Gerelateerde Handleidingen voor Stienen BE KL-6400 Series
Samenvatting van Inhoud voor Stienen BE KL-6400 Series
- Pagina 1 GEBRUIKERSHANDLEIDING KLIMAATREGELAARS KL-6400 serie © StienenBE / KL-6400-G-NL02000...
- Pagina 2 Spanningen afschakelen voor openen van de klimaatregelaar! De klimaatregelaar bevat intern blanke spanningsvoerende delen! Openen alleen toegestaan door geautoriseerde personen! WAARSCHUWING Hoewel tijdens ontwerp en fabricage de grootst mogelijke zorg is besteed aan de kwaliteit van deze apparatuur, is een technische storing nimmer uit te sluiten. De gebruiker dient te zorgen voor een adequate alarminstallatie en/of noodvoorziening, zodat in geval van een technisch falen van apparatuur en bijbehorende installatie, geen gevaar ontstaat voor mens, dier of goederen.
-
Pagina 3: Inhoudsopgave
INHOUDSOPGAVE PAGINA BEDIENING Temperatuur instellingen OVERZICHTSVENSTER HOOFDMENU Toegangscode AFDELING Ventilatie Verwarming Overige Groeicurven Overzichten Alarm Communicatie alarm Alarmcodes klimaat STATUS AFDELING SENSOREN Alarm buitentemperatuur ALARM Laatste alarm apparaat Laatste alarmen afdelingen SYSTEEM Bediening Afstandsbediening ONDERHOUD EN CONTROLE... -
Pagina 4: Appication Notes
Appication notes Central ventilation KL64CV-N-ENxxxxx Compensations KL64CS-N-ENxxxxx Cooling KL64CC-N-ENxxxxx Counters KL64CNT-N-ENxxxxx Data communication between climate computers KL64DC-N-ENxxxxx General description KL64GD-N-ENxxxxx Heat exchanger KL64HE-N-ENxxxxx Heating controls KL64HC-N-ENxxxxx Remote control KL64RC-N-ENxxxxx Step control KL64SC-N-ENxxxxx Temperature registration KL64TR-N-ENxxxxx Timer (timer, central timer) KL64TC-N-ENxxxxx Temperature monitoring KL64TM-N-ENxxxxx Ventilation control (air mixing fan, bypass flap, inlet flap etc.) -
Pagina 5: Bediening
BEDIENING Kolom met instellingen en metingen Kolom met berekende en/of Titelbalk venster gecorrigeerde instellingen Vensternummer Grafiek (functietoets F3) Ten gevolge van de groeicurve en/of compensaties kan de berekende instelling afwijken van de door de gebruiker ingestelde waarde. Met behulp van de toets Tijd &... - Pagina 6 FUNCTIETOETSEN(GRAFIEK, ALARM, VORIGE / VOLGENDE AFDELING ETC.) Functietoets F2 (status stal) Gebruik deze functietoets om de status van de afdeling op te vragen. Functietoets F3 (grafiek) Gebruik deze functietoets om een grafiek op een venster te plaatsen. Als het lampje in de functietoets oplicht is de functie “grafiek”...
-
Pagina 7: Klemnummering In-/Uitgangen
Afdelingen Indien u op cijfertoets 3 drukt of wanneer u m.b.v. de cursor “3 Afdeling” selecteert en op de entertoets drukt, verschijnt het hiernaast staande venster. In dit venster kunt u het afdelingsalarm, per afdeling, aan/uit zetten, aan/uit zetten. Bovendien wordt de actuele alarmcode van de afdeling weergegeven. -
Pagina 8: Temperatuur Instellingen
NAVIGATIETOETSEN (MENU, CURSOR, MODE) (annuleren) Deze toets annuleert wijzigingen of menukeuzes. Door deze toets ingedrukt te houden wordt het hoofdmenu geselecteerd. (cursor verplaatsen) verplaats cursor vasthouden: verplaats cursor naar eerste/laatste instelling op scherm. verplaats cursor of wijzig waarde (bevestigen) Menukeuze Start wijziging Bevestig wijziging De cursor is zichtbaar als een groen rechthoek, bijv. -
Pagina 9: Overzichtsvenster
OVERZICHTSVENSTER KL-6401 KL-6402 / KL-6405 / KL-6410 Symbool Omschrijving Symbool Omschrijving Afdelingsalarm in. Afdelingsalarm in. • Afdelingsalarm uitgeschakeld en/of Afdelingsalarm uitgeschakeld. • Hoofdalarm uitgeschakeld. Alarm in afdeling (alarmvertragingstijd Alarm in afdeling (alarmvertragingstijd nog niet verstreken). nog niet verstreken). Afdeling buiten bedrijf. Afdeling buiten bedrijf. -
Pagina 10: Hoofdmenu
HOOFDMENU TOEGANGSCODE Laat de installateur een toegangscode instellen om te voorkomen dat niet-geautoriseerde personen instellingen op de klimaatregelaar kunnen wijzigen. Een toegangscode bestaat uit een combinatie van 4 cijfers. Er kunnen maximaal 6 toegangscodes ingesteld worden. Voor het statusscherm (zie pagina 24) is het mogelijk een aparte toegangscode te laten instellen. Pagina 10 van 28... -
Pagina 11: Afdeling
AFDELING VENTILATIE AFDELINGSVENTILATIE Het is vooral belangrijk te voorkomen dat koude lucht teveel en te plots wordt binnengetrokken. De afdelingstemperatuur en de bandbreedte dienen daarom correct te worden ingesteld. Ten gevolge van de compensaties Als een meetventilator geïnstalleerd kan de berekende waarde afwijken is wordt hier de gemeten ventilatie van de ingestelde waarde. - Pagina 12 Opties afdelingsventilatie Aantal dieren Om de ventilatiecapaciteit per dier, in m3/u, te kunnen uitdrukken moet de klimaatregelaar weten hoeveel dieren er momenteel in de afdeling zitten. Vul achter “Aantal dieren” het actuele aantal dieren in. Maximaal Vul hier het maximaal aantal dieren in waarvoor de ventilatiecapaciteit, onder normale omstandigheden, toereikend is.
- Pagina 13 Cyclustijd Looptijd Looptijd Auto Inlaatklep Open Dicht Auto Ventilator Vanaf buitentemperatuur Vanaf buitentemperatuur Daalt de buitentemperatuur onder de ingestelde temperatuur dan wordt de vorst beveiliging actief. Cyclustijd Cyclustijd voor de vorstbeveiliging. Indien de buitentemperatuur daalt onder de ingestelde temperatuur wordt de vorstbeveiliging, na het verstrijken van de cyclustijd-(2xcyclustijd van de klep), actief.
- Pagina 14 Compensaties afdelingstemperatuur De temperatuur kan bestaan uit of de afdelingstemperatuur, of de buitentemperatuur of de inlaattemperatuur (wordt m.b.v. een aparte temperatuursensor gemeten). Deze compensatie heeft tot doel om snelle temperatuurdalingen in een afdeling te voorkomen. Met behulp van de “Maximale temperatuurcompensatie”...
- Pagina 15 Als de cursor op Groeicurve temperatuur, Groeicurve minimum of Groeicurve maximum staat en u drukt op de bevestigingstoets dan verschijnt de curve van de desbetreffende instellingen. U kunt eventueel de curve instellingen wijzigen of de curve uitzetten. Druk op de annuleertoets om terug te keren naar het voorgaande venster.
-
Pagina 16: Verwarming
VERWARMING AFDELINGSVERWARMING Als er in een stal onnodig veel geventileerd wordt, zal er ook onnodig veel bij-verwarmd moeten worden. Zorg er daarom voor dat de minimum ventilatie niet te hoog staat ingesteld en dat het verschil tussen afdelingstemperatuur en de temperatuur waarop de verwarming wordt ingeschakeld voldoende groot Instelling temperatuur... -
Pagina 17: Overige
OVERIGE KOELING (AAN/UIT) De koeling wordt overeenkomstig de afdelingsverwarming ingesteld. Om te voorkomen dat de vochtigheid in de ruimte ten gevolge van het koelen te hoog wordt kan de koeling door de RV worden uitgeschakeld. Wanneer de luchtvochtigheid boven de ingestelde waarde + hysteresis stijgt wordt de koeling uitgeschakeld. Als de RV daarna daalt onder de ingestelde waarde dan wordt de koeling weer ingeschakeld. -
Pagina 18: Groeicurven
GROEICURVEN Afhankelijk van het aantal dieren in de afdeling en het diergewicht bepaalt u de klimaatinstellingen en stelt deze in via een curve. De gewenste temperatuur loopt dan vanzelf iets af en de ventilatie neemt dan vanzelf toe in de loop van de tijd. Als u een aantal dieren uit een afdeling aflevert, maar er ook nog dieren achterblijven in de afdeling dient u ook de bezettingsgraad aan te passen. - Pagina 19 Minimum ventilatie Maximum ventilatie Diergewicht De groeicurve van het dier gewicht wordt momenteel alleen gebruikt voor het overzicht. Overzicht INLAATKLEP 1 Minimale klepopening Maximale klepopening Alleen bij een klep die regelt op basis van temperatuur kunt u de groeicurve voor de temperatuur instellen INLAATKLEP 2 Inlaatklep 2 kan op identieke wijze worden ingesteld als inlaatklep 1.
-
Pagina 20: Overzichten
KOELING Alleen bij een 0-10V geregelde koeling kunt u de minimum en maximum stand instellen. Temperatuur Minimum koeling Maximum koeling OVERZICHTEN OVERZICHT AFDELINGSTEMPERATUUR VOELERS Overzicht voeler 1 Van de geselecteerde temperatuur verschijnt een tabel op het scherm met daarin de minimum en maximum temperatuur over de afgelopen week. -
Pagina 21: Alarm
ALARM In de afzonderlijke schermen van de regelingen kunt u het alarm van de regeling in/uitschakelen en de bijbehorende alarmgrenzen instellen/wijzigen. Als u een verwarming of koeling uitschakelt wil dit niet zeggen dat ook de alarmering wordt uitgeschakeld. Het alarm van een verwarming of koeling kunt u alleen uitschakelen door: het alarm van de regeling uit te schakelen ... -
Pagina 22: Alarmcodes Klimaat
ALARMCODES KLIMAAT Alarm code Omschrijving Een onbekende niet gedocumenteerde alarmcode is opgetreden. Noteer het Alarm onbekend (xxx) nummer dat wordt weergegeven en neemt contact op met uw leverancier. Buitenvoeler defect Meting buitentemperatuursensor < -50,0°C of > +50,0°C Sensor defect Meting sensor (temperatuur etc.) ligt buiten de ingestelde grenzen Temperatuur te hoog De gemeten temperatuur is hoger dan de berekende maximum alarmgrens Temperatuur te laag... - Pagina 23 OVERIGE Indien de temperatuurcompensatie van de afdeling gebaseerd is op de inlaattemperatuur die met behulp van een afzonderlijke temperatuurvoeler gemeten wordt, dan kunt u in dit scherm het alarm van de inlaattemperatuur zetten. Achter de status van het alarm wordt de actuele inlaattemperatuur weergegeven.
-
Pagina 24: Status Afdeling
STATUS AFDELING Momentele status: Reinigen Opwarmen Uit bedrijf Voor het statusscherm kunt u een aparte toegangscode laten instellen. Mengventilator Handbediening Afdelingsventilatie Handbediening Ventilatie alarm Diafragmaklep Automatisch Bypassklep Inlaatklep op temperatuur Handbediening Inlaatkleppen op ventilatie of druk Automatisch Windcompensatie kleppen Automatisch Open Koeling Bevochtigen... -
Pagina 25: Sensoren
SENSOREN ALARM BUITENTEMPERATUUR Wanneer u menu keuze 1 “Buitentemperatuur” selecteert verschijnt een tabel op het scherm met daarin de minimum en maximum buitentemperatuur over de afgelopen week. Bovendien staat in de tabel het tijdstip vermeldt waarop het minimum en maximum, op die dag, optrad. In dit venster kunt u tevens, wanneer de klimaatregelaar een eigen buitentemperatuurvoeler heeft, het alarm van de buitentemperatuur (“Buitenvoeler defect”) in- of uitschakelen. -
Pagina 26: Alarm
ALARM Voor meer informatie zie “Alarmtoets” pagina 6. LAATSTE ALARM LAATSTE ALARMEN APPARAAT AFDELINGEN Per afdeling worden de laatste 5 alarm oorzaken opgeslagen die het alarmrelais deden afvallen t.g.v. een alarm toestand in de desbetreffende afdeling. Naast de datum en de tijd wordt de oorzaak van het alarm weergegeven. -
Pagina 27: Systeem
SYSTEEM BEDIENING Taal: Hier stelt u de taal van venster teksten in. Voor deze handleiding stelt u de taal in op NLD (Nederlands) In dit venster staat naast het apparaat type de software programmaversie vermeld. Daarnaast kunt u hier de datum en tijd wijzigen. -
Pagina 28: Onderhoud En Controle
ONDERHOUD EN CONTROLE Zorg voor regelmatig onderhoud en controle van de apparatuur. Vergeet bij het schoonmaken van de afdeling het ventilatiesysteem niet. Om het energiegebruik te beperken, is het belangrijk dat de ventilatoren schoon zijn. Dit geldt ook voor de kleppen, meetventilatoren en de ventilatiekoker.