1 AFDELING
Ventilatie
Afdelingsventilatie
Het is vooral belangrijk te voorkomen dat koude lucht teveel en te plots wordt binnengetrokken. De
afdelingstemperatuur en de bandbreedte dienen daarom hoog genoeg te worden ingesteld.
Ten gevolge van de compensaties
kan de berekende waarde afwijken
van de ingestelde waarde.
Afdelingstemperatuur
De temperatuur waarop de afdelingsventilatie regelt wordt ook wel de afdelingstemperatuur genoemd. De
gewenste afdelingstemperatuur hangt van verschillende factoren af.
Handbediening
Indien u de status van de afdeling op "Reinigen" of "uit bedrijf" zet kunt u achter "Handbediening" het ventilatie
percentage bij het reinigen van de afdeling handmatig instellen (ingesteld en berekend percentage zijn gelijk).
Als de afdeling heeft vastgesteld dat de KL-61 op handbediening staat dan wordt de momentele status van de
afdeling op "reinigen" gezet en de stand van de potmeter op de KL-61 wordt overgenomen als berekende
handbediening (ingesteld en berekend percentage zijn verschillend).
Let op! De toestand HANDBEDIENING (reinigen) heeft invloed op de alarmering,
gebruik deze toestanden alleen indien er zich geen dieren in de afdeling bevinden.
8
Als een meetventilator geïnstalleerd
is wordt hier de gemeten ventilatie
weergegeven.
U kunt ook vooraf de ventilatiepercentage voor het reinigen en uit bedrijf
instellen in scherm "1113 Handbediening". De betreffende instellingen
wordt overgenomen zodra de afdeling in de toestanden reinigen of uit
bedrijf terecht komt.
Een diafragmaklep met
meetventilator wordt ook wel een
AQC-klep genoemd. Als een AQC-
klep in de afdeling geïnstalleerd is
wordt bij die afdeling de menukeuze
"Diafragmaklep" geblokkeerd
("-----------").