteitsbuis op een muur.
De elektrische gegevens vindt u in het hoofdstuk "Technische ge-
gevens". Voor de busleiding heeft u een kabel J-Y (St) 2 x 2 x 0,8
mm² nodig.
Toestel- en milieuschade
!
Beveilig afzonderlijk de 3 stroomcircuits voor het toestel,
de sturing en de elektrische nood-/bijkomende verwar-
ming.
Toestel- en milieuschade
!
Beveilig de stuurkabel van het toestel samen met de
warmtepompmanager.
9.5
Buffervat
Om een storingsvrije werking van het toestel te verzekeren is het
aan te bevelen een bufferreservoir te gebruiken.
Het bufferreservoir dient niet alleen voor de hydraulische ontkop-
peling van de debieten in het warmtepomp- en verwarmingscir-
cuit, maar ook als energiebron voor de ontdooiing.
Toestel- en milieuschade
!
Voor de koelingswerking is een diffusiedicht, geïsoleerd
bufferreservoir absoluut noodzakelijk.
WPl e | WPl cOOl |
9