Inlaatklep 1
De centrale inlaatklep kan of op basis van temperatuur, of op basis van de afdelingsventilatie of op basis van
druk worden geregeld.
Temperatuur
In tegenstelling tot de afdelingen geldt dat de temperatuur instellingen onder de 10,0ºC absolute instellingen
zijn (m.a.w. .9,5ºC = 9,5ºC)
Druk
Instelling druk
Hier stelt u de minimale onderdruk van het centrale kanaal in, welke de centrale regeling dient te handhaven,
om de windgevoeligheid in uw afdelingen te verminderen. Voor meer informatie over "Compensatie druk", zie
pagina 54.
Compensatie druk
De overdruk kan automatisch aangepast worden aan de actuele buitentemperatuur. Met behulp van de
"Minimum druk" en "Maximum druk" kunt de correctie begrenzen. Wenst u (bij een negatieve compensatie) dat
de onderdruk niet onder de ingestelde druk daalt, maak dan de "Minimum druk" (scherm 231) gelijk aan de
"Instelling druk" (scherm 23).
Temperatuur 1
Temperatuurregeling als verwarming Temperatuurregeling als koeling
Afdelingsventilatie
Met drukcompensatie
Compensatie druk
Uw installateur kan de naam van
"Temperatuur 1" en "Temperatuur
2" wijzigen in een willekeurige
naam van maximaal 15 karakters.
33