Inlaatklep 1 / 2 m.b.v. groeicurve
Regelen op basis van:
Temperatuur
Voor de instellingen die volgens een curve worden berekend staat de tekst "Groeicurve".
Bij een inlaatklep die op basis van temperatuur regelt kunt u alleen aan de curve instellingen zien of de
inlaatklep regelt op basis van de afdelingstemperatuur (curve instelling kleiner 10,0ºC) of op basis van absolute
curve instellingen (curve instelling is dan 10,0ºC of hoger).
Als de cursor op
drukt op de bevestigingstoets dan verschijnt de curve van de desbetreffende instellingen. U kunt eventueel de
curve instellingen wijzigen of de curve uitzetten. Druk op de annuleertoets om terug te keren naar het
voorgaande venster. Indien u de curve heeft uitgeschakeld wordt de tekst groeicurve vervangen door de
standaard tekst en kunt u de betreffende curve instellingen niet meer via dit venster oproepen (curve staat uit).
Verwarming
Instelling temperatuur
De temperatuur waarop de afdelingsverwarming regelt is relatief t.o.v. de afdelingstemperatuur, zie pagina 8. U
kunt op deze regel het temperatuurverschil ten opzichte van de afdelingstemperatuur instellen.
Bandbreedte
De bandbreedte bepaalt de 'gevoeligheid' van de verwarming. Binnen de bandbreedte wordt de verwarming van
minimum naar maximum geregeld. Met een korte bandbreedte reageert de verwarming zeer snel op een
temperatuurdaling of temperatuurstijging. Dit is niet goed voor het stalklimaat. Er ontstaan zo te veel
schommelingen in de temperatuur.
Maximum verwarming
Met de instelling "Maximum verwarming" kunt U de maximum stand van de geregelde verwarming begrenzen
tot een maximum percentage.
Momentele temperatuur
Maximaal 4 temperatuurvoelers kunnen aan de verwarmingsregeling worden toegewezen. De momentele
temperatuur is het gemiddelde van deze temperatuurvoelers. Is een voeler defect dan doet deze niet meer mee
voor de berekening van het gemiddelde, de verwarming regelt dan verder op de resterend temperatuurvoelers.
Momentele verwarming
Op deze regel staat de momentele status, aan of uit, van de verwarming. Achter de momentele status wordt de
berekende momentele stand/brandsterkte van de geregelde verwarming weergegeven. Als voor de momentele
verwarming –0% wordt berekend dan wordt 0V naar buiten gestuurd en niet de ingestelde minimum spanning.
Deze regel verschijnt alleen bij een 0-10V geregelde verwarming.
Afdelingsventilatie
,
Afdelingsverwarming
Drukverschil
of
Als er in een afdeling onnodig veel
geventileerd wordt, zal er ook
onnodig veel bij verwarmd moeten
worden. Zorg er daarom voor dat de
minimum ventilatie niet te hoog
staat ingesteld en dat het verschil
tussen afdelingstemperatuur en de
temperatuur waarop de verwarming
wordt ingeschakeld voldoende groot
is.
staat en u
15