Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Stiebel Eltron WPL 13 E Handleiding Voor Bediening En Installatie pagina 22

Inhoudsopgave

Advertenties

installatie
ingeBRuiknaMe
WP-type 4:
Werking van één compressor met een externe 2e
warmtegenerator
Toestel- en milieuschade
!
Het is in dit geval niet toegestaan de elektrische nood-/
bijkomende verwarming aan te sluiten.
Als het toestel bivalent met een externe 2e warmtegenerator of
als module met een andere warmtepomp met dezelfde constructie
wordt gebruikt, moet u de schuifschakelaar op WP-type 4 instel-
len.
f Stel de schuifschakelaar als volgt in.
f
schuifschakelaar (Ba) op de iWs
Met de schuifschakelaar (BA) wordt de werkwijze van de warm-
tepomp ingesteld.
f Controleer of de schuifschakelaar correct is ingesteld.
f
Toestel- en milieuschade
!
Schuifschakelaars 3 en 4 moeten altijd in de stand OFF
staan. Het gebruik van de warmtepomp is alleen mogelijk
in deze schakelaarstand.
WPl e
WPl cool
22
| WPl e | WPl cOOl
BA
BA
13.3.2 stooklijn instellen (WPM)
Aanwijzing
Neem voor de volgende stappen de bedienings- en instal-
latiehandleiding van de warmtepompmanager in acht.
Het rendement van een warmtepomp neemt af naarmate de
aanvoertemperatuur stijgt. Stel de stooklijn zorgvuldig in. Als de
stooklijn te hoog wordt ingesteld, sluiten de zone- of thermosta-
tische kranen, zodat het vereiste minimumdebiet in het verwar-
mingscircuit eventueel niet kan worden gehaald.
Aan de hand van de volgende procedure kunt u de stooklijn cor-
rect instellen:
f Open de thermostatische kranen of zonekranen in de regel-
f
kamer volledig.
Aanwijzing
Het is aan te bevelen geen thermostatische kranen of
zonekranen te monteren in de regelkamer. Regel de ka-
mertemperatuur in deze ruimtes via de afstandsbedie-
ning FE 7 of FEK.
f Pas bij verschillende buitentemperaturen de stooklijn op een
f
wijze aan dat de gewenste temperatuur in de regelkamer
wordt ingesteld.
richtwaarden voor het begin
Parameter
Vloerverwarming
Stooklijn
0,4
Regeldynamiek
5
Kamertemperatuur 20 °C
Kamertemperatuur in het overgangsseizoen aanpassen
Als de kamertemperatuur in het overgangsseizoen bij een bui-
tentemperatuur van ca. 10 °C te laag is, moeten de parameters
of
RUIMTETEMP‐VK1
RUIMTETEMP‐VK2
Toestel- en milieuschade
!
Als er geen afstandsbediening is geïnstalleerd, leidt
een verhoging van de parameter
tot een parallelle verschuiving van de
RUIMTETEMP‐VK2
stooklijn.
Kamertemperatuur bij lage buitentemperaturen aanpassen
Als de kamertemperatuur bij lage buitentemperaturen te laag is,
moet de parameter
STOOKLIJNEN
Als de parameter
STOOKLIJNEN
buitentemperaturen de zonekraan of de thermostatische kraan in
de regelkamer in te stellen op de gewenste temperatuur.
Toestel- en milieuschade
!
Maak geen gebruik van de zone- of thermostatische kra-
nen om de kamertemperatuur te verlagen. Gebruik de
betreffende parameters, bijv.
radiatorverwarming
0,8
15
20 °C
worden verhoogd.
RUIMTETEMP‐VK1
worden verhoogd.
is verhoogd, dient u bij hogere
.
RUIMTETEMP‐VK1
WWW.stieBel-eltROn.cOM
of

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Wpl 18 eWpl 23 eWpl 13 coolWpl 18 coolWpl 23 cool

Inhoudsopgave