CENTRALE VERWARMING
Weersafhankelijke CV-regeling
Het weersafhankelijk regelen van de centrale verwarming is eigenlijk niets anders dan de watertemperatuur van
de centrale verwarming regelen op basis van de buitentemperatuur. De temperatuur van het verwarmingswater
wordt uitsluitend bepaald door de heersende buitentemperatuur en de ingestelde 'stooklijn'. Door middel van
deze regeling wordt er gelijkmatig warmte in afdelingen gebracht. Dus in het voor- en najaar niet 70°C
watertemperatuur verwarmen, maar bijvoorbeeld 50°C of misschien nog lager.
Wanneer de buitentemperatuur daalt tot onder de stoptemperatuur (E) wordt de ketelwatertemperatuur
berekend volgens de ingestelde stooklijn. Stijgt de buitentemperatuur boven de stoptemperatuur (hysteresis =
1°C) dan wordt de berekende ketelwatertemperatuur gelijk aan 5°C (vorstbeveiliging). Bij een ongeldige
buitentemperatuur blijft de laatst berekende watertemperatuur gehandhaafd.
A
Maximum aanvoerwatertemperatuur
B
Buitentemperatuur waarbij de maximum aanvoerwatertemperatuur moet worden bereikt
C
Minimum aanvoerwatertemperatuur
D
Buitentemperatuur waarbij de minimum aanvoerwatertemperatuur moet worden bereikt
E
Stoptemperatuur. Dit is de temperatuur waarbij de ketel wordt uitgeschakeld (minimum
watertemperatuur wordt op 5ºC gezet t.b.v. vorstbeveiliging).
CV-regeling op basis van warmtevraag
De berekende ketelwatertemperatuur wordt gelijk aan de hoogste watertemperatuur die door de afdelingen
gevraagd wordt. De berekende watertemperatuur wordt aan de bovenzijde begrensd door de ingestelde
maximum ketelwatertemperatuur (zie stooklijn). De berekende ketelwatertemperatuur wordt echter nooit
kleiner dan de ingestelde minimum warmtevraag.
Als de communicatie met de afdelingscomputers verstoord is, zal de centrale regelaar automatisch
overschakelen op de ingestelde stooklijn. Vandaar dat de stooklijn ook bij een CV-regeling op basis van
warmtevraag ingesteld moet worden.
Mengklep regeling
CV KETEL
De CV-regeling bestaat uit een ketelregeling (CV-groep 1) en een mengklep regeling (CV-groep 2). Als de
mengklep voor een deel open staat wordt het water uit de verwarmingsgroep vermengd met het water van de
openverdeler.
48
100
MAX °C
A
90
80
70
60
50
MIN °C
40
30
C
20
10
5
0
-20
-15
-10
Buitentemperatuur °C
B
MENGKLEP
P
POMP
-5
0
5
10
15
20
D
25
30
E