Verder behoudt Stienen BE zich het recht voor, deze handleiding te herzien of te wijzigen zonder de verplichting een persoon of organisatie van een dergelijke verbetering of wijziging in kennis te stellen.
INLEIDING De moderne varkenshouderij eist een optimaal stalklimaat om een gunstig bedrijfsresultaat te kunnen realiseren. Doorgaans wordt dan ook een mechanisch ventilatiesysteem toegepast. Belangrijk hierbij is de luchttoevoer naar de dieren en het realiseren van een goede luchtcirculatie. De luchtverdeling in de stal wordt in belangrijke mate beïnvloed door het soort luchtaanvoer-systeem.
Venster (menu item) Kolom met instellingen en metingen Kolom met berekende en/of Titelbalk venster gecorrigeerde instellingen Vensternummer Grafiek (functietoets F3) Ten gevolge van de groeikurve en/of compensaties kan de berekende instelling afwijken van de door de gebruiker ingestelde waarde. Afdelingsnummer (gebruiker) Tijd &...
Pagina 7
Alarmtoets Snelkeuzetoets voor alarmscherm. Test (test alarm): Hiermee kunt u de werking van het alarmrelais Test (sirene) testen. Vult u achter “ja” in dan wordt gedurende 10 seconden het alarmrelais (sirene) ingeschakeld. U kunt de alarmtesttijd wissen door achter Test “nee”...
Klemnummering in-/uitgangen Het klemnummer van een in-/uitgang is opgebouwd uit het moduleadres, het type in-/uitgang en een 2-cijferig volgnummer. Het moduleadres ligt tussen de 00 en de 31. Het type in-/uitgang wordt aangeduid door een letter volgens onderstaande tabel. Het volgnummer moet liggen tussen de 01 en de 99 (00 wil zeggen dat de in- /uitgang niet wordt gebruikt).
Cijfertoetsen (0..9) Met de cijfertoetsen kan een schermnummer abcàâæç2ABCÀÂÆÇ worden geselecteerd of een instelling of tekst worden gewijzigd. deféèêë3DEFÉÈÊË .,1'-:+ jkl5JKL Tekstinvoer Met behulp van de cijfertoetsen 2..9, kan de mnoñôöœ6MNOÑÔÖŒ ghiîï4GHIÎÏ naam van een regelgroep (links, rechts, voor, achter etc.), een schakelklok of teller tuvû8TUVÛ...
OVERZICHTVENSTER Status hoofdalarm Status afdeling Dagnr. groeicurve Status afdelingsverwarming Buitentemperatuur Afdelingstemperatuur Afdelingsventilatie Afdeling Symbool Omschrijving Afdeling in bedrijf Afdeling buiten bedrijf Afdeling opwarmen Afdeling reinigen Meetventilator afdeling uitgeschakeld (afdeling met centrale ventilatie) Afdeling inweken actief Afdelingskoeling aan Status hoofdalarm (alarmrelais is in) Hoofdalarm uitgeschakeld Alarm in afdeling (alarmvertragingstijd nog niet verstreken) [ GEEN ]...
HOOFDMENU Toegangscode U kunt een toegangscode gebruiken om uw computer tegen ongewenste toegang te beschermen. Als u wilt voorkomen dat niet-geautoriseerde gebruikers, instellingen op uw klimaatregelaar kunnen wijzigen, kunt u een toegangscode laten instellen. Een toegangscode bestaat uit een combinatie van 4 cijfers. U kunt maximaal 6 toegangscodes laten instellen door uw installateur.
1 AFDELING Ventilatie Een diafragmaklep met meetventilator wordt ook wel een AQC-klep genoemd. Als een AQC- klep in de afdeling geïnstalleerd is wordt bij die afdeling de menukeuze “Diafragmaklep” geblokkeerd (“-----------“). Afdelingsventilatie Het is vooral belangrijk te voorkomen dat koude lucht teveel en te plots wordt binnengetrokken. De afdelingstemperatuur en de bandbreedte dienen daarom hoog genoeg te worden ingesteld.
Pagina 13
Bandbreedte De bandbreedte bepaalt de 'gevoeligheid' van de ventilator. Met een korte bandbreedte reageert de ventilator zeer snel op een temperatuurstijging. Een bandbreedte van 4 à 7 °C, afhankelijk van de buitentemperatuur, is daarom te adviseren (zie ook automatische bandbreedte compensatie pagina 53). Minimum en maximum ventilatie Indien compensatie op bezettingsgraad geïnstalleerd is, wordt de minimum en/of maximum ventilatie aangepast aan het aantal dieren in de afdeling.
Pagina 14
Stappenregeling Indien een stappenregeling geïnstalleerd is staat achter ”Stap” de stap van de stappenregeling vermeld die momenteel ingeschakeld is. Compensaties Nachtinstelling Met behulp van de nachtinstellingen kunt u een natuurlijk temperatuurverloop creëren tussen dag en nacht door s’nachts de ingestelde temperatuur met enkele graden te verlagen. Naast de periode dat de nachtinstelling actief moet zijn kunt u ook het aantal graden instellen waarmee de afdelingstemperatuur verhoogd/verlaagd moet worden gedurende deze periode.
Pagina 15
Compensatie afdelingsventilatie Bandbreedte compensatie Met behulp van deze instelling wordt de bandbreedte aangepast aan de heersende buitentemperatuur indien de buitentemperatuur de ingestelde waarde overschrijdt. Voor nader uitleg zie pagina 53. Compensatie minimum ventilatie Het percentage waarmee de minimum ventilatie gecorrigeerd moet worden per °C buitentemperatuur verandering stelt u achter “Compens.
Pagina 16
Afdelingsventilatie m.b.v. groeicurven Om er voor te zorgen dat het klimaat in de afdeling automatisch meegroeit met uw dieren, beschikt de klimaatcomputer over groeicurven. Afhankelijk van het actuele dagnummer wordt de actuele instelling uit de curve bepaald (mits de curve aan staan). Een groeicurve kan maximaal uit 7 knikpunten bestaan. Voor de klimaatinstellingen die volgens een curve worden berekend staat de tekst “Groeicurve”.
Pagina 17
Handbediening Indien de status op “opwarmen” staat kunt u de mengventilator aanzetten en achter “Handbediening” het ventilatie percentage van de mengventilator bij het opwarmen van de afdeling instellen. Hierdoor wordt de warme lucht gelijkmatig over de afdeling verdeeld. Let op! tijdens het “opwarmen”...
Pagina 18
Inlaatklep 1 / 2 Regelen op basis van: De ingestelde temperatuur De afdelingstemperatuur Wanneer de uitgangskarakteristiek actief is wordt achter de momentele klepopening ook de gecorrigeerde klepopening weergegeven. Als een temperatuur van +10,0ºC of hoger wordt ingesteld dan regelt de inlaatklep op basis van de ingestelde temperatuur, zie ook pagina 43.
Inlaatklep 1 / 2 m.b.v. groeicurve Regelen op basis van: Temperatuur Afdelingsventilatie Drukverschil Voor de instellingen die volgens een curve worden berekend staat de tekst “Groeicurve”. Bij een inlaatklep die op basis van temperatuur regelt kunt u alleen aan de curve instellingen zien of de inlaatklep regelt op basis van de afdelingstemperatuur (curve instelling kleiner 10,0ºC) of op basis van absolute curve instellingen (curve instelling is dan 10,0ºC of hoger).
Groeicurve Als de cursor op staat en u drukt op de bevestigingstoets dan verschijnt de curve van de afdelingsverwarming. U kunt eventueel de curve instellingen wijzigen of de curve uitzetten. Druk op de annuleertoets om terug te keren naar het voorgaande venster. Indien u de curve heeft uitgeschakeld wordt de tekst groeicurve vervangen door de standaard tekst en kunt u de curve niet meer via dit venster oproepen (curve staat uit).
Minimum temperatuur Achter de "Minimum temperatuur" kunt U de absolute minimum vloerverwarmingtemperatuur instellen. Dreigt de berekende vloertemperatuur onder dit minimum te dalen dan wordt de berekende waarde gelijk gemaakt aan de ingestelde minimum vloertemperatuur. Voorbeeld 1 Gemeten afdelingstemperatuur is 23,0°C ofwel 3,0 hoger dan Ingestelde afdelingstemperatuur 20,0°C de ingestelde afdelingstemperatuur.
Geregelde (infrarood) verwarming Bij een infraroodverwarming wordt zowel de gemeten watertemperatuur alsook de berekende aanvoerwater- temperatuur weergegeven. Aan de hand van de afdelings- temperatuur en de aanvoer- watertemperatuur wordt de nesttemperatuur berekend. De nestverwarming wordt overeenkomstig de afdelingsverwarming ingesteld. : zie afdelingsverwarming, pagina 16 Bedrijfsuren Overige Koeling...
Pagina 23
RV / Bevochtigen In dit venster kunt u bevochtigregeling aan/uit zetten, daarnaast kunt u hier het percentage van de relatieve luchtvochtigheid instellen waaronder de regeling actief moet zijn. De CO -sensor dient ter indicatie van de hoeveelheid CO die zich in de stal bevindt.
Pagina 24
Waterteller Wanneer een waterteller in de afdeling geïnstalleerd is kunt u de waterteller standen opvragen. Naast de tellerstand van vandaag worden ook het totale waterverbruik getoond. Vult u achter “Wis waterteller” “Ja” in dan wordt van de geselecteerde afdeling het water verbruik, inclusief het totaal verbruik, gewist. Temperatuurbewaking De temperatuurbewaking wordt door uw installateur ingesteld.
Groeicurven Afhankelijk van het aantal dieren in de afdeling en het diergewicht bepaalt u de klimaatinstellingen en stelt deze in via een curve. De gewenste temperatuur loopt dan vanzelf iets af en de ventilatie neemt dan vanzelf toe in de loop van de tijd. Als u een aantal dieren uit een afdeling aflevert, maar er ook nog dieren achterblijven in de afdeling dient u ook de bezettingsgraad aan te passen.
Pagina 26
Lukt het kopiëren niet dan verschijnt de tekst op het scherm. U kunt alleen groeicurven kopiëren van klimaatregelaars uit deKL-6000 serie, niet van klimaatregelaars uit de CB-2000 serie. Het is ook mogelijk om groeicurven te kopiëren van regelingen die in de andere afdeling niet geïnstalleerd zijn. Minimum ventilatie Maximum ventilatie Diergewicht...
Verwarmingen Afdelingsverwarming De instellingen van de afdelingsverwarming zijn relatief ten opzichte van de berekende afdelingstemperatuur. Inlaatverwarming Vloerverwarming Nestverwarming Koeling Alleen bij een 0-10V geregelde koeling kunt u de minimum en maximum stand instellen. Temperatuur Minimum koeling Maximum koeling RV-compensatie Indien „RV“ door uw installateur geactiveerd is en u zet „RV-compensatie“ aan dan kunt u de groeicurve van de RV-compensatie instellen.
Overzichten Overzicht afdelingstemperatuur Voelers Overzicht voeler 1 Van de geselecteerde temperatuur verschijnt een tabel op het scherm met daarin de minimum en maximum temperatuur over de afgelopen week. Bovendien staat in de tabel het tijdstip vermeldt waarop het minimum en maximum, op die dag, optrad.
Alarm In de afzonderlijke schermen van de regelingen kunt u het alarm van de regeling in/uitschakelen en de bijbehorende alarmgrenzen instellen/wijzigen. Als u een verwarming of koeling uitschakelt wil dit niet zeggen dat ook de alarmering wordt uitgeschakeld. Het alarm van een verwarming of koeling kunt u alleen uitschakelen door: het alarm van de regeling uit te schakelen ...
Alarmcodes installatie Alarm code Omschrijving De afdeling met het weergegeven nummer beschikt niet over een klep met Afdeling x zonder AQC meetventilator terwijl de centrale ventilatie is ingesteld op “afd. met AQC” Configuratie gewijzigd Module configuratie (type) gewijzigd. Lees module nummer opnieuw in Het ingestelde type ingang voldoet niet aan het type ingang waarop de regeling Foutief type ingang kan regelen...
Pagina 31
Afdelingstemperatuur Hier kunt u de alarmgrenzen voor de afdelingstemperatuur instellen. Indien temperatuurcompensatie actief is kan de maximum alarmgrens aangepast worden door de gecorrigeerde “Instelling temperatuur”. Indien er gebruik gemaakt wordt van een buitenvoeler kan de maximum alarmgrens aangepast worden door de actuele buitentemperatuur, zie ook pagina 52.
Pagina 32
Inlaatklep 1 / 2 Als de buitentemperatuur boven de 10,0°C stijgt wordt de maximum alarmgrens gecorrigeerd, zie temperatuur- compensatie pagina 52. Let op! Een inlaatklep die regelt op basis van de afdelingsventilatie heeft geen eigen alarm instellingen. Inlaatklep 2 wordt op dezelfde wijze ingesteld als inlaatklep 1. Inlaatverwarming Vloerverwarming Nestverwarming...
Pagina 33
Overige Indien de temperatuurscompensatie van de afdeling gebaseerd is op de inlaattemperatuur die met behulp van een afzonderlijke temperatuurvoeler gemeten wordt, dan kunt u in dit scherm het alarm van de inlaattemperatuur zetten. Achter de status van het alarm wordt de actuele inlaattemperatuur weergegeven.
Voor het statusscherm kunt u een aparte toegangscode F2 STATUS AFDELING laten instellen. Momentele status: Reinigen Opwarmen Uit bedrijf Mengventilator Handbediening Afdelingsventilatie Handbediening Ventilatie alarm Diafragmaklep Automatisch Bypassklep Inlaatklep op temperatuur Handbediening Inlaatkleppen op ventilatie of druk Automatisch Koeling Bevochtigen Temperatuurbewaking (differentiaalalarm) Blijft ongewijzigd Blijft ongewijzigd...
2 CENTRAAL Centrale vent.1 Centrale ventilatie met meetventilatoren in de afdeling (AQC-klep) of ECOVENT * Indien de centrale ventilatie van een meetventilator is voorzien dan wordt in de laatste kolom de gemeten ventilatie weergegeven. Indien de centrale ventilatie op basis van druk wordt geregeld verschijnt menu optie 2 onder in het scherm. Naast de ingestelde en de actuele druk wordt ook de actuele status van de drukregeling weergegeven.
Correctie ventilatie Op deze regel wordt het percentage weergegeven waarmee de centrale ventilator wordt aangepast als de weergeven tijd verstreken is. Afhankelijk van het verschil tussen de momentele ventilatie en de berekende ventilatie kan de correctie de navolgende waarde aannemen: 1%, 5% en 10%. Gemiddelde ventilatie Het berekende gemiddelde ventilatie percentage wordt weergegeven.
Inlaatklep 1 De centrale inlaatklep kan of op basis van temperatuur, of op basis van de afdelingsventilatie of op basis van druk worden geregeld. Temperatuur Afdelingsventilatie In tegenstelling tot de afdelingen geldt dat de temperatuur instellingen onder de 10,0ºC absolute instellingen zijn (m.a.w.
Warmtewisselaar Het doel van deze warmtewisselaar is om de koude buitenlucht via een centrale inlaat door middel van een warmtewisselaar voor te verwarmen. Als warmtebron wordt de uitgaande lucht van de centrale afzuiging gebruikt. Indien de temperatuur van de voorverwarmde lucht te koud wordt zal de inlaatklep (zomer/winter klep) sluiten en zal de bypassklep meer lucht door de warmtewisselaar gaan sturen.
Minimum bij ventilatie Onder dit percentage van de gemiddelde ventilatie zal de inblaasventilator op het ingestelde minimum blijven draaien. Bij overschrijding van dit percentage zal de inblaasventilator harder gaan draaien. Maximum bij ventilatie Boven dit percentage van de gemiddelde ventilatie zal de inblaasventilator maximaal draaien. Minimum ventilatie De inblaasventilator zal nimmer langzamer draaien dan het onder "Minimum"...
Alarm centrale In dit venster kunt u de alarmstatus van alle centrale regelingen in- of uitschakelen. Alarm centrale ventilator Centrale afzuiging met Centrale afzuiging zonder meetventilator. meetventilator. Centrale verwarming Alarm centrale inlaatklep Temperatuur Afd. ventilatie Druk...
Alarm temperatuur 1 Alarm warmtewisselaar Bypassklep Inblaasventilator Op basis van gemiddelde ventilatie Op basis van druk Centrale koeling De keuze “Centrale RV” vervalt indien geen RV-sensor is geïnstalleerd voor de centrale koeling.
3 SENSOREN Alarm buitentemperatuur Wanneer u menu keuze 1 “Buitentemperatuur” selecteert verschijnt een tabel op het scherm met daarin de minimum en maximum buitentemperatuur over de afgelopen week. Bovendien staat in de tabel het tijdstip vermeldt waarop het minimum en maximum, op die dag, optrad. In dit venster kunt u tevens, wanneer de klimaatregelaar een eigen buitentemperatuurvoeler heeft, het alarm van de buitentemperatuur (“Buitenvoeler defect”) in- of uitschakelen.
4 ALARM Alarmstatus Laatste alarmen afdeling Laatste alarmen centraal voor meer informatie zie De laatste 5 alarm oorzaken die het Van de centrale regelingen worden “Alarmtoets” pagina 3 alarmrelais deden afvallen t.g.v. de laatste 5 alarm oorzaken een alarm toestand worden opgeslagen die het alarmrelais weergegeven.
5 SYSTEEM Bediening Taal: Hier stelt u de taal van venster teksten in. Voor deze handleiding stelt u de taal in op NLD (Nederlands) In dit venster staat naast het apparaat type de software programmaversie vermeld. Daarnaast kunt u hier de datum en tijd wijzigen.
VENTILATIEREGELINGEN Verband tussen afdelingsverwarming, -temperatuur en -ventilatie BANDBREEDTE VERSCHIL BANDBREEDTE VERWARMING MAX. VERWARMING TEMPERATUUR VENTILATIE MAX. VENTILATIE MIN. VENTILATIE VERWARMING MIN. INGESTELDE AFDELINGSTEMPERATUUR [°C] Bandbreedte ventilatie: gebied waarin de ventilatie van minimum naar maximum wordt geregeld. Verschil temperatuur: gebied waarin de verwarming uit is en de ventilatie minimaal is Bandbreedte verwarming: gebied waarin de afdelingsverwarming van minimum naar maximum wordt geregeld.
Ventilatorgroep Het inschakelpercentage van de 2 ventilatorgroep is afhankelijk van de capaciteit van de hoofdventilatorgroep. De capaciteit van de hoofdventilatorgroep (1 ventilatorgroep) en het inschakelpercentage van de 2 ventilatorgroep kan door de installateur gewijzigd worden. Voorbeeld 1: Capaciteit hoofdventilator 5000m MAX.
Klep regelen op basis van afdelingsventilatie Minimum De klep zal nimmer verder sluiten dan het Maximum klepopening onder "Minimum" ingestelde percentage. Maximum De klep zal nimmer verder openen dan het klepopening onder "Maximum" ingestelde percentage. Bij sommige klepregelingen is de maximum stand niet instelbaar (de maximum klepstand is dan 100%) Minimum...
AQC-unit De AQC-unit is inzetbaar als meet en regel unit in centraal afzuigsystemen en als meet- en smoorunit onder ventilatiekokers. De AQC-units kenmerken zich door een robuuste bouw, bewezen betrouwbaarheid en lage luchtweerstand (energieverbruik). De AQC-units zijn leverbaar vanaf een diameter van 30 cm oplopend tot 92 cm.
Mengventilator Het doel van de mengventilator is om op de stookkosten te besparen en tegelijkertijd het klimaat in de afdeling te verbeteren. Hiervoor wordt de “warme” lucht, die zich boven in de afdeling bevindt, gemengd met “koude” lucht die via een inlaatopening wordt aangezogen. De voorverwarmde lucht wordt daarna via het luchtkanaal onder het voerpad teruggeblazen in de afdeling.
De laatste jaren heeft Stienen BE een aantal energiezuinige ventilatiesystemen op de markt gebracht. Door toepassing van frequentieregelaars in plaats van triac-geregelde ventilatoren kan een energiebesparing van 30 tot 70% gerealiseerd worden.
(optimalisatie voor energie verbruik) ECOVENT systeem Het ECOVENT systeem biedt een uitstekend alternatief voor bestaande installaties waar een centraal afzuigsysteem niet mogelijk resp. niet rendabel is. Bij het ECOVENT systeem worden net als bij een conventioneel 230Volt ventilatiesysteem een of meerdere ventilatoren per afdeling toegepast. Bij het ECOVENT systeem zijn dit 400Vac ventilatoren die allen centraal geregeld worden door een frequentieomvormer.
CENTRALE VERWARMING Weersafhankelijke CV-regeling Het weersafhankelijk regelen van de centrale verwarming is eigenlijk niets anders dan de watertemperatuur van de centrale verwarming regelen op basis van de buitentemperatuur. De temperatuur van het verwarmingswater wordt uitsluitend bepaald door de heersende buitentemperatuur en de ingestelde ’stooklijn’. Door middel van deze regeling wordt er gelijkmatig warmte in afdelingen gebracht.
TEMPERATUURREGELINGEN Met extra hulprelais Geregelde verwarming BANDBREEDTE BANDBREEDTE MAXIMUM MAXIMUM 0,5°C 0,5°C MINIMUM MINIMUM INGESTELDE TEMPERATUUR [ °C ] De klimaatregelaar regelt de brandsterkte tussen het ingesteld minimum en maximum. De snelheid waarmee van minimum naar maximum wordt geregeld is afhankelijk van de bandbreedte. INGESTELDE TEMPERATUUR [ °C ] Wanneer de gemeten temperatuur boven de ingestelde temperatuur + hysteresis (0,5°C) komt...
Vloerverwarming POMP WATER WATER VLOERVERWARMING VLOERVERWARMING Mengklep regeling Aan/uit of modulerende regeling Wanneer de ruimtetemperatuur te hoog is, wordt de vloertemperatuur verlaagd. Zo wordt voorkomen dat de verwarmingsenergie van de vloer de ruimte gaat opwarmen, waarna de ventilatie hoger wordt en deze energie weer afvoert.
Koeling uit op RV Als de koeling ingeschakeld is en de RV stijgt 1% boven de ingestelde RV dan wordt de koeling uitgeschakeld. Daalt de RV daarna weer 1% onder de instelling en is de temperatuur nog steeds te hoog dan wordt de koeling weer ingeschakeld.
COMPENSATIES Nachtinstelling Met behulp van de nachtinstellingen kunt u een natuurlijk temperatuurverloop creëren tussen dag en nacht door s’nachts de ingestelde temperatuur met enkele graden te verlagen. Naast de periode dat de nachtinstelling actief moet zijn, kunt u ook het aantal graden instellen waarmee de afdelingstemperatuur verhoogd/verlaagd moet worden gedurende deze periode.
De tijd waarin de afdelingstemperatuur wordt teruggeregeld naar de ingestelde afdelingstemperatuur is in dit voorbeeld: Temperatuurcompensatie / Afbouw temperatuurcompensatie per uur = (1,2ºC / 0,2 ºC/u) = 6 uur. Bezettingsgraad Bij een afdeling die niet helemaal vol zit met dieren, zal doorgaans ook minder geventileerd hoeven te worden. Is de afdeling bijv.
RV-compensatie Behalve de temperatuur speelt de relatieve luchtvochtigheid (RV) een belangrijke rol in het 'comfortgevoel' van de dieren. Een relatieve luchtvochtigheid van 60 - 80 % in de stal zou ideaal zijn. Een hoger relatieve luchtvochtigheid in de stal is normaal als de relatieve luchtvochtigheid buiten zeer hoog is. Als er voldoende luchtcirculatie is, is dit meestal geen probleem.
Buitentemperatuurcompensatie t.b.v. alarmering Bij alle regelingen, behalve bij de nestverwarming, geldt dat ABSOLUTE BOVENGRENS indien de buitentemperatuur stijgt boven de ingestelde 35°C temperatuur, de maximum temperatuur alarmgrens naar boven geschoven wordt tot dat de absolute alarmgrens wordt bereikt. Door deze compensatie wordt voorkomen dat 32°C het alarm onnodig aangesproken wordt bij een hoge buitentemperaturen.
ONDERHOUD EN CONTROLE Zorg voor regelmatig onderhoud en controle van de apparatuur. Vergeet bij het schoonmaken van de afdeling het ventilatiesysteem niet. Om het energiegebruik te beperken, is het belangrijk dat de ventilatoren schoon zijn. Dit geldt ook voor de kleppen, meetventilatoren en de ventilatiekoker.